1808
Door: Jan Dijk (1947) – Geboren en getogen in de Watergraafsmeer. Woont er nu nog steeds.
Lodewijk
Op 20 april 1808 werd Koning Lodewijk Napoleon welkom geheten vlak voor het Rechthuis. De stoet had nog even halt gehouden bij het buitenhuis van de Heer Bruin op de hoek van Middenweg en Kruislaan. Voor het Rechthuis kreeg hij de sleutels van de Stad Amsterdam uit handen van het stadsbestuur overhandigd. Altijd twee, en vervaardigd door juwelier Bonebakker. Reinier Vinkeles heeft van het gebeuren in 1809 een fraaie tekening gemaakt die in het Rijksmuseum soms te zien is. Je ziet de sleutels.
Lodewijk was toen bijna twee jaar Koning van Holland, had zich geliefd gemaakt, en ging zijn Koninklijk Paleis betrekken op de Dam; daartoe was het Amsterdamse stadhuis op zijn dringende verzoek (helaas) net verbouwd. Hij zou er gaan wonen met zijn gade Hortense de Beauharnais en hun tweede zoon; de eerste was reeds overleden; hun derde, de latere keizer Napoleon III, werd juist die dag geboren; geen dochters. Maar Hortense vond dat paleis maar niks: veel te donker. Ze was er niet vaak.
Lodewijk heeft keihard voor zijn koninkrijk gewerkt
In het boekje De Verheugde Hoofdstad, op internet te raadplegen, valt te lezen dat de ontvangst plaatsvond aan het tolhek. Daar voorbij, schrijft men, begon het grondgebied van Amsterdam. Voort ging de feestelijke tocht naar de Dam. Zonder echtgenote natuurlijk, want die beviel. Wat een loftuitingen voor de jonge koning! Het wordt allemaal uitvoerig beschreven.
Lodewijk heeft keihard voor zijn koninkrijk gewerkt, al had hij er absoluut geen zin in gehad en al was hij vaak ook nog verplicht om met zijn oudere broer, de Franse keizer Napoleon, mee op veldtocht te gaan. Lodewijk was te goed. Daarom wilde zijn broer het land desnoods zelf overnemen. Geld moest er komen! Lodewijk had met tweede man Cornelis Kraijenhoff een opzetje gemaakt om Amsterdam in staat van verdediging te brengen (lees zijn prima biografie van Wilfried Uitterhoeve). Het wachten was op een seintje uit Parijs. Het ging niet door. Gelukkig maar. Het zou een puinhoop geworden zijn. Misschien was de Watergraafsmeer opnieuw geïnundeerd! Lodewijk I moest aftreden ten gunste van zijn oudste zoontje Lodewijk II, die naderhand maar kort zou leven. Dat gebeurde in Haarlem.
Maar Hortense, ex-stiefdochter van de keizer, wilde toch geen regentes voor hem zijn. Dus moest de keizer zelf aan de bak.
Na zijn dood in 1846 vermaakte Lodewijk al wat hij had aan Nederland. Na diens abdicatie heeft Kraijenhoff zich een aantal jaren helemaal teruggetrokken, met Broerlief wilde hij niets te maken hebben. Trouwens, hij stond op een arrestatielijst.
Napoleon
3 jaar later, 9 oktober 1811, kwam Broer, inmiddels ook onze Keizer Napoleon Bonaparte, de Derde Stad van zijn Rijk met een bezoek vereren, samen met zijn tweede echtgenote, dochter van Keizer van Oostenrijk. Hij was 42 jaar oud en bleef 2 weken. Meestal regende het die dagen. De stad was bij de intocht op en top versierd. Hij reed eerst door de Watergraafsmeer, voorbij de feestelijk spuitende fontein van Frankendael met het knaapje en de twee andere stroomgoden. Alle eigenaars van buitenhuizen die in Amsterdam woonden waren verplicht, aanwezig te zijn in De Meer. De Keizer op zijn Arabische schimmel was op het toppunt van zijn macht. Hij had net een half jaar eindelijk een wettige zoon, de diepste wens van een autocratisch vorst. Vrouwen waren voorlopig even veilig voor hem. Hij zou eeuwig keizer blijven. Maar reeds was hij zijn Russische avontuur aan het voorbereiden. De tsaar had hem afgewezen als echtgenoot voor zijn dochter Anna omdat hij hem niet adellijk genoeg vond… dat ging Napoleon hem betaald zetten. Later trouwde ze met onze eigen koning Willem II.
Sommigen van zijn Franse ondergeschikten hadden de dienst vanwege zijn wilde plannen reeds verlaten, ze vonden het onzalig.
Voor het Rechthuis met de Franse tricolore begroetten Watergraafsmeerse notabelen – meest ook Amsterdamse ingezetenen – Napoleon en zijn vrouw en namen ze hun hoed voor hen af.
