31 december 1941 – 31 december 1943
Door: Jo Haen (1939) Geboren in Purmerend. Ik woon sinds 1963 in de Watergraafsmeer. Samen met Ron de Wit beheer ik deze website. Ik schrijf verhalen, interview mensen in de WGM en organiseer verhalenwandelingen.
Opdat wij niet vergeten.

Foto: Jo Haen Alle rechten voorbehouden
Op 05 maart 2016 plaatste de Duitse kunstenaar Gunther Demnig in het trottoir voor het woonhuis Pythagorasstraat 116 bv. 3 z.g. Stolpersteine ter nagedachtenis aan 3 leden van de joodse familie Vleeschdraager.
Stolpersteine (struikelstenen) is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig (1947). Hij brengt gedenktekens aan op het trottoir voor de huizen van mensen die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Deze stenen herinneren o.a. aan Joden, Sinti en Roma, politieke gevangenen, homoseksuelen, Jehova’s getuigen en euthanasieslachtoffers. De kunstenaar noemt ze Stolpersteine omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen.
De familie Vleeschdraager
De familie Vleeschdraager bestond uit IJsaäc (27-01-1881), zijn vrouw Jaantje Vleeschdraager-Luteraan (15-07-1881) en zoon Eduard Isaäc (17-05-1909) .
IJsaäc Vleeschdraager was eerst diamantbewerker en later vertegenwoordiger in fotografische artikelen. Hij was een heel goede amateurfotograaf. Toen er in de diamantindustrie minder werk kwam maakte hij van zijn hobby zijn beroep. Zijn echtgenote Jaantje Vleeschdraager-Luteraan was een dochter van Eduard Luteraan en Aaltje Stibbe. Zij is op jonge leeftijd samen met een zusje en een broer opgenomen in het Centraal Israëlitisch Weeshuis in Utrecht. Omdat zij heel goed kon leren mocht zij voor onderwijzeres studeren.
Eduard Isaäc was getrouwd en woonde met zijn gezin in Alkmaar. Hij was civiel ingenieur. Op de woningkaart van Pythorasstraat 116 boven staat te lezen dat zoon Eduard op 13 maart 1942 naar Amsterdam is verhuisd, omdat hij volgens zijn dochter Marijke Sterman-Vleeschdraager als jood niet meer in Alkmaar mocht wonen en hij bij zijn ouders is ingetrokken. Zijn vrouw, de moeder van Marijke vertrok met haar broertje die nog geen jaar was en in verwachting van Marijke naar haar ouders in Delft.
IJsaäc werd opgepakt op 30 december 1942, gedeporteerd uit Westerbork en vermoord in Sobibor op 23 april 1943.
Jaantje werd opgepakt op 10 april 1943, gedeporteerd uit Westerbork en vermoord in Sobibor op 23 april 1943.
Zoon Eduard werd al eerder opgepakt en wel op op 5 mei 1942, gedeporteerd uit Amersfoort en vermoord op 19 augustus 1942 in Auschwitz. Zijn echtgenote heeft de oorlog overleefd net als twee kinderen, die nog thuis woonden.
Deze mensen mogen niet worden vergeten. Door middel van deze steentjes blijft de herinnering aan hen bewaard.
Bron: Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland
Met dank aan Marijke Sterman-Vleeschdraager

Foto: Digitaal Monument Joodse Gemeenschap Alle rechten voorbehouden

Foto: Jo Haen Alle rechten voorbehouden

Bron: Stadsarchief Amsterdam Alle rechten voorbehouden
Op nummer 122 gewoond in de jaren 70 van de vorige en dit natuurlijk nooit geweten!
Struikelstenen voor de familie Vleeschdraager
Bron: De Echo