31 december 1943 – 31 december 2014
Door: Jo Haen (1939) Geboren in Purmerend. Woont sinds 1963 in de Watergraafsmeer. Samen met Ron de Wit beheert zij deze website. Ze schrijft verhalen, interviewt mensen in de WGM en organiseert verhalenwandelingen.
Een votiefkerk
Een belofte van katholiek Amsterdam omdat de stad in de 2e Wereldoorlog voor vernietiging en hongersnood gespaard bleef.
De aanleiding voor de bouw van de Christus Koningkerk vormde de in 1944 gedane belofte van katholiek Amsterdam, dat wanneer de stad voor vernietiging en hongersnood gespaard zou blijven, een kerk ter ere van Christus Koning gebouwd zou worden. Op 4 juni 1945 werd deze belofte ingelost tijdens een Sacramentsprocessie in de Begijnhofkerk en op 4 mei 1951 hernieuwd.
Inmiddels was op 15 april 1951 de Christus Koningparochie opgericht, die vanaf juli in een door Tholens verbouwde noodkerk in de Bessemerstraat onderdak vond. Om de bouw van de kerk mogelijk te maken werden vanaf 1945 gelden ingezameld. In mei 1958 kon van de opbrengst ruim de helft van de bouwsom voldaan worden.
Enkele relevante data betreffende de bouwgeschiedenis: de eerste paal van de kerk ging op 5 mei 1957 de grond in en op 27 oktober daaropvolgend werd de eerste steen gelegd. Deken Van de Burg zegende de kerk in op 1 februari 1959, waarna bisschop Huibers op 5 mei de plechtige wijding verrichtte, precies twee jaar na de aanvang van de werkzaamheden.Tholens kreeg de opdracht voor de bouw van de kerk, maar wilde volgens de overlevering graag dat een jonge architect de kans geboden werd een dergelijk belangrijk werk uit te voeren. Een kandidaat had hij ook al op het oog, ir. H.J. van Balen, die kort na de oorlog aan de Technische Hogeschool in Delft was afgestudeerd. Het lijkt er inderdaad op dat Tholens zich vervolgens grotendeels van dit project heeft teruggetrokken Al het tekenwerk is uitgevoerd op het bureau van Van Balen in Arnhem. Tholens’ betrokkenheid beperkte ‘zich tot de rol van toezichthouder op het bouwproject.
Bijzonder is de architectonische uitwerking van het gebouw
De Votiefkerk vormt het belangrijkste architectonische- en stedenbouwkundig accent in het partiële uitbreidingsplan Kamerlingh Onneslaan e.o. in de Watergraafsmeer, dat in 1956 werd vastgesteld. De kerk ligt aan een pleinvormige verbreding van de James Wattstraat en is door de architecten stedenbouwkundig nog verder geaccentueerd door de pastorie op de hoek van de James Wattstraat en Bessemerstraat in westelijke richting te verschuiven zodat voor de kerk een ruim kerkplein is ontstaan. De bakenfunctie van de open klokkenstoel van de kerk wordt door de plaatsing op de overgang tussen de twee pleinen nog versterkt.Bijzonder is de architectonische uitwerking van het gebouw.
Binnen een rechthoekige plattegrond zijn de voorhof, kerkschip en flankerende sacramentskapel, priesterkoor, sacristie en bergplaatsen ingeschreven. De ondiepe open voorhof contrasteert sterk met het gesloten metselwerk van de eigenlijke kerk. Het exterieur bestaat uit twee gestapelde doosvormige volumes: een brede, lage basis waarboven zich de rechthoekige, door lichtspleten geopende doos van het kerkschip oprijst. De kanteelachtige gevelafsluitingen verlenen het gebouw een levendig silhouet.