Bij de gemeentegrens stond een triomfboog opgesteld
De Oetewalerbrug vormde officieel de grens met de gemeente Nieuwer-Amstel, een groenstrook van die gemeente met vrijwel geen bebouwing. Bij de gemeentegrens stond een triomfboog opgesteld. Willem de Clerq heeft beschreven hoe hij daar de sleutels – dat waren andere dan zijn broer gekregen had; stel je voor… – van de Amsterdamse bestuurderen kreeg uitgereikt. Volgens alle beschrijvingen moet het juist die dag mooi weer geweest zijn. Er had in die buurt altijd een tolhek gestaan, daarom een logische plek. Van het tolhuis bestaat een bekende tekening. Zijn broer had bijna op dezelfde plaats, zij het binnen een andere gemeente, zíjn sleutels gekregen.
Die tweede uitreiking is door Matthieu Van Bree geschilderd in het op één na grootste schilderij van ons land. (De Slag bij Waterloo van Jan Willem Pieneman is het grootste; het hangt in het Rijksmuseum.) Van Bree had het al in 1813 klaar. Maar gehangen heeft het nauwelijks. Een paar jaar geleden werd het, na 100 jaar opgerold te hebben gelegen op een zolder, dankzij crowdfunding gerestaureerd en van een dure lijst voorzien. Het heeft daardoor aanzienlijk aan kwaliteit gewonnen. Het hangt nu in de schuttersgalerij van het Amsterdam Museum. Je ziet de nederige Amsterdamse notabelen en de opgeblazen Fransozen. De meegekomen haveloze krijgsgevangenen zijn er niet op te zien. Het Rechthuis staat op de achtergrond, een eindje weg. De tricolore wappert boven het koepeltje. Een tijdsbeeld. Denk de huidige spoorlijn even weg. Het gebeurt in het schilderij op de toenmalige Oetewalerweg bij de limietpalen van de Gemeente Amsterdam. Die stonden ongeveer bij de huidige Vrolikstraat; en die ligt op zijn beurt in het verlengde van de Grensstraat. Kinderen doen hun best de paal te beklimmen. Een van de twee palen staat in het Oosterpark. Helaas is de besloten vaste-plantentuin eromheen recent opgeheven. Het was niet meer van deze tijd.
Overigens, op bijna alle buitenschilderijen uit die tijd schijnt de zon. Zal qua weer niet altijd kloppen.
Men reed door de nieuwe Muiderpoort
Er is ook een tekening van de overhandiging direct voor een triomfboog waar hij dus nog doorheen moet, opnieuw van Vinkeles. Want in de verte zie je molens op Amsterdamse bastions. De Oetewalerbrug zie ik er niet op. Maar de triomfboog met grote N heeft niet ver van de toenmalige brug gestaan, valt te lezen. Een beetje waar nu de HEMA nog altijd is. Kruizinga had toch gelijk! De plaats van handeling is open terrein, geen boomrijk gebied zoals op het grote schilderij, het Muiderbos(je). De tekening zal naar de werkelijkheid zijn gemaakt; het schilderij geeft die in dat geval niet weer. Stukje propaganda?
Hij werd als een vorst binnengehaald. Men reed door de nieuwe Muiderpoort. Die was die twee weken voor de eerste keer gedurende langere tijd dag en nacht open.
Nog een aardig weetje. Wanneer je op het dak van de Muiderpoort over de Plantage Middenlaan uitkijkt, dan valt je blik op een van Zijne Keizerlijke Paleizen. Een ideale Champs-Elysées zou dat hebben kunnen worden! Wellicht heeft de keizer dat wel beseft.
In 1812 werd Watergraafsmeer samengevoegd met Diemen (gemeentelijke herindeling als bezuiniging op last van de Keizer?). J.P. van Medenbach Wakker, die in beide plaatsen met een straatnaam is vereerd, werd onze gezamenlijke burgemeester. Aan die situatie is in 1817 weer een eind gemaakt. Wakker was het daarna nog tientallen jaren van beide gemeenten. Een soort personele unie dus.
Napoleon zou korter onze keizer zijn dan zijn broer onze koning geweest was. Tenslotte werd hij verbannen naar St. Helena. Voor Bonapartes was nu geen plaats meer in Europa. Wij kregen een andere koning. Willem I. Dat zoontje (‘Koning van Rome’) werd maar heel even Napoleon II en stierf op 21-jarige leeftijd in Wenen aan tuberculose.
Jan Dijk
Viktor Luttikholt zegt
Wat een leuk verhaal Jan. Ik duik momenteel in de geschiedenis van de stad en vind gelukkig van alles.
Groet van Viktor
P.s. de Hema is nu Jumbo …