Van het Watergraafmeer museum ontvingen we een kaartje met de tekst ‘Rijwielstalling T.O.G.’
Alleen de 70 plus TOG-ers weten de betekenis van dit kaartje nog. In de jaren 50 was er, met name bij wedstrijden van het eerste, de mogelijkheid de fiets op het TOG-terrein te parkeren. Grote aantallen mensen kwamen in die tijd per fiets of lopend naar de club. Vrijwel niemand was toen in het bezit van een auto. Op die fiets was men zeer zuinig.
Veel TOG-ers raakten immers hun rijwiel tijdens de oorlog kwijt aan de Duitsers en na de oorlog werd een nieuwe aangeschaft. Een investering voor minimaal 10 jaar. Zuinig zijn dus. De TOG fietsenstalling naast de kantine werd “bewaakt” door de heer Wikkel, een kleine bejaard mannetje. Bij hem kon je voor, ik meen, 10 cent de fiets parkeren. Als “bewijs” klemde hij een kaartje vast onder je bel als bewijs van betaling.
En zo’n kaartje kwam boven water.
Met dank aan Jo en Ron van het museum.
Alleen de 70 plus TOG-ers weten de betekenis van dit kaartje nog. In de jaren 50 was er, met name bij wedstrijden van het eerste, de mogelijkheid de fiets op het TOG-terrein te parkeren. Grote aantallen mensen kwamen in die tijd per fiets of lopend naar de club. Vrijwel niemand was toen in het bezit van een auto. Op die fiets was men zeer zuinig.
Veel TOG-ers raakten immers hun rijwiel tijdens de oorlog kwijt aan de Duitsers en na de oorlog werd een nieuwe aangeschaft. Een investering voor minimaal 10 jaar. Zuinig zijn dus. De TOG fietsenstalling naast de kantine werd “bewaakt” door de heer Wikkel, een kleine bejaard mannetje. Bij hem kon je voor, ik meen, 10 cent de fiets parkeren. Als “bewijs” klemde hij een kaartje vast onder je bel als bewijs van betaling.
En zo’n kaartje kwam boven water.
Met dank aan Jo en Ron van het museum.
.
Geef een reactie