Wat is er gebeurd met het monument en welke namen stonden er op?
De Amsterdamse voetbalclub JOS Watergraafsmeer had een eigen oorlogsmonument, dat tot grote ontzetting van de club in 1976 werd gesloopt.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn er duizenden oorlogsmonumenten aangelegd in ons land, ook door voetbalclubs.
Ook JOS Watergraafsmeer had zo’n monument met de namen van omgekomen leden en mensen uit de nabijgelegen Wetbuurt. Het werd in 1947 onthuld, alhoewel de exacte datum daarvan onbekend is. Tot ontzetting van de club is dit in 1976 gesloopt toen ze tijdelijk van hun terrein waren verhuisd. Nooit is duidelijk geworden waarom dat is gebeurd.
Onze twaalfde man
De opa van Hennie ter Lingen (1935) was aannemer en bouwde het monument: “Oorspronkelijk was het een paal die bij het zogenaamde Steentoernooi hoorde. De naam van de winnaar werd er elk jaar in gebeiteld.” Cor Roor (1933), voorzitter tussen 1985 en 2002, weet dat politieagent Jaap Knol er in de oorlog voor zorgde dat de Wetbuurt niet verpauperde. “Hij heeft waarschijnlijk initiatief genomen tot het uitbreiden van de paal tot het monument met gedenkplaten.
Na de oorlog werden trapjes gebouwd en twee stenen plaquettes aangebracht.” Ter Lingen: “Ik kan me de herdenkingen op 4 mei nog herinneren. Daar waren veel mensen uit de Wetbuurt bij aanwezig.”Op de ene plaquette stonden de namen van oorlogsslachtoffers uit de buurt en op de andere jongens van JOS die ons ontvallen waren. Het stond op een hele mooie open plek tussen twee velden en was een sieraad voor de club. Wij zeiden altijd dat het onze twaalfde man was.” Joop Vlug, nu voorzitter van JOS, herinnert zich de prijsuitreikingen bij toernooien, die altijd op het monument plaatsvonden.
Bij de tijdelijke verhuizing van JOS uit de buurt in 1976 nam TABA, een andere Watergraafmeerse vereniging, de velden en het monument over. Tot ontzetting van velen werd het monument toen gesloopt. Vlug: “Wie daarvoor opdracht heeft gegeven, is tot op de dag van vandaag onduidelijk.
Navraag bij het stadsdeel leverde niets op.” Roor: “Het bestuur van TABA heeft ons in 1999 zijn excuus aangeboden voor de sloop. Ineens was het weg en alles was opgeruimd.” Joop Vlug is recent nog op zoek geweest naar de restanten. Vlug: ”Je vraagt je af wie plaquettes met namen kapot slaat. Onbegrijpelijk. Jammer, want er is een stuk clubgeschiedenis verloren gegaan. Ik had de gedenkplaten graag een nieuwe plaats gegeven in de muren van ons clubgebouw.”
Henk Hofstede is zanger van The Nits en schreef een nummer over dit moument: JOS-days.
Zijn opa was in de jaren dertig een van de oprichters van J.O.S. – nog vóór de fusie met Watergraafsmeer. “De hele familie Hofstede voetbalde bij J.O.S,” zegt hij de op de website van de club. “Wij speelden als kinderen op het monument tussen de voetbalvelden. Er waren trapjes, waarvan je af kon springen. Ik herinner me de namen op het monument, van mensen die de oorlog niet overleefd hadden en ik fantaseerde erbij wat ze meegemaakt hadden.”
Hofstede werd niet toegelaten tot de club, omdat hij in een proefwedstrijd niet goed genoeg bleek. “Ik was in die tijd al met muziek bezig. Het lied JOS-days gaat over deze kleine tragedie in relatie tot de grote tragedie van de J.O.S.-mannen die in de oorlog omgekomen waren. Zij konden die wedstrijd niet winnen.”
Nog steeds wordt dit nummer gedraaid als het eerste elftal het eigen veld betreedt. “Een mooie revanche,” vindt Hofstede. “Zo ben ik toch nog onderdeel geworden van de club.”
Luut van den Berg zegt
Is gemaakt door steenhouwer Heckert.