De plaats van de sacramentskapel in het interieur is herkenbaar aan de lichtkoepel boven het sacramentsaltaar. Binnen oogt het kerkschip als een kale, witte doos, maar het golvende houten gewelf op schuin geplaatste stalen kolommen verleent het interieur iets luchtigs. De sacramentskapel, met sacramentsaltaar en doopvont, bevindt zich aan de rechterzijde van de kerk en heeft het karakter van een breed uitgevoerde zijbeuk. Vorm en lichtval van de lichtkoepel boven het sacramentsaltaar zijn bijzonder. De artistiek verzorgde inventaris, met fraaie gebrandschilderde ramen van Eugene Laudy, het sacramentsaltaar van J. van Rhijn, de in een verzonken vloerrotonde geplaatste doopvont van H. van Haaren en F. Zwollo en tabernakel en kruisbeeld van U. Witteman verleenden het interieur een rijke uitstraling.
Helaas werd de kerk in 1996 vanwege de ontkerkelijking gesloten en is de kerk geruime tijd met sloop bedreigd. Maar onlangs heeft de eigenaar, woningcorporatie Ymere, besloten appartementen in het gebouw te realiseren.
Bron: Nederlands Architectuurinstituut
—————————–
Lees: Theaterdroom moet nog even in de ijskast (Krantenbericht uit Het Parool van 5 januari 2018 over de nieuwe bestemming van het gebouw)
Mark Laudy zegt
Wat is op dit moment de stand van zaken m.b.t. de Christus Koning kerk?
Reacties zegt
Christa Stol
Ik heb daar balletles gehad.
En later naar de Disco.( vrijdagavond?)
Heel veel familiefeestjes gehad in de kelder, zie en ruik nog de brede stenen trap met stalen leuning als ik er aan terugdenk
Grote zaal voor de volwassenen met bar en tap en de kleine zaal voor alle kinderen en pubers. Geweldig vonden we dat! Met die pilaren waar we ons dan als klein kind achter verstopte en de ouderen neven en nichten lieten schrikken.
Mooie herinneringen
Annemiek van Berkel
mijn ouders zijn nog in de noodkerk getrouwd, ik ben op 4 maart 1959 geboren en was een van de eerste dopelingen. Communie gedaan, de speeltuin ja, vaak gespeeld en onder de kerk balletles
Mia Sukel
Onder de kerk heb ik accordeon gespeeld bij Vereniging Don Bosco met dhr de Boer als dirigent
Gerhard Barnier
Heel wat uren doorgebracht, oa in jongenskoor van Louis Mol. Nog mooie herinneringen aan de keer dat ik in het kerkorgel mocht kijken terwijl hij speelde. Dat geluid vergeet je nooit….
1e communie natuurlijk ook, weet geen jaartal meer.
Hernieuwing van de doop beloften, in de vijfde klas. Helemaal verliefd op een meisje van de Maria Immaculata school. Ik noem maar geen naam
Kees Zijp zegt
Ik had begrepen dat als Amsterdam in de oorlog niet gebombardeerd zou worden er een nieuwe kerk gebouwd zou worden. Daarvoor is er na de oorlog door vele katholieken in Amsterdam geld ingezameld.
Jo Haen zegt
Dat klopt Kees. Het is een z.g. Votiefkerk, dat heet zo.
Jo Haen
Jo Haen zegt
Mevr. Ir. Tonny Zwollo zond ons het volgende bericht (een gedeelte daaruit dat gaat over de Kruiswegstaties in de Christus Koningkerk).
Bron: Bron: Nederlands religieus erfgoed op Facebook | Tussen foto’s en fragmenten | Deel 2
De Kruisweg van edelsmid Marinus Zwollo (1958)
Begin februari 2021 plaatste Rob Kreukniet de volgende oproep, die afkomstig bleek te zijn van ir. Tonny Zwollo, dochter van de edelsmid. Kreukniet startte heel optimistisch met de aanhef:
Ik schrijf u deze mail, omdat ik informatie nodig heb over de 14 in koper gedreven kruiswegstaties van de Christus Koningkerk te Amsterdam [afb. 7-10].
