1939 – 2019
Jan Dijk en Annelies Teunissen
De huizen zijn wit, de daken plat. “Het lijkt hier wel Jeruzalem!”
Ik wil trachten, op mijn manier een geschiedenis te schrijven van die wijk.
Voor de oorlog
Eindelijk was het dan zover: in 1939 werd een nieuw bestemmingsplan aangenomen voor de al op 1/1/1921 door Amsterdam geannexeerde gemeente Watergraafsmeer; eerdere plannen hadden het niet gehaald. Dit plan paste dan ook binnen het kader van het roemruchte Algemeen Uitbreidingsplan van de Gemeente Amsterdam uit 1935. Nu kon men eindelijk her en der grond bouwrijp gaan maken.
O zeker, er was best gebouwd na 1921. Maar die bouwplannen waren gebaseerd op de oude voorstellen van de Gemeente Watergraafsmeer, en deels op het grote Uitbreidingsplan dat die gemeente in 1907 had aangenomen. Betondorp, oftewel Tuindorp Watergraafsmeer, komt grotendeels uit dat laatste plan voort. (zie het verhaal over het Uitbreidingsplan)
Nu werd ook de grond achter de Meerweg bouwrijp gemaakt. Meerweg: die liep achter de bestaande bebouwing langs, evenwijdig aan de Middenweg waar nu de Pasteurstraat is en met een knik door tot aan de Kruislaan over het Robert Kochplantsoen . Restanten van allang verdwenen buitenhuizen en ook de oude maliebaan, parallel aan de Kruislaan, waren nu niet meer in het landschap herkenbaar. Er was een heuse wijk gepland met allemaal geleerde straatnamen, bijvoorbeeld de Berthelotstraat en ook de Curiestraat. Met de voorbereiding van een deel van dat plan was men al een eindje gevorderd.
Ik wil drie positieve elementen van het bestemmingsplan noemen, dat overigens uitging van strokenbouw van kleine flats door de hele wijk heen. De Van ’t Hofflaan was niet meer als een doorgaande weg gepland. Wat een rust! En naar de ingang van de Nieuwe Ooster Begraafplaats toe was een groenstrook gepland, het huidige Robert Kochplantsoen. In de richting van het nieuwe Amstelstation was een parkzone gecreëerd, het huidige Darwinpark.
De oorlog
Toen kwam de oorlog. De bouwrijp gemaakte gebieden werden de befaamde landjes. Prachtige speelterreinen. Schaatsen leren kon je er soms. Ik pleit voor nieuwe landjes!
In de oorlog bedacht men eindeloos veel nieuwe bouwontwerpen. In 1939 was er al eens een studiereis gemaakt naar Denemarken, waar nieuwe ideeën werden opgedaan die men uitwerkte voor Slotermeer en voor Bos en Lommer, maar uiteindelijk ook voor het latere Tuindorp Frankendael. Slotermeer kende alléen maar strokenbouw, in alle soorten en maten. Het was Benjamin (of Ben) Merkelbach die, geïnspireerd door Mart Stam, voor Tuindorp Frankendael de kenmerkende hofstructuur ontwikkelde en de woningen ontwierp. Weg met al die stroken, zei Merkelbach. Jakoba Mulder tekende voor het Tuindorp als geheel. De ene hof was completer dan de andere. Er moest rekening gehouden worden met gemeenschapsvoorzieningen in het midden van de wijk. Tussen de hoven werden straatjes gepland. Voor de straatnamen greep men terug op uitsluitend mannelijke geleerden, al werden er hier en daar anderen, vooral Nederlanders, vernoemd dan in 1939 de bedoeling was geweest. Berthelot verdween bijvoorbeeld, hij keerde terug in Middenmeer.
Na de oorlog tot 1975
Na de oorlog was er woningnood. Gedwongen inwoning was overal gebruikelijk. Daarom bedacht men de tijdelijke duplexwoning. Boven en beneden werden aparte maar wel volwaardige woningen gecreëerd, van rond 40m². Na een tiental jaren zouden die huizen ontduplext worden en er zouden ruimere woningen van komen. In de huur zat een bedrag verdisconteerd voor die latere ontduplexing. Er kwamen een paar duizend duplexwoningen her en der in Amsterdam. Maar de behoefte aan goedkope kleine woningen bleef.
Zo kwamen er in Jeruzalem (oftewel Tuindorp Frankendael) 762 duplexwoningen. In 1950. Alleen daar lukte het om in de bovenwoning twee slaapkamers in te plannen. Het entreeportaal van beneden werd het trapgat naar boven. De eerste duplex van Amsterdam.
In het gedeelte, waar men al een beetje mee was gevorderd en waarover al bouwafspraken waren gemaakt, kwamen fraaie solide appartementsgebouwen te staan naar (voor)oorlogs ontwerp; niet gehorig, verneem ik. De Ritzema Bosstraat en omgeving. Er was ook een hofje bij, met op een paar plekken bedrijvigheid: het Ingenhouszhof. Het was boomloos en groenloos en oogde wat mij betreft een beetje als een getto. Aan een van de zijden lag verpleeghuis Tabitha. Het hofje raakte behoorlijk in verval en werd dus in zijn geheel afgebroken bij de grote renovatie na 2000, net als Tabitha.
Het middenterrein van het tuindorp was ruim opgezet, er was ruimte voor o.a. scholen, een kerkgebouw, een grote speelplaats en een bejaardencomplex. Voor