Bron: Het Parool – maart 2023
Was briljant geleerde Christiaan Huygens bijziend en had hij een bril nodig?
Hoewel Nederlands meest eminente wetenschapper Christiaan Huygens lenzen van hoge kwaliteit sleep, misten zijn telescopen scherpte. De reden kan liggen in het feit dat Huygens eigenlijk een bril nodig had, zegt de Leidse sterrenkundige Alex Pietrow.
De beste lenzen ter wereld
Huygens (1629-1695) was één van de leidende geleerden en uitvinders in de zeventiende eeuw en wordt vaak in één adem genoemd met de Britse Isaac Newton. De zoon van diplomaat en schrijver Constantijn Huygens vond onder meer het slingeruurwerk uit en ontdekte dat Saturnus zowel een grote ring en de maan Titan bezit. Hij bouwde telescopen en staat verder onder meer bekend om zijn revolutionaire golftheorie van het licht.
De lenzen voor zijn instrumenten sleep wis-, natuur- en sterrenkundige Huygens zelf. Voor die tijd zijn ze van uitstekende kwaliteit. Huygens riep zelf dat hij de beste lenzen ter wereld maakte. Paradoxaal genoeg misten zijn telescopen de scherpte die destijds wel degelijk haalbaar was.
In een deze week gepubliceerd artikel voor de Royal Society Journal of The History of Science komt de Leidse sterrenkundige Alex Pietrow met een verklaring hiervoor: Huygens had myopie, in gewoon Nederlands: hij was bijziend.
Waziger
Huygens bijziendheid werkte door in zijn telescoopontwerpen. Daarin corrigeerde hij zijn eigen oogafwijking. Scherpstellen door aan de lenzen te draaien zoals tegenwoordig, kon destijds niet.
Concreet betekent dit dat zijn telescopen een factor 3,5 meer vergrootten dan vereist. Dit komt dus niet doordat de lenzen zelf niet kwalitatief hoogwaardig waren, maar door het combineren ervan. Het zorgde ervoor dat objecten aan de hemel voor gebruikers met normaal zicht waziger en groter waren.
De bijziendheid van Huygens was overigens mild. Een bril van -1,5 was waarschijnlijk al voldoende geweest om weer scherp te zien. In het dagelijkse leven had hij er dan ook weinig last van.
‘Plausibee theorie’
Volgens Charlotte Icke – ze schreef een biografie over de levens van Christiaan en zijn vader Constantijn – maakt dit Pietrows theorie plausibel. Aanvankelijk was ze enigszins sceptisch. “In de zeventiende eeuw waren er al brillen beschikbaar en Huygens was zo gefortuneerd dat hij er zich eenvoudig één had kunnen laten aanmeten,” stelt ze. “Huygens vader Constantijn was bovendien op de hoogte van de modernste snufjes van zijn tijd. Christiaan had indien nodig ongetwijfeld een bril gehad.”
De zeventiende eeuw kende echter geen auto’s, televisies of bioscopen. “Huygens zal daarom niet beseft hebben dat hij een bril nodig had.” Dat zou hoogstens in zijn latere Parijse jaren nog anders kunnen zijn, doceert Icke. “Huygens was dol op hard rijden in koetsen, hij en zijn broer Constantijn jr raceten daar in Parijs graag mee. Een goed zicht is dan uiteraard zeer welkom.”
Misschien dat Huygens toen de noodzaak van een bril ontdekte. Nog een leuk weetje, besluit Icke. “Aan Huygens voorliefde voor koetsracen danken we ook onze moderne vering en ophanging in auto’s. Een hardrijdende koets voelt immers zeer oncomfortabel, zeker op de wegen van toen. Daar bedacht Huygens toen vering voor.”
Jules de Lange zegt
Leuke kopregel… Christiaan Huygens – was hij bijziend?
De muur met een informatiebord met de afbeelding van Christiaan Huygens, is dit wel te lezen van die afstand?
Het zou wellicht een extra attractie zijn om daar zo’n “strandverrekijker” vast op te richten.