Mijn vader Marinus Zwollo [1903-1983] heeft deze 14 staties omstreeks 1958 gemaakt en ik herinner mij dat ik mijn vader hielp bij het bevestigen van deze kruiswegstaties.
Mijn vader maakte ook de koperen deksel van de doopvont met een grote duif versierd en een ijzeren hek rondom deze doopvont. Waar zijn nu de kerkschatten van deze parochie gebleven?
Kunt u mij vooral informatie geven waar deze 14 kruiswegstaties zijn gebleven? Het zijn vierkante afbeeldingen van ongeveer 30 bij 30 cm in koper gedreven voorstellingen. Het zou erg jammer zijn als deze staties niet op hun waarde geschat worden. Mijn vader was vrijwel de laatste edelsmid in Nederland die het drijven (ciseleren) meester was.
NB Wij hebben geïnformeerd bij de Martelaren van Gorcumkerk, Linnaeushof Amsterdam, waar men ons wist te melden dat de doopvont zich nu in die kerk bevindt maar over de kruiswegstaties was hun niets bekend. Daarom richt ik mij tot nu. Zoudt u misschien weten waar die kruiswegstaties zijn gebleven?
En toen … toen bleef het stil. Oorverdovend stil, zoals Kreukniet constateerde! Behalve de suggestie van een van de leden om te kijken bij de inventarisatie van het Catharijneconvent – de hiervoor genoemde Kerkcollectie Digitaal – bleven reacties uit. We stonden simpelweg met de mond vol tanden, omdat er geen kennerschap bestaat met betrekking tot dit type edelsmeedkunst van na de oorlog. De meeste mensen die bezig zijn met kerkelijk erfgoed komen via de aanvliegroute van de architectuurgeschiedenis en hebben zich naar gelang de interesse gaandeweg gespecialiseerd in monumentale schilderkunst, glas in lood, bouwsculptuur en beelden. Zelfs met betrekking tot kerkelijke textilia is op dit moment veel meer expertise voorhanden, dan over edelmetaal. Die geringe kennis wordt nolens volens gedemonstreerd door Kerkcollectie Digitaal, waar van het enorme oeuvre van Zwollo slechts 18 objecten aanwezig zijn. Gelet op het type foto’s is het gros uit de tijd van voor de digitale fotografie! Vergeleken met wat zijn zoon, Martin Zwollo, heeft verzameld en ontsloten via Wikipedia, zijn het bepaald niet de toppers uit het oeuvre van zijn vader, hoewel die indruk zeker beïnvloed wordt door het deels onscherpe beeldmateriaal. Overigens staat de gezochte kruisweg eveneens vermeld, zij het zonder foto en … met als verblijfplaats de voormalige Christus Koningkerk te Amsterdam! Als iets de noodzaak van de registratie van de kunstobjecten uit buiten gebruik gestelde kerken onderstreept, dan dit voorbeeld wel.
Hoe het afliep? Dat ontdekte ik bij toeval toen ik tijdens de voorbereiding van dit artikel contact opnam met Martin Zwollo voor het gebruik van de foto’s in dit artikel. Mijn vraag of de kruisweg van zijn vader inmiddels gelokaliseerd was, werd verrassend genoeg positief beantwoord: ‘De secretaris van de Hofkerk (HH Martelaren van Gorcum) te Amsterdam [waar zich de hier voorgenoemde doopvont met deksel bevindt] berichtte ons dat er een lijst boven water is gekomen waarop vermeld is dat de Kruiswegstaties naar Zweden zijn gegaan: Sankt Josefs katolska kyrka in Köping, Västeräs’.
