Bron: Het Parool
Door: Frenk der Nederlanden
‘Gek genoeg hebben nabestaanden nooit aan de bel getrokken’
De voetbalclubs waar WV-HEDW uit voort is gekomen hadden voor de Tweede Wereldoorlog veel Joodse leden. De in de kampen vermoorde spelers worden elk jaar herdacht. Archiefonderzoek heeft onlangs de namen van nóg 33 slachtoffers opgeleverd. ‘Die moesten ook een plek krijgen op het monument.’

Op 4 mei staan ze er weer, de mannen en vrouwen van WV-HEDW, voluit Wilhelmina Vooruit – Hortus Eendracht Doet Winnen. Zoals elk jaar herdenken ze dan op het terrein aan de Middenweg de Joodse oorlogsslachtoffers van de fusieclub. Het monument eert 236 (oud-)leden en donateurs die niet terugkeerden uit de vernietigingskampen van de nazi’s: 67 van Wilhelmina Vooruit en 169 van HEDW.
Dit jaar krijgt de dodenherdenking een extra dimensie, want onderzoek heeft uitgewezen dat de namenlijst op het gedenkteken bij lange na niet compleet was. Op het oorlogsmonument van de KNVB in Zeist bleken nog meer oud-leden van de Amsterdamse verenigingen te staan. Dat kwam naar voren uit onderzoek van Jurryt van de Vooren en Joris Kaper, twee sporthistorici die op de website voetbalmonument.nl de namen van bijna 3000 oorlogsslachtoffers in het Nederlandse voetbal in kaart hebben gebracht.
Enorme klus
“Met die namen zijn we twee jaar geleden aan de slag gegaan,” zegt Vincent Huis in ’t Veld, lid van de historische commissie van de club. “We hebben eerst gekeken of ze voorkomen op de ledenlijsten uit de eerste oorlogsjaren. Die bevatten voorletters en een adres, en bij de jeugdleden ook een geboortedatum. Die gegevens hebben we weer vergeleken met de namen die voorkomen in de databanken van Oorlogsbronnen, Joods Monument en Oorlogsgravenstichting.”
“Het was een enorme klus,” zegt medecommissielid Jolan Toff. “Van de 80 namen die boven kwamen drijven, bleven er uiteindelijk 33 over: 12 van WV en 21 van HEDW. Pas bij een match op voorletter, achternaam en adres, trokken we de conclusie dat het echt om oud-leden ging die een plek op het monument moesten krijgen. Gek genoeg hebben nabestaanden, voor zover die er nog waren, nooit bij ons aan de bel getrokken dat hun familieleden niet werden genoemd.”
Eddy Hamel
Een van de ontbrekende namen was die van Eddy Hamel. De aanvaller speelde tussen 1922 en 1930 125 wedstrijden voor Ajax en werd daarna trainer. In 1937 en 1938 leidde hij HEDW twee keer naar het kampioenschap. Huis in ’t Veld: “We wisten natuurlijk dat hij trainer was geweest, maar hij was geen lid van de vereniging en kreeg daarom destijds geen plek op het monument. Dat hebben we nu rechtgezet.”

Hamel, een van de weinige Joden die het eerste elftal van Ajax hebben gehaald, is de enige Joodse Ajacied die door de nazi’s is vermoord; hij werd in 1943 in Auschwitz vergast, evenals zijn vrouw, kinderen en ouders. Toff: “Gezien zijn verdiensten voor HEDW vonden we toch dat hij bij onze herdenking niet mag ontbreken.”
En zo houdt de club de roemrijke geschiedenis van WV-HEDW in ere. Het fundament werd gelegd in 1908, toen een aantal pubers Wilhelmina oprichten. Omdat er ook in Den Bosch een club met die naam bleek te bestaan, werd het Wilhelmina Vooruit. Het in 1912 op Rapenburg opgerichte Hortus ging in 1931 samen met het volksere EDW. WV en HEDW fuseerden in 1956 tot WV-HEDW.
Veel Joodse leden
Hoewel de verenigingen voor de oorlog veel Joodse leden hadden – WV bestond voor 45 procent uit Joden, HEDW zelfs voor 95 procent – konden ook andere Amsterdammers zich inschrijven. Toen najaar 1941 de voetbalcompetitie door de Duitse bezetter werd stilgelegd, spraken de bestuursleden af na de oorlog door te gaan: “Ons werk moet voortgezet worden door de jongeren die deze tijd zullen overleven.”
In 1951 werd op sportpark Voorland een monument onthuld, dat in 1998 met de club meeverhuisde naar de nieuwe accommodatie op sportpark Middenmeer. Langs het hoofdveld is een galerij met historische foto’s ingericht, waarop veel van de vermoorde spelers zijn te zien, nog onwetend van het gruwelijke lot dat hen te wachten stond.
Op 4 mei komt alles samen. Jolan Toff zegt de kaddisj, het Joodse gebed voor de doden. Twee jeugdleden lezen de namen van de 33 oud-spelers voor. Zoals een nabestaande ooit zei: “Het monument is de morele waakhond aan de poort van zijn velden.”
Wilhelmina Vooruit
Maurice Braun (14), (Auschwitz, 1943), Jacob Broekhuijsen (21), kantoorbediende (Sobibor, 1943), Benjamin Cauveren (16), (Auschwitz, 1942), Bram Dekker (23), diamantbewerker (Auschwitz, 1944), Isidore Galitziën (14), (Sobibor, 1943), Joost Galitziën (16), (Sobibor, 1943), Samson Goudsmit (21), huisschilder (Sobibor, 1943), Alex Groen (20), diamantslijper (Duitsland, 1945), Alexander Max Kerkmeester (19), magazijnbediende (Sobibor, 1943), Abraham Marcel Rodrigues (18), kantoorbediende (Auschwitz, 1943), Samuel Roos (26), kantoorbediende (Auschwitz, 1942), Wolf Smeer (19), leerling-leerbewerker (Polen, 1944).
Hortus Eendracht Doet Winnen
Alexander Leonard Cohen (19), leerling-kleermaker (Auschwitz, 1943), Gerrit Dingsdag (24), handperser (Mühldorf, 1945), David Fransman (16), (Sobibor, 1943), Edward Hamel (40), sportleraar (Auschwitz, 1943), Benjamin de Hond (26), metaaldraaier (Sobibor, 1943), Jozeph Kerkmeester (20), metaalbewerker (Duitsland, 1945), Gerrit Klijnkramer (46), winkelbediende, Midden-Europa, 1945), Mozes Lap (27), diamantbewerker (Mauthausen, 1945), Nathan Meljado (28), magazijnbediende (Auschwitz, 1942), Henri Philips van Buren (36), etaleur (Auschwitz, 1942), Benjamin Immanuel Poons (45), incasseerder Joodse Gemeente (Sobibor, 1943), Abraham Rabbie (43), diamantslijper (Bergen Belsen, 1945), Mozes Gerrit Vandien (19), bontwerker (Auschwitz, 1944), Gabriël van der Velde (34), kleermaker (Polen, 1944), Salomon van der Velde (31), magazijnbediende (Auschwitz, 1943), Mozes Verdoner (27), typograaf (Auschwitz, 1942), Mozes Vischjager (15), (Sobibor, 1943), Gerrit Wijnschenk (28), venter (Mauthausen, 1941), Jacob Wijnschenk (42), koopman (Sobibor, 1943), Samuel Wijnschenk (20), diamantklover (Sobibor, 1943), Hermanus Wolff (15), (Auschwitz, 1943).
Geef een reactie