31 december 1944 – 31 december 1950
Door: Peter Hendriks is in 1938 geboren in de Fahrenheitstraat op nummer 80, in de oude Wetbuurt. Hij woonde in de buurt tot september 1959.
Op kousevoeten plaatsnemen in de banken en vooral stil zijn.
Toen ik – en met mij nog 26 andere kinderen – voor het eerst naar school moest omarmde ik die morgen de laatste regenpijp op de hoek Fizeaustraat en Fahrenheitstraat stevig. Maar moeders armen waren sterker en zo werd ik afgeleverd op de Abraham van Riebeeckschool bij juf Zoethout, alwaar ik de eerste twee jaar de meest elementaire dingen leerde. De eerste klas heb ik maar voor de helft gedaan; de middagen mocht ik thuis blijven omdat ik in de schoolbank in slaap viel. Dit symptoom steekt thans op mijn huidige leeftijd weer de kop op!! Door de grote deur binnenkomend rechtsaf de gang in; jassen op de kapstok en laarzen of klompen eronder. Op kousevoeten plaatsnemen in de banken en vooral stil zijn. De oudere kinderen gingen in de hal bij de trap omhoog alwaar nog 3 lokalen waren. Door die hal kon je ook in de gymzaal komen, welke ondermeer werd gebruikt voor de bloembollen-tentoonstelling in het voorjaar en de afscheidsavond van de zesdeklassers. De bloembollen werden in het najaar o.l.v. de Hr.Veldkamp (schooltuintjes) in potten ingegraven en na enkele maanden kregen wij ze mee naar huis om ze verder op te kweken. De bloeiende bollen werden in het voorjaar tentoongesteld; waarbij vooral de hyacinten en trosnarcissen een heerlijke geur verspreiden. Wij namen na zes toch wel fijne jaren in 1950 afscheid met een toneelstukje getiteld “Jan Lustig”. Het ging over een schoenmaker die tijdens het schoenlappen altijd zong. De hoofdrollen werden gespeeld door Anneke Mulder en mijzelf. Een gedeelte van het lied dat iedereen meezong luide als volgt: Jan Lustig; zeg eens beste maat; ik hoor je vroeg, ik hoor je laat; en altijd zing je een ander lied; je kent er duizend is het niet? De regie was in handen van tante Mien Veldhuisen; muziek de Hr. van Dijk.
Ronald van Kammen zegt
Ooit was ik 6-jarige leerling op de Abraham van Riebeeckschool in 1948 en heb in de klas gezeten van juffrouw Zoethout als lerares . Door haar nogal vreemde pedagogische opvattingen van controle houden over leerlingen, was mijn interesse in het naar school gaan snel verdwenen. Het met een liniaal op mijn vingers slaan, omdat ik niet gehoorzaam was daar de oorzaak van. De directeur in die tijd was meneer Bakker, een in mijn herinnering een aardige man. Door de acties van juf Zoethout heeft mij nog zeker 25 jaar gekost om het leren weer leuk te vinden en de nodige opleidingen te volgen om mijzelf te ontwikkelen. Voor mij was deze school geen succes, de overgang naar de Geert Grote School heeft voor mij positief uitgepakt. Ik woonde in die tijd in de Rosendaalstraat 57. Later zijn wij verhuisd naar de James Wattstraat.
Reacties zegt
Ben Hoogerdijk Gek eigenlijk dat ik, leerling van de Julianaschool, een steenworp verderop, altijd met argwaan naar de Abraham van Riebeeckschool keek. Daar zaten de openbare kinderen die niet in de hemel zouden komen. Had als kind ook wel medelijden met ze. Het gevolg was dat er volstrekt geen contact was tussen de kinderen van beide scholen. Dit alles het gevolg van de verzuiling in de jaren ‘50.
Ik wist op dat moment niet beter, maar het is wel iets om je achteraf voor te schamen…..
Marianne Althof Ben welnee dat hoeft niet man . We waren kinderen wisten wij veel ! We zijn goed terechtgekomen
Petra Te Boekhorst-van Doorneveld Ben…. ik vond het zo zielig dat jullie elke zondag naar de kerk moesten. Zo had iedereen z’n eigen gedachten. Maar op straat speelden we toch met elkaar.
Ben Hoogerdijk Ik kan me niet herinneren dat ik vriendjes had van de Riebeeckschool.
Hans Plas zegt
Ikwoo de in de buurt, maar zat op de Pieter Zeemanschool en had ook een heel andere kijk op de Abraham van Riebeeckschool. Daar moest je niet wezen als leetling, zaten alleen maar vervelende kinderen op,zo dachten wij. Het is ook opvallend dat van al de jeugd uit mijn tijd die in de Zwaardemakerstraat woonde er niemand op die school zat. Vrijwel iedereen zat op de Prinses Julianaschool en wij dan op de Pieter Zeemanschool. Raar eigenlijk, met een school zo dichtbij. Wel speelden wij vak op de speelplaats van de Abraham, over de muur klimmen en dan voetballen. Wel uitkijken voor het glas wat in de bovenkant van se muur zat.