Is het spijtig dat dit gebeurd is? Ik denk van wel, ook vanwege de bijzondere techniek van ciseleren: vanaf de achterkant van het materiaal worden de figuren met verschillende ponsen en een ciseleerhamer letterlijk naar buiten geduwd of gedreven. Dat vraagt veel van je voorstellingsvermogen, omdat je je moet inbeelden hoe het resultaat er aan de voorkant uitziet zonder oogcontact. Afgaande op Kerkcollectie Digitaal zijn er maar twee kruiswegen in dezelfde techniek bekend: die van Jan Brom in de Antonius Abtkerk van Mook (1890-1900) en die van Jan van Oostveen circa 1964 in Oosterwolde. Dat alleen al geeft de zeldzaamheidswaarde van dit werk aan. En dan hebben we het over de artisticiteit en de kenmerkendheid nog niet gehad. Iconografisch is het werk een zeldzaamheid, want Zwollo volgt hierin niet de geijkte 14 staties, maar heeft op een eigenzinnige manier nieuwe variaties bedacht. En dit is een bijzonderheid gelet op de manier waarop de kerk ook na de oorlog nog met persoonlijke interpretaties van de kruisweg door kunstenaars omging. Het bleek overigens zo’n puzzel dat Martin Zwollo uiteindelijk de negatieven uit 1970 uit zijn archief heeft gehaald om de precieze volgorde vast te kunnen stellen.
De afwijkende invulling van de kruisweg door Marinus Zwollo
Eerste muur, startend bij de overgang van koor naar schip:
1. Jezus wordt door Pontius Pilatus ter dood veroordeeld (negatiefnummer 15).
2. Jezus heeft het kruis op zijn schouders genomen en wordt door een Romeinse soldaat voortgedreven (negatiefnummer 14).
3. Jezus valt voor de eerste keer (negatiefnummer 13).
4. Jezus ontmoet zijn moeder, Maria (negatiefnummer 12).
5. Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis dragen (negatiefnummer 11).
6. Veronica houdt de doek vast waarmee ze Jezus’ gezicht heeft afgedroogd. Meestal wordt het moment afgebeeld, waarin ze die handeling verricht (negatiefnummer 10, afb. 9).
7. Jezus valt voor de tweede keer (negatiefnummer 9).
Tweede muur, startend aan de overkant van statie 7 en eindigend bij het koor:
8. Jezus ontmoet de vrouwen, onder wie zijn moeder (negatiefnummer 16).
9. Jezus wordt door een (Joodse) man naar het kruis geleid, waarin hij kalm en waardig de situatie aanschouwt. Deze statie bestaat niet en komt in de plaats van de derde val (negatiefnummer 17). Jezus is hierin nog niet van kleren beroofd.
10. In de volgende scène heeft die vernedering al plaats gevonden: Jezus draagt hierin alleen nog een lendendoek. Dit tafereel vervangt de eigenlijke tiende statie van het ruw aftrekken van Jezus’ kleren. Een man (een Joodse notabele?) en een romeinse soldaat (de honderdman?) houden een inmiddels van angst bezwijmde Jezus haast zorgzaam vast, om hem vervolgens toch aan het kruis te (laten) slaan (negatiefnummer 18, afb. 10).
11. Jezus hangt aan het kruis en spreekt zijn moeder en Johannes toe. Het is mede gelet op de lichaamstaal van Maria en Johannes niet het schokkende moment van net na de dood (negatiefnummer 19).
12. Jezus is van het kruis gehaald en rust op de schoot van zijn moeder met een treurende Johannes (negatiefnummer 20).
13. Jezus wordt in zijn graf gelegd (negatiefnummer 2, tweede rolletje).
14. De verrijzenis van Jezus. Deze voorstelling hoort formeel niet bij de kruisweg en wordt vaak als vijftiende statie toegevoegd (negatiefnummer 1, tweede rolletje).
Nota bene — Uit de officiële samenstelling ontbreken dus nummer 9: De derde val van het kruis, en nummer 10: Jezus wordt van zijn kleren beroofd.
