Het is zaterdagochtend 27 januari j.l. op het complex van voetbalvereniging Zeeburgia in Amsterdam. Terwijl hij halverwege de trap is op weg naar de kantine, maakt de 28-jarige Bernard Leenstra een cruciale beslissing.
Nieuwsgierigheid
Niet binnen, maar op het hoofdveld moest ’ie zijn. Want even daarvoor had de arts-onderzoeker van het UMC al gezien dat omstanders zich daar hadden verzameld om een spelertje van Zeeburgia onder 13. „Een gewone blessure, dacht ik eigenlijk”, zegt Leenstra terugblikkend. „Maar m’n nieuwsgierigheid kreeg op die trap toch de overhand. Dus ik wilde even kijken wat er was gebeurd.”
Beneden aangekomen krijgt Leenstra, die keeper is van het 4de van Zeeburgia (‘een vriendenteam’), van omstanders te horen dat de jongen ‘zo maar was omgevallen’. ,,Ik begreep direct dat dit niet goed was en ben het veld in gelopen. De jongen was buiten bewustzijn, maar leek op het oog nog te ademen.”
Reflex
Maar schijn bedriegt. Leenstra: „Toen ik wat beter keek, zag ik dat het een zogenoemde agonale ademhaling was. Dat is een reflex van de hersenen die optreedt na een hartstilstand. Het lijkt op ademen, maar dat is het niet.”
Ogenblikkelijk begint de Utrechter met de reanimatie. „Anderen haalden een AED, weer iemand anders belde 112. Ook door de toegesnelde hulpdiensten is razendsnel gehandeld. Het was echt geweldig teamwerk.” Op het moment dat de jongen op de brancard ligt, voelt Leenstra tot zijn opluchting weer een hartslag.
Devencio wordt met spoed naar het ziekenhuis vervoerd, Leenstra en de omstanders ontredderd achterlatend. „Als arts maak je, naast mooie momenten, ook de meest verschrikkelijke dingen mee. Maar zo heftig als dit is me nog nooit overkomen. Ik was echt heel erg ontdaan, zeker omdat we ook niet wisten of die jongen het zou redden.”
Kleedkamer
Om de teamgenootjes van Devencio een hart onder de riem te steken, neemt Leenstra nog een kijkje in de kleedkamer van het jeugdteam. „Dat was heel emotioneel. Het enige dat ik ze kon zeggen is dat ze hoop moesten houden.”
Pas na zijn eigen wedstrijd (‘Ik keepte als een zombie, maar we wonnen wel.’) krijgt Leenstra het verlossende nieuws te horen. „De jongen had het overleefd. Hij was inmiddels geopereerd en maakt het naar omstandigheden goed.” Morgen gaat hij bij het voetballertje op ziekenbezoek. „Dat wordt ongetwijfeld een emotionele ontmoeting.”
Nouri
De afgelopen dagen heeft Leenstra veel aan Ajacied Abdelhak Nouri moeten denken. Nouri zakte in juli naar de grond tijdens een oefenwedstrijd in Oostenrijk. Sindsdien ligt hij in coma. „Ook een jonge voetballer. Ook een hartstilstand. Maar voor hem kwam de hulp net te laat.”
Het zijn beide gebeurtenissen die de Utrechtse arts vastberadener maakten in zijn missie: zo veel mogelijk Nederlanders moeten leren reanimeren.
Zelf zette hij enkele maanden geleden in het UMC een cursus op. „Maar bij wie je een training volgt, doet eigenlijk niet ter zake. Als je het maar doet. Je redt er levens mee.”
Geef een reactie