17 mei 1925
Bron: Watergraafsmeer, eens de parel aan de kroon van Amsterdam van J.H. Kruizinga

Op 17 mei 1925 bracht H.M. koningin Wilhelmina voor het eerst een officieel bezoek aan Watergraafsmeer. Onder enorme belangstelling, vooral van de zijde der Meerbewoners, reed de met vier paarden à la Dauimont bespannen calèche naar Frankendael.

Het was een kleurig en fleurig schilderij zoals daar op die zondagmiddag de Koninklijke galakoets door de oude 18e eeuwsche poort en de oprijlaan naar het voorname landgoed reed. De schittering van uniformen onder het lommerrijke geboomte, de prachtige gevel van het trotse huis, de wondermooie lichtval van de zon door het bladerendak, dat alles leek een sprookje uit de oude tijd.
De fontein werkte voor die gelegenheid en de bekende Neptunusgroep geflankeerd door Bacchus en Ceres, die uit het Leidse Bosje naar hun oorspronkelijke plaats teruggebracht waren, vormden een artistiek effect tegenover de rijzige gevel op de achtergrond.

Ter verwelkoming waren aanwezig wethouder J. ter Haar, de directeur van de dienst der Publieke Werken A.W. Bos en de Stadstuinarchitect J.R. Koning. Op het bordes van de stoep bood mevrouw Koning-van Egmond aan H.M. de Koningin tango kleurige orchideeën aan terwijl wethouder ter Haar een zelfde witte bos aan Prinses Juliana overhandigde.

De hoge gasten plaatsten hun handtekeningen in het oude gastenboek, terwijl H.M. de Koningin vroeg naar de handtekening van haar vader, die ook vroeger op Frankendael een bezoek heeft afgelegd. Vervolgens bezichtigde het gezelschap de gemeenschappelijke plantentuin onder leiding van de Heer Koning, ging langs de oude hermitage, de heidetuin en het arboretum, waar een 400-tal bomen en planten van velerlei soort stonden gerangschikt. Na een laatste blik op het toekomstige openluchttheater geworpen te hebben trok het gezelschap stadwaarts.
Noot: Alhoewel prins Hendrik in dit verslag niet wordt genoemd, was hij wel degelijk aanwezig, zoals uit de foto en de handtekening blijkt (J.H.)






Geef een reactie