Ik schrijf u deze mail, omdat ik informatie nodig heb over de 14 in koper gedreven kruiswegstaties van de Christus Koningkerk te Amsterdam [afb. 7-10].
Mijn vader Marinus Zwollo [1903-1983] heeft deze 14 staties omstreeks 1958 gemaakt en ik herinner mij dat ik mijn vader hielp bij het bevestigen van deze kruiswegstaties.
Mijn vader maakte ook de koperen deksel van de doopvont met een grote duif versierd en een ijzeren hek rondom deze doopvont. Waar zijn nu de kerkschatten van deze parochie gebleven?
Kunt u mij vooral informatie geven waar deze 14 kruiswegstaties zijn gebleven? Het zijn vierkante afbeeldingen van ongeveer 30 bij 30 cm in koper gedreven voorstellingen. Het zou erg jammer zijn als deze staties niet op hun waarde geschat worden. Mijn vader was vrijwel de laatste edelsmid in Nederland die het drijven (ciseleren) meester was.
NB Wij hebben geïnformeerd bij de Martelaren van Gorcumkerk, Linnaeushof Amsterdam, waar men ons wist te melden dat de doopvont zich nu in die kerk bevindt maar over de kruiswegstaties was hun niets bekend. Daarom richt ik mij tot nu. Zoudt u misschien weten waar die kruiswegstaties zijn gebleven?
En toen … toen bleef het stil. Oorverdovend stil, zoals Kreukniet constateerde! Behalve de suggestie van een van de leden om te kijken bij de inventarisatie van het Catharijneconvent – de hiervoor genoemde Kerkcollectie Digitaal – bleven reacties uit. We stonden simpelweg met de mond vol tanden, omdat er geen kennerschap bestaat met betrekking tot dit type edelsmeedkunst van na de oorlog. De meeste mensen die bezig zijn met kerkelijk erfgoed komen via de aanvliegroute van de architectuurgeschiedenis en hebben zich naar gelang de interesse gaandeweg gespecialiseerd in monumentale schilderkunst, glas in lood, bouwsculptuur en beelden. Zelfs met betrekking tot kerkelijke textilia is op dit moment veel meer expertise voorhanden, dan over edelmetaal. Die geringe kennis wordt nolens volens gedemonstreerd door Kerkcollectie Digitaal, waar van het enorme oeuvre van Zwollo slechts 18 objecten aanwezig zijn. Gelet op het type foto’s is het gros uit de tijd van voor de digitale fotografie! Vergeleken met wat zijn zoon, Martin Zwollo, heeft verzameld en ontsloten via Wikipedia, zijn het bepaald niet de toppers uit het oeuvre van zijn vader, hoewel die indruk zeker beïnvloed wordt door het deels onscherpe beeldmateriaal. Overigens staat de gezochte kruisweg eveneens vermeld, zij het zonder foto en … met als verblijfplaats de voormalige Christus Koningkerk te Amsterdam! Als iets de noodzaak van de registratie van de kunstobjecten uit buiten gebruik gestelde kerken onderstreept, dan dit voorbeeld wel.
Hoe het afliep? Dat ontdekte ik bij toeval toen ik tijdens de voorbereiding van dit artikel contact opnam met Martin Zwollo voor het gebruik van de foto’s in dit artikel. Mijn vraag of de kruisweg van zijn vader inmiddels gelokaliseerd was, werd verrassend genoeg positief beantwoord: ‘De secretaris van de Hofkerk (HH Martelaren van Gorcum) te Amsterdam [waar zich de hier voorgenoemde doopvont met deksel bevindt] berichtte ons dat er een lijst boven water is gekomen waarop vermeld is dat de Kruiswegstaties naar Zweden zijn gegaan: Sankt Josefs katolska kyrka in Köping, Västeräs’.
