Bron: Het Parool – 2014
‘Het was toeval dat we in de haven van Amsterdam lagen,’ zegt Mirek Demek (53). Hij staat in de haast oneindige gang met kleedkamers van voetbalvereniging WV-HEDW (1500 leden). Achter hem, een van zijn domeinen: het ballenhok. Daar tegenover een ruimte waar meerdere wasmachines draaien en reusachtige theeketels op een fornuis rusten. Sop stroomt uit het clubhuis.
Het is maandag. De eerste dag op weg naar een nieuw voetbalweekend. ‘We voeren van Afrika naar Rostock in de DDR, maar hadden ergens nog een lading opgepikt voor Amsterdam.’ Het is december 1981. Mirek is kok op het Pools vrachtschip Zambröw. In zijn geboorteland broeit het. Het IJzeren Gordijn verdeelde Europa nog als een grauwsluier. De Lenin-werf in Gdansk loopt regelmatig vol met protesterende havenarbeiders. Onder leiding van Lech Walesa staken zij voor solidariteit en vrijheid. Generaal Jaruzelski kondigt de staat van beleg af.
Mirek: ‘Bij terugkeer in Polen had ik direct het leger in gemoeten.’ Hij pakte zijn tas en stapte over de loopplank het vrije Amsterdam in. Dat gebeurde vaker in die jaren met schepen uit Oostbloklanden. ‘De politie hielp ook om jongens verder te helpen naar Canada of Australië,’ zegt Mirek. ‘Maar toen ik Feyenoord een keer had zien spelen tegen Ruch Chorzow (kwartfinale Uefa Cup 1974), zei ik al tegen mijn zus: ‘Naar dat land wil ik ooit.” Met zijn oudere zus groeide hij op in een weeshuis in Gdynia, niet ver van Gdansk. ‘Mijn vader overleed al vroeg. Mijn moeder kon dat niet aan en liep weg.’ Hij wrijft in zijn haar en staart naar de vloer. ‘Ik had nog een kleiner zusje. Dat wist ik helemaal niet. Ze heeft mij later gevonden.’
Via het Zeemanshuis vond hij een kamer in een kraakpand aan de Bredeweg in Oost. ‘Als er Poolse schepen aankwamen, ging ik naar de haven om te kijken of er vrienden aan boord waren.’ Zo trof hij Zdzichu Twardowski uit zijn geboortestad. Een goede voetballer die nog met Boniek, de latere Juventus-ster, had gespeeld. Samen meldden ze zich bij WV-HEDW. Twardowski groeide uit tot de vedette van het eerste. ‘Hij is 62 jaar, maar speelt nog altijd, in het achttiende.’
Mirek zou vooral buiten de lijnen zijn naam vestigen. De huidige erevoorzitter Sander Post vroeg hem in 1991 als klusjesman. Twee decennia later is hij alle dagen op de club. Om de lijnen te trekken, shirtjes te wassen, achter de bar te staan of snoepzakjes te maken. Zo is hij verworden tot het gezicht van al die mensen die het verenigingsleven draaiende houden. Na de val van de Berlijnse Muur en het communisme groeide er bij WV-HEDW dankzij Mirek een Poolse connectie.
Elk jaar gaat hij met een team (Mirek: ‘Wie maar wil’) naar zijn geboortegrond om te voetballen en everzwijn te eten. Omgekeerd komt elke zomer een groep Polen naar het WV-terrein, waar ze bivakkeren in tenten. In 2012, met het EK in Polen, namen ze om de innige band te bekrachtigen twee vogelhuisjes mee. Een voor Holland, een voor Polen. Mirek hing ze aan het clubgebouw, maar aan het einde van datzelfde jaar was het plotseling onzeker of hij zijn werk bij WV-HEDW kon voortzetten.
De club betaalde hem altijd via een gemeentelijke subsidie, die sneuvelde in tijden van bezuinigingen. Vele clubs zagen dankbare krachten verdwijnen. Niet WV-HEDW. ‘Waar zou WV zijn zonder Mirek?’ stond er in 1999 al op een poster voor een actie om Poolse kinderen naar Amsterdam te laten komen. Dat gold nog steeds en dus kwam Mirek in dienst bij de club die hem liet aarden op vreemde bodem. Vanaf de trap kijkt hij even later uit over de velden. ‘Dit is mijn land. Ik ben geen Pool. Ik ben geen Hollander. Ik ben WV’er.
Steven van der Gaag
Geef een reactie