Gepubliceerd in het clubblad van Overamstel.
Het is een grijs bewolkte zaterdagmorgen in oktober. Het is half negen en de jonge voetballer Kram moet al vroeg uit de veren om zich klaar te maken voor de vierde voetbalwedstrijd van het seizoen van zijn trotse voetbalclub Overamstel. Eerst moet hij nog in spanning afwachten of de voetbalwedstrijd van vandaag wel door zal gaan. Hoewel het de hele week droog is geweest, heeft het de vorige dag en afgelopen nacht volop geregend. Daarbij heeft het thuisveld van zijn voetbalclub een slechte reputatie als het gaat om goedkeuring. In zijn muffe pyjama en op zijn geitenwollen sokken stelt Kram zich met rooie oortjes op de hoogte van de laatste afgelastingen. Het veld van Overamstel is goedgekeurd! Een klein wonder heeft zich voltrokken en de zielsblije Kram heeft grote moeite om een vreugdedansje te onderdrukken. Snel kleedt hij zich om en pakt hij zijn sporttas. De net nieuw ingevette voetbalschoenen, die hij eerder van de week bij de lokale sportwinkel heeft aangeschaft, zal hij vandaag al vreugdevol mogen aanproberen. Aan de ontbijttafel smeert zijn moeder nog vluchtig enkele bammetjes voor na de wedstrijd en geeft ze hem een knaak mee om iets voor zichzelf op de sportclub te kunnen kopen. “Doe je best zoon!” roept ze Kram na op het moment dat hij op de fiets springt en wegrijdt.
Met frisse moed fietst Kram naar het sportpark in de Watergraafsmeer. Al rijdend denkt hij met weemoed terug aan vorig seizoen waar hij niet aanwezig kon zijn bij de kampioenswedstrijd. Later heeft hij de beelden en de foto’s teruggezien en sindsdien brandt er een vurige wens om eens met de kampioenschaal in de handen te staan. Na een half uur komt hij aan in sportpark Middenmeer en stalt hij zijn rijwiel netjes in de fietsenstalling. De lucht was ondertussen een stuk opgeklaard en het lijkt zowaar nog een mooie dag te gaan worden. Voor de deur van de sportclub zijn er al een aantal van zijn ploeggenoten aanwezig, waaronder de robuuste voetballers Kneh, Riké (alias ‘de makker’) en de atletische doelman Vío. Wachtend op de rest van de ploeg drinken ze een bakkie koffie en roken ze nog een sigaret. Niet veel later melden zich de verdedigers Tinla, Narf, Stijh en de wendbare middenvelder Mastho. Wanneer de ploeg compleet is en ook de tegenstander uit Muiderberg is komen opdagen, wendt iedereen zich naar de kleedkamer om zich om te kleden. Ditmaal moet er in een uit-uniform worden gespeeld, omdat de tegenstander met dezelfde clubkleuren speelt. Het uniform is ietwat aan de krappe kant, maar iedereen is zeer in zijn nopjes over het verder goed uitziende tenue. Een voor één druppelen de spelers het veld op en maken zich definitief op voor de krachtmeting met de gewiekste ervaren ploeg uit Muiderberg.
Tijdens het warmlopen op het drassige veld, spreekt de lange aanvoerder Stijh de jonge Kram streng toe, “Je mag vandaag in de basis.” Van vreugde springen hem de tranen in de ogen wanneer hij dit hoort. Hij kan het gewoonweg niet geloven: In de basis! Gezonde wedstrijdspanning en nervositeit maken zich van hem meester. Hij zal zich op de rechterkant van de verdediging posteren en de plek van de absente kracht Vierlío opvullen. Deze is namelijk op cultuurreis in het verre Amerika. Een uitgelezen kans voor Kram om te laten zien dat hij net zo’n goede voetballer is als de doorgewinterde verdediger Vierlío. Hij zal zijn mannetje staan en zijn ziel en zaligheid voor de ploeg geven. ‘Bloed aan de palen, darmen in het net’ is het credo.
Voor de aftrap trekt Kram snel nog zijn veters van zijn nieuwe voetbalschoeisel strak. Vandaag is voor hem de dag dat hij er alles aan zal doen om het trotse Overamstel aan een overwinning te helpen. De zon begint te schijnen en Kram voelt zich zo gemotiveerd, dat hij zichzelf in staat acht om de grasmat op te vreten. Wanneer de scheidsrechter op zijn fluitje blaast breekt de strijd los. De bal gaat van voet naar voet en de spanning is direct te snijden. De bonkige middenvelders van Overamstel Mot en Nestev zetten de tegenstander gelijk vast en dicteren het tempo van het spel. De opponent uit Muiderberg graaft zich algauw in en weet zich geen raad met de geraffineerde combinaties van Overamstel. Tegenhouden is het devies.