Is het spijtig dat dit gebeurd is? Ik denk van wel, ook vanwege de bijzondere techniek van ciseleren: vanaf de achterkant van het materiaal worden de figuren met verschillende ponsen en een ciseleerhamer letterlijk naar buiten geduwd of gedreven. Dat vraagt veel van je voorstellingsvermogen, omdat je je moet inbeelden hoe het resultaat er aan de voorkant uitziet zonder oogcontact. Afgaande op Kerkcollectie Digitaal zijn er maar twee kruiswegen in dezelfde techniek bekend: die van Jan Brom in de Antonius Abtkerk van Mook (1890-1900) en die van Jan van Oostveen circa 1964 in Oosterwolde. Dat alleen al geeft de zeldzaamheidswaarde van dit werk aan. En dan hebben we het over de artisticiteit en de kenmerkendheid nog niet gehad. Iconografisch is het werk een zeldzaamheid, want Zwollo volgt hierin niet de geijkte 14 staties, maar heeft op een eigenzinnige manier nieuwe variaties bedacht. En dit is een bijzonderheid gelet op de manier waarop de kerk ook na de oorlog nog met persoonlijke interpretaties van de kruisweg door kunstenaars omging. Het bleek overigens zo’n puzzel dat Martin Zwollo uiteindelijk de negatieven uit 1970 uit zijn archief heeft gehaald om de precieze volgorde vast te kunnen stellen.
De afwijkende invulling van de kruisweg door Marinus Zwollo
Eerste muur, startend bij de overgang van koor naar schip:
1. Jezus wordt door Pontius Pilatus ter dood veroordeeld (negatiefnummer 15).
2. Jezus heeft het kruis op zijn schouders genomen en wordt door een Romeinse soldaat voortgedreven (negatiefnummer 14).
3. Jezus valt voor de eerste keer (negatiefnummer 13).
4. Jezus ontmoet zijn moeder, Maria (negatiefnummer 12).
5. Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis dragen (negatiefnummer 11).
6. Veronica houdt de doek vast waarmee ze Jezus’ gezicht heeft afgedroogd. Meestal wordt het moment afgebeeld, waarin ze die handeling verricht (negatiefnummer 10, afb. 9).
7. Jezus valt voor de tweede keer (negatiefnummer 9).
Tweede muur, startend aan de overkant van statie 7 en eindigend bij het koor:
8. Jezus ontmoet de vrouwen, onder wie zijn moeder (negatiefnummer 16).
9. Jezus wordt door een (Joodse) man naar het kruis geleid, waarin hij kalm en waardig de situatie aanschouwt. Deze statie bestaat niet en komt in de plaats van de derde val (negatiefnummer 17). Jezus is hierin nog niet van kleren beroofd.
10. In de volgende scène heeft die vernedering al plaats gevonden: Jezus draagt hierin alleen nog een lendendoek. Dit tafereel vervangt de eigenlijke tiende statie van het ruw aftrekken van Jezus’ kleren. Een man (een Joodse notabele?) en een romeinse soldaat (de honderdman?) houden een inmiddels van angst bezwijmde Jezus haast zorgzaam vast, om hem vervolgens toch aan het kruis te (laten) slaan (negatiefnummer 18, afb. 10).
11. Jezus hangt aan het kruis en spreekt zijn moeder en Johannes toe. Het is mede gelet op de lichaamstaal van Maria en Johannes niet het schokkende moment van net na de dood (negatiefnummer 19).
12. Jezus is van het kruis gehaald en rust op de schoot van zijn moeder met een treurende Johannes (negatiefnummer 20).
13. Jezus wordt in zijn graf gelegd (negatiefnummer 2, tweede rolletje).
14. De verrijzenis van Jezus. Deze voorstelling hoort formeel niet bij de kruisweg en wordt vaak als vijftiende statie toegevoegd (negatiefnummer 1, tweede rolletje).
Nota bene — Uit de officiële samenstelling ontbreken dus nummer 9: De derde val van het kruis, en nummer 10: Jezus wordt van zijn kleren beroofd.
