31 december 1899
Auteur: Tom Panken – Verteller: Joke van Schaik is de kleindochter van de eigenaar van Buitenplaats Schollenbrug, een plek die zij alleen uit verhalen en oude foto’s kent.
Joke van Schaik schreef in een brief: “U zult waarschijnlijk wel gehoord hebben van het pontje bij de Tolstraat dat naar de Weesperzijde voer. Als kind moest je dan 5 cent betalen. Er stond een haringkar op de hoek van de Tolstraat en de Amsteldijk, waar ik haring heb leren eten. Zelf heb ik een foto van restaurant/speeltuin Schollenbrug aan het stadsarchief geschonken. Wellicht is deze nu ergens opgeborgen. Wat ik jammer vind is dat er nooit iets wordt verteld of tentoongesteld over deze oude speeltuin. Deze moest toen weg omdat de Berlagebrug gebouwd moest worden: de speeltuin stond in de weg. Later is de brug dan toch wat verderop gebouwd, doch Schollenbrug werd gesloopt. Veel hoor je over Het Kalfje, maar over Schollenbrug bestaat ook nog een liedje:
Kom Karlieneke, kom Karlieneke,
Kom en we gaan naar Tolhuis toe en dan naar Schollenbrug
Kom Karlieneke, kom Karlieneke,
Kom daar heb je reuze pret en veel jolijt en aardigheid
Ik heb mijn dochter Karlieneke genoemd vandaar. Bij Schollenbrug waren dieren, een oranjerie, een kettingbrug en een mooie diepe tuin die doorliep tot waar nu het Amstelstation is. Schollenbrug stond op de plek waar nu de brandweer is. Er voeren ook bootjes naar Schollenbrug. Wellicht kunt u hier aandacht aan schenken of mij op weg helpen dat te doen. Ik voel het als mijn plicht voor de historie van Amsterdam en de Watergraafsmeer dit te doen, zodat het meer in de openbaarheid komt en er niet alleen aandacht geschonken wordt aan Het Kalfje, want er was op Schollenbrug veel meer te doen dan alleen een terras.”
Joost van der Kroft zegt
Uit aantekeningen van mijn vader (1923) begrijp ik dat een heer Van Os eigenaar was van speeltuin Schollenburg en cafe aan de amstel. Door de tuin liep een trammetje (zoals nu in het Amstelpark).
Maedy Kliffen-Gill zegt
Liedje waarin Schollenbrug voorkomt
Mijn opa ( 1873) zong voor ons ook het liedje van een hondje met een mank pootje vertrok uit schollenbrug met een havenbootje.
Nog een couplet is
Een kip had ruzie al met een gedroogde schar
Ze begonnen te kijven, de boel liep in de war
twee haasjes schoten toe
en riepen kippetje boe
Een schar die kan niet vechten
verdedig je tegen ons, wij zijn z’n knechten.
Een grote paardenvlieg zat in een portiek te gapen
en toen ik hem wakker riep begon hij te gapen.
en een grote rode kool, die speelde op een viool
en een hondje met een mank pootje
vertrok een schollenbrug met een haven bootje.
Maedy Kliffen-Gill