Kram loopt zich een slag in de rondte en voelt zijn hart in zijn keel bonken. Alhoewel hij zijn best doet, kan hij niet voorkomen dat sommigen van zijn pogingen om de aanvallers te bereiken smoren in de voeten van de tegenstander. “Verder naar voren Kram!” wordt hem al spoedig van voren toegeworpen. De onervaren invaller neemt deze aanwijzing van harte aan en met enige onzekerheid in de benen, dribbelt hij voorzichtig de diepte in, die wordt gecreëerd door de rechtermiddenvelder Nisden. Een speler die beschikt over een dubbel paar longen en een loepzuivere voorzet. Kram is vastbesloten om de rest van de wedstrijd goed te vervolgen en de ruimte achter de rappe Nisden te verdedigen. “Geen tegenstander zal hier langs komen!” denkt hij vastberaden.
De wedstrijd ontaardt in een patstelling, waarbij duidelijk wordt dat kleine foutjes fatale gevolgen kunnen hebben. Kram maakt mee dat een doorbraak op de linkerzijde niet kan worden gestuit en een doorgebroken tegenstander met een geplaatste boogbal doelman Vío verschalkt. De achterstand wordt gelukkig rechtgetrokken door een succesvol genomen strafschop, die werd veroorzaakt door een onbesuisde overtreding van achteren op Nestev. Echter wijst alles erop dat een overwinning allesbehalve in de schoot geworpen zal worden en dat Overamstel er hard aan moet trekken om een overwinning over de streep te trekken. Een oogstrelende tegenaanval over rechts zorgt er zowaar voor dat Overamstel op voorsprong komt. Deze mag niet meer worden weggegeven en zal desnoods met grof geschut worden verdedigd. “Verder terug naar het midden!” krijgt Kram van zijn aanvoerder te horen. Vertwijfeling slaat hem om het hart. Verder naar achteren betekent onverantwoordelijk veel ruimte prijsgeven aan de rechterflank, achter de rechtermiddenvelder. Een snelle aanval kan ons over deze zijde overrompelen.
Kram is overduidelijk in tweestrijd met zichzelf. Aan de ene kant wil hij het gezag en de aanwijzing van zijn aanvoerder, die jaren tactische ervaring in de hockeycompetitie heeft opgedaan, niet in de wind slaan. Aan de andere kant weet Kram diep in zijn hart dat een blinde opvolging een fatale afloop kan hebben. Verschillende gedachten vliegen door zijn hoofd. Na enig speculeren is hij overtuigt van zijn eigen gelijk en neemt hij het koppige besluit om zijn positie aan te houden. Een ferme woedeaanval van de aanvoerder valt hem ten deel. Kram verweert zich lafjes, maar zijn argumenten voor zijn afweging vallen niet in goede aarde bij zijn meerdere. Net op tijd blaast de arbitrage af voor de eerste speelhelft. Overamstel staat dan wel op voorsprong, maar de ergernis over de eigenwijze houding van Kram wordt door enkele van zijn medespelers verre van in dank afgenomen. Men weet dat het spel enkel is gebaad bij rust, orde en spartaanse discipline. Tegenspraak kan leiden tot de desintegratie van de teamgeest en grote schade veroorzaken. “Kram heeft zich ontpopt tot een ondeugdelijk element in het elftal,” wordt er vastgesteld. Stijh weet wat hem te doen staat en zal met harde hand ingrijpen. Regenwolken pakken zich dreigend bijéén boven het sportpark en voorspellen weinig goeds.
In de rust neemt de aanvoerder Kram apart van de groep en legt een arm om hem heen. “Kram, het is meer dan wenselijk dat je in de kleedkamer achterblijft,” zucht de centrale verdediger. Met ongeloof hoort Kram zijn veroordeling aan. Het lukt hem niet om zijn meerdere van repliek te dienen en met berusting legt hij zich neer in zijn lot. Terwijl de ploeg terugkeert naar het veld, schopt Kram binnensmonds vloekend zijn nieuw gekochten voetbalschoenen in de hoek van de kleedkamer. Met zijn handen in het haar overdenkt hij zijn zonden. Zachtjes begint het buiten opnieuw te regenen.
Geef een reactie