De afwijkende invulling van de kruisweg door Marinus Zwollo
Eerste muur, startend bij de overgang van koor naar schip:Jezus wordt door Pontius Pilatus ter dood veroordeeld (negatiefnummer 15).
15. Jezus heeft het kruis op zijn schouders genomen en wordt door een Romeinse soldaat voortgedreven (negatiefnummer 14).
16. Jezus valt voor de eerste keer (negatiefnummer 13).
17. Jezus ontmoet zijn moeder, Maria (negatiefnummer 12).
18. Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis dragen (negatiefnummer 11).
19. Veronica houdt de doek vast waarmee ze Jezus’ gezicht heeft afgedroogd. Meestal wordt het moment afgebeeld, waarin ze die handeling verricht (negatiefnummer 10, afb. 9).
20. Jezus valt voor de tweede keer (negatiefnummer 9).
Tweede muur, startend aan de overkant van statie 7 en eindigend bij het koor:
21. Jezus ontmoet de vrouwen, onder wie zijn moeder (negatiefnummer 16).
22. Jezus wordt door een (Joodse) man naar het kruis geleid, waarin hij kalm en waardig de situatie aanschouwt. Deze statie bestaat niet en komt in de plaats van de derde val (negatiefnummer 17). Jezus is hierin nog niet van kleren beroofd.
23. In de volgende scène heeft die vernedering al plaats gevonden: Jezus draagt hierin alleen nog een lendendoek. Dit tafereel vervangt de eigenlijke tiende statie van het ruw aftrekken van Jezus’ kleren. Een man (een Joodse notabele?) en een romeinse soldaat (de honderdman?) houden een inmiddels van angst bezwijmde Jezus haast zorgzaam vast, om hem vervolgens toch aan het kruis te (laten) slaan (negatiefnummer 18, afb. 10).
24. Jezus hangt aan het kruis en spreekt zijn moeder en Johannes toe. Het is mede gelet op de lichaamstaal van Maria en Johannes niet het schokkende moment van net na de dood (negatiefnummer 19).
25. Jezus is van het kruis gehaald en rust op de schoot van zijn moeder met een treurende Johannes (negatiefnummer 20).
26. Jezus wordt in zijn graf gelegd (negatiefnummer 2, tweede rolletje).
27. De verrijzenis van Jezus. Deze voorstelling hoort formeel niet bij de kruisweg en wordt vaak als vijftiende statie toegevoegd (negatiefnummer 1, tweede rolletje).
Nota bene — Uit de officiële samenstelling ontbreken dus nummer 9: De derde val van het kruis, en nummer 10: Jezus wordt van zijn kleren beroofd.
Intussen onderzoekt Tonny Zwollo of de kruisweg inderdaad in Köping, een kleine twee uur rijden van Stockholm, terecht gekomen is.
Kenniswinst of kennisverlies?
We mogen van geluk spreken dat Martin Zwollo rond 1970 het werk van zijn vader in de Christus Koningkerk heeft gefotografeerd en dit analoge beeldmateriaal later heeft gedigitaliseerd. Want voor het overige is dit geen verhaal om blij van te worden. Het is exemplarisch voor hoe op dit moment deels uit onmacht, deels uit onverschilligheid en vrijwel zeker van de kant van de kerk ook uit een kwaad geweten omgegaan wordt met religieuze kunst uit opgeheven kerken. In de grote diaspora verdwijnen kunstwerken naar plaatsen elders in de wereld, zonder registratie. De trieste kenniswinst is dat we nooit zullen weten of er zaken van nationaal belang zijn verdwenen, zoals gebeurde met prachtige middeleeuwse kunst in de negentiende eeuw. Een zwarte bladzijde in een boek dat al maar verder uitdijt tot een hermetisch gesloten reeks. Een mens wordt er somber van.
Alice Hijstek zegt
Alice Hijstek Ik heb in de Bessemerstraat gewoond vanaf mijn geboorte in 1965 tot 1989. De foto van de Bessemerstraat in het artikel is niet van 1973. De Chevrolet die daar staat was van mijn vader die in 1968 overleden is. Volgens mij is die auto toen niet in ons bezit gebleven, mijn moeder had geen rijbewijs …..het beeld ken ik net als Ria Breuker ook niet. Onder in de kerk balletlessen, accordeonlessen en discofeestjes gehad en een fantastische jeugd in de Bessemerstraat! Krijg steeds meer heimwee naar die tijd
Tanja Helsloot zegt
Ik ben geboren in de Bessemerstraat no5. Tot mn 19e. Mn oma woonde op no11. We speelden veel buiten. Vriendinnetje Corrie Hijstek,Kittyvd Kelen,Nicole de Bree . Genoeg kinderen in de buurt. Balletles onder in de kerk bij Hans de Hoog. En zondags disco onder in de kerk. Ik denk heel vaak terug aan die tijd en moet ook altijd even door de buurt fietsen.
Fred zegt
dat kan kloppen, na het overlijden van de vader van Alice heeft mijn vader de auto een Chevrolet Bel-air overgenomen van “tante Lenie”, hij bleef dus in de Bessemerstraat , ik weet zelfs het kenteken nog, die staat voor eeuwigheid in mijn geheugen gegrift : 77-MR-13, mijn vader was JH van der laan van de Bessemerstraat nr 4
M. M. Laudy zegt
Is er iemand die foto’s heeft van de gebrandschilderde ramen van Eugene Laudy.
Wij als familie hebben geen kleurenfoto’s van de ramen die onze vader heeft vervaardigd.
Jo Haen zegt
Verkoop Christus Koningkerk brengt Don Bosco in problemen.
Bron: De Echo
Jo Haen zegt
Christus Koningkerk – Inzegening op 5 mei 1959
Deken Van de Burg zegende de kerk in op 1 februari 1959, waarna bisschop Huibers op 5 mei de plechtige wijding verrichtte, precies twee jaar na de aanvang van de werkzaamheden. Onderstaande foto’s zijn genomen bij de plechtige wijding op 5 mei 1959.
Christus Koningkerk. Foto: Jan van Deudekom Alle rechten voorbehouden
Bisschop Huibers .
Foto: Jan van Deudekom Alle rechten voorbehouden
Christus Koningskerk. Foto: Jan van Deudekom Alle rechten voorbehouden
Christus Koningskerk .
Foto: Jan van Deudekom Alle rechten voorbehouden
Christus Koningskerk. Foto: Jan van Deudekom Alle rechten voorbehouden
Christus Koningskerk .
Foto: Jan van Deudekom Alle rechten voorbehouden
Jo Haen zegt
Christus Koningkerk James Wattstraat 58
► R.K. Christus Koningkerk is/was een votiefkerk. In de oorlogswinter had Katholiek Amsterdam de belofte gedaan, indien de stad behouden zou worden, een kerk te stichten toegewijd aan Christus Koning. De architecten waren K.P. Tholens en ir. H.J. van Balen. Op 5 Mei 1956 geconsacreerd door de bisschop van Haarlem J.P. Huibers. (*15 Nov.1875-+ Deze Jantje Huibers legde als 5 jarige jongen de eerste steen voor het Centraal Station van Amsterdam op 23 Juli 1881. Tevens werd de 4344 paal geheid van de totaal 8617 palen Zijn vader was hoofduitvoerder fundering. Na een kortstondige bloei van de parochie liep het aantal parochianen dramatisch terug. In 1985 deel kerk afgeschermd voor verhuur aan derde om de kosten te drukken. In 1996 Parochie opgeheven en weer same gevoegd met de parochie van de Martelaren van Gorkum op het Linnaeushof
► Ribeau Theater/ Production, Christiaan Oranje.(2004)- AVC-Centrum Werelddans
Bron: Jan van Deudekom