Bron: Het Parool
Door: Tahrim Ramdjan Anna Herter
Er liggen twintig aangiften, onder meer vanwege aanranding en geweld. Maar in het complex van Stek Oost, waar statushouders en Nederlandse jongeren samenwonen, is het een opeenstapeling van incidenten die voor de onveilige sfeer zorgt. ‘Zodra de woningmarkt dat toelaat, verhuis ik.’
Op 2 december vorig jaar ging het weer mis, op de derde etage van Stek Oost aan het Ringslangpad in de Watergraafsmeer. Een 23-jarige statushouder belt aan bij een willekeurige medebewoner. Als een andere statushouder (22) opendoet, krijgt hij zonder waarschuwing een klap. Vervolgens wordt hij bij de keel gegrepen en in zijn hand gestoken met een mes. De 23-jarige man wordt meegenomen door de politie. Hij verzet zich zodanig tegen zijn aanhouding dat hij pas tot bedaren komt nadat hij door een politiehond is gebeten.
Schrikken was het zeker, nieuw was het niet voor de bewoners van Stek Oost. In het pand naast sportpark Middenmeer, waar sinds eind 2018 125 jonge statushouders en 125 Nederlandse jongeren samen wonen, zijn in anderhalf jaar tijd twintig aangiftes door (oud-)bewoners gedaan, zo kwam eerder deze week naar buiten in antwoord op vragen in de gemeenteraad. ‘Daar zijn ze weer’, klinkt het bij bewoners als er weer eens agenten in de hal staan. Volgens bewoners is het elke paar weken raak. De politie wil niets kwijt over de aard van de incidenten.
Grote teddyberen
Bij een bezoek aan Stek vliegen de verhalen je daarentegen om de oren. Uit gesprekken met tientallen bewoners komen allerlei incidenten naar voren, ook die waarvan geen aangifte is gedaan. Alle incidenten in dit verhaal worden bevestigd door verhuurder Stadgenoot. Dit jaar zijn er negen meldingen bij de verhuurder binnengekomen, al zegt een woordvoerder dat niet alles gemeld wordt. In totaal zijn drie bewoners uit hun huis gezet.
Het blijkt dat vooral Nederlandse vrouwelijke bewoners zich onveilig voelen. Waar ze eerst enthousiast meededen in de gemeenschap van Stek Oost, waar het idee is dat statushouders en Nederlandse jongeren met elkaar mengen en een band opbouwen, hebben ze zich na vervelende ervaringen teruggetrokken.
Veel ongemak ontstaat bijvoorbeeld bij het zogeheten buddysysteem: Nederlandse studenten worden gekoppeld aan een statushouder, zodat ze met elkaar kunnen optrekken. Het is meermaals gebeurd dat statushouders signalen van vrouwelijke bewoners verkeerd interpreteren. Zo vertelt een bewoonster, woonachtig op de eerste etage, over haar buurjongen die haar op een gegeven moment heeft geprobeerd te zoenen en geen ‘nee’ accepteerde. Twee van haar vriendinnen zijn ook allebei lastiggevallen door hun buurjongens: één van hen ontving aan de lopende band grote teddyberen, cadeautjes van Rituals en chocolaatjes, al had ze duidelijk gemaakt niet geïnteresseerd te zijn.
Bierflesjes kapot
Dat is nog niets vergeleken bij de Syriër die geruime tijd op de begane grond woonde: het Openbaar Ministerie vervolgt hem voor vier zedenmisdrijven. Hij wordt verdacht van nog eens twee. Pas in maart dit jaar ving Stadgenoot het eerste signaal hierover op. Volgens medebewoners ging het om ‘een manipulatieve jongen’ die meisjes uitnodigde voor een date, en vervolgens achter gesloten deuren over hun grenzen ging. Het duurde anderhalf jaar tot de jongen zijn huis werd uitgezet. De burgemeester heeft hem in februari dit jaar een contactverbod opgelegd, waartegen de jongen zich verzette.
Nog tragischer is het verhaal van de man met psychische problemen die sinds het begin op de derde etage woonde. Hij bedreigde in het eerste jaar van Stek een medebewoner met een mes. Het leek een eenmalig incident, want tot de coronapandemie uitbrak ging het goed. Maar toen werd de man regelmatig ’s nachts dronken, en dan slenterde hij schreeuwend door de gang. Hij vocht met buren en gooide aan de lopende band bierflesjes kapot in de gang. Na wat voor bewoners voelde als een eeuwigheid, verplaatste Stadsgenoot hem eind vorig jaar naar een zogeheten afkoelwoning. Enkele maanden later werd zijn lichaam gevonden in het water bij het Centraal Station.
Meerdere bewoners menen dat pandbeheerder Stadsgenoot te afwachtend is na incidenten. Zo zegt een bewoonster, die net als veel anderen niet met haar naam in de krant wil uit angst voor problemen met de verhuurder of met buren, dat een andere overlastgever pas – in juli 2021 – uit het pand is verwijderd nadat hij een Stadgenootbeheerder had bedreigd en de voordeur kapot had geslagen. Ze geeft aan zo snel mogelijk te willen verhuizen zodra de woningmarkt dat toelaat.
Oorlogstrauma
“Het voelt alsof de verantwoordelijkheid voor de statushouders bij ons wordt neergelegd,” zegt de bewoonster. “Maar dat kan niet. We hebben er niet voor gestudeerd, we zijn geen professionals.” Daarbij speelt mee dat voor elke etage twee studenten als ‘community builder’ zijn aangesteld, die geacht worden de orde en sociale cohesie te handhaven in ruil voor huurkorting.
Stadgenoot wijst erop dat er niet altijd melding wordt gemaakt van incidenten, en dat die meldingen wel nodig zijn om actie te kunnen ondernemen. Dit jaar zijn er bij de woningcorporatie inderdaad maar negen meldingen van overlast of incidenten gedaan.
Niet iedereen ervaart het wonen in Stek Oost als een last. Veel statushouders zijn blij dat ze een woning hebben gekregen, na maanden wachten in een asielzoekerscentrum. Bovendien is een deel van de bewoners milder gestemd, lettend op de (oorlogs)trauma’s die ten grondslag liggen aan de overlast. Zo is bewoner Thomas Visser weleens uitgemaakt voor ‘de duivel’ door een statushouder die eerder een andere bewoner aanviel. “Maar ja, de vader van die jongen is onthoofd in Afghanistan.”
Visser benadrukt dat hij zelf met veel plezier sinds het begin in Stek heeft gewoond. “Er zitten nu eenmaal altijd rotte appels tussen.” En ook dát beamen meerdere Nederlandse bewoners, net zoals dat ze nog altijd in het concept geloven. Zo zegt student Joeri van der Wolff, die vrijdag na driënhalf jaar Stek Oost verhuisde en zelf ook ‘community builder’ is geweest: “Ik heb hier heel fijn gewoond, ondanks de heisa op mijn gang. Maar ik vind het jammer dat er heel veel mensen zijn met minder goede ervaringen.”
Geef een reactie