Oud Roosenburgh. Foto: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam Alle rechten voorbehouden
Beroemd geworden door de World Show van Het Amerikaanse circus Barnum & Bailley’s die hier van Woensdag 11 tot Woensdag 18 September 1901 werd opgevoerd. Grootste tentoonstelling der Aarde. Amerikaansche REUZEN -UITSPANNINGS- ETABLISSEMENT, 50 jaar lang reeds Amerika’s trots. Maakt nu een reis door Europa. In 67 daarvoor speciaal ingerichte spoorwagons, die tezamen 4 treinen van 17 wagons ieder maken. Het geheel wordt in 12 reuze tenten onder dak gebracht. De grootste hiervan biedt gemakkelijk aan 12.000 personen een zitplaats. Dagelijks 2 grote voorstellingen: ’s Middags om 2 uur en ’s avonds om 7 uur. Voor de aanvang van de voorstelling wordt het publiek in de gelegenheid gesteld de menschelijke abnormaliteiten, de drie olifanten-kudde en de dubbele menagerie te bezichtigen. Daartoe zullen de deuren 1/2 uur van tevoren geopend worden.
Voor dit spektakel een 10 meter brede weg aangelegd, over de weilanden van boer Rijk Nagel, vanaf de achterzijde van “Oud -Roosenburgh” naar de Weespertrekvaart. Zodat de aanvoer van het publiek met plezierboten, vanuit de stad, over Amstel en Weespertrekvaart kon plaatsvinden. Er moesten ook nog 2 sloten overbrugd worden en dat alles voor 8 dagen.
Na afloop moest alles weer in de oude staat worden terug gebracht, aldus de verleende vergunning. Ook de door de brede circuswagens vernielde inrijpoort aan de Middenweg moest worden hersteld.
Vele jaren werd er nog touw getrokken om de schade en de kosten van de tijdelijke voorzieningen te incasseren.
Op 27 Juni 1909 steeg het eerste vliegtuigje op van de aviateur Gaudart, een “Voisin” met een 50 pk motor. Na even los van de grond te zijn geweest landen hij op een naast gelegen weiland
Veel belangstelling hadden ook de vliegshow van Jan Olislagers en de franse vliegenier Chanteloup. De parachutesprong van de “Luchtduivel” Fehrenbach en de aankomst van het Duitse bestuurbare luchtschip de “Parseval V” in 1911
Hier werd ook de eerste Nederlandse vliegmachine (Biplane) gebouwd in 1909, door gebr. Hamers en hr Roos, deze kwam bij een proefvlucht niet van de grond. Anthonie Fokker lukte het wel met zijn “Spin ll” een jaar later.
De voetbalvereniging Rap vierde hier haar triomfen als vaste bespeler. Een belangrijke voetbalmatch om het kampioenschap van Nederland was op 17 Mei 1908 tussen Quick en U.D. gewonnen door Quick met 4 -1.
Ook werden hier de interland voetbalwedstrijden gespeeld. O.a. Nederland – Engeland, in 1911 tijdens de wedstrijd stortte een deel van de hoofdtribune in er waren vele gewonden. Er gingen toen stemmen op een nieuw stadion te bouwen bij de schinkel, in gebruik genomen in 1914. Op bijna dezelfde plaats, iets westelijker, kwam in 1928 het Olympisch Stadion. (Zie de reactie hieronder over de interland en het voetbalveld).
In 1914 werd het historisch buiten aan de gemeente Amsterdam verkocht voor de uitbreiding van de Nieuwe Ooster Begraafplaats. Bij een veiling in 1914 werd alles geveild, ook de “Colonnade” ook “Trianon” genoemd, het pronkstuk van Oud-Roosenburgh. Aan ene hr. Cantor, een rijke verzamelaar in Baarn, ter verfraaiing van zijn landgoed. Zijn prachtige tuin is nu Cantors stadspark in Baarn waar de “Colonnade” uit de Watergraafsmeer een dominante plaats inneemt.
Jan van Deudekom †
Voor meer informatie over de geschiedenis van Oud Roosenburgh ga naar
► Oud-Roosenburgh (geschiedenis)
► Vliegvertoningen op Roosenburgh
► Een luchtschip in de Watergraafsmeer
► Circus Barnum en Bailey in de Watergraafsmeer
herman betlehem zegt
als correctie en aanvulling op laatste zinnen: “Midden in het Cantonspark, Baarn, vind je de COLONNADE, vervaardigd in 1750 voor de in 1742 gestichtte buitenplaats Oud-Rozenburg in de Diemermeer, gemeente Amsterdam. De colonnade werd in verband met de aanleg van de Oosterbegraafplaats opgekocht door August Janssen en in 1915 geplaatst in het Cantonspark. De follie was daar oorspronkelijk bedoeld als -open- thee-prieel met vrij uitzicht. De hardstenen colonnade is opgetrokken op een achthoekige plattegrond en bestaat uit acht Ionische zuilen waartussen balustrades met balusters zijn geplaatst. De twee groepen van vier zuilen dragen elk een geknikt hoofdgestel. Hierop staan replica’s uit 1994 van achttiende eeuwse vazen. In het bakstenen fundament is een ronde hardstenen plaat aangebracht met de tekst `verplaatst van Oud-Rozenburg in de Diemermeer naar Cantonspark Baarn 1915′. Op twee andere medaillons staat het jaartal ‘1750’.
Het Cantonspark maakte oorspronkelijk deel uit van het uitgebreide bezit van de Amsterdammer August Janssen, directeur van de Indische Cultuurondernemingen en eigenaar van de villa’s Canton, Peking en Java. In 1905 werd het park als overtuin aangelegd door J. Goossen. In de bijna 3,5 ha. grote tuin kwamen kassen, een grote overdekte wintertuin, tennisbanen en een tennishuisje, alsmede exotische planten, bomen, diverse tuinbeelden en dus een colonnade. Bron: https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/complexen/511681
https://lh3.googleusercontent.com/p/AF1QipN7LxL-mnlKShQVFunNMbIf6sRPrk5d7Cgf3ik-=s680-w680-h510 voor foto en https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/d/d4/Colonnade.Cantonspark.Baarn.jpg
Jo Haen zegt
Het was 1911. Tijdens de interland Nederland-Engeland in Watergraafsmeer was het krankzinnig druk. Daarna snapte iedereen dat Amsterdam een stadion nodig had, ook Amsterdam zelf.
Het Nederlands elftal in 1914 – Foto: Beeldbank Amsterdam – Alle rechten voorbehouden
‘Alles reed en roste maar raak’
Op 17 april 1911, een zonnige Tweede Paasdag, speelde het Nederlands elftal een wedstrijd tegen Engeland. Ons land kende nog geen stenen stadion en daarom werd er gespeeld op landgoed Roosenburgh in de Watergraafsmeer met tijdelijke tribunes langs de lijn. Door krankzinnige drukte liep de stad die dag helemaal vast. ‘Rijtuigen, taxi’s en andere automobielen, trams, kortom, alles wat rijden kon, reed en roste maar raak,’ meldde De Arnhemsche Courant, ‘te midden van een ontzettende menschenmassa, waartusschen weer luid schreeuwende venters met couranten, chocolade enz. zich her- en derwaarts bewogen.’ Zo’n 20.000 mensen propten zich naar het oosten van de stad voor een wedstrijd op een plek, die hier helemaal niet op was berekend.
Het veld op het terrein van Oud Roosenburgh in 1911 – Foto: Beeldbank Amsterdam – Alle rechten voorbehouden
Rond het veld was geen afscheiding. Uit pure beleefdheid liep de massa nog net niet tussen de spelers door, maar die konden geen aanloop meer nemen voor een hoekschop. Er waren slechts enkele veldwachters, die deze massa absoluut niet aankonden. De situatie werd onbeheersbaar toen een tribunedeel voor 500 mensen in elkaar stortte, omdat de opzichter vooraf niet had gecontroleerd of het allemaal wel veilig was. Een andere tribune werd net op tijd gestut.
Gooien met aardkluiten en graszoden
Bij gebrek aan zitplaatsen kregen deze tribuneklanten toestemming om nog dichter bij het veld plaats te nemen, maar daar waren de andere toeschouwers het niet mee eens. ‘Er werd met sinaasappelschillen, aardkluiten en graszoden gegooid naar deze rijen liefhebbers’, aldus Het Nieuws van den Dag. Er braken onderlinge gevechten uit, waarbij het een wonder was dat er geen doden vielen.
De sportwereld was razend en eiste dat er snel een stadion moest komen, met veilige tribunes en goede aanvoerwegen. Het Nederlands elftal was simpelweg te populair geworden om weg te stoppen op een landgoed in Watergraafsmeer. Zo schreef ook tijdschrift De Revue der Sporten: ‘Kort en bondig, dingen zooals dezen Maandag zijn voorgevallen, ‘t moet voor ‘t eerst en ‘t laatst zijn. Er moet gehandeld worden, de knuisten moeten uit de mouw.’
Bron: Gemeente Amsterdam i.s.m. Stadsarchief.
Tekst: Jurryt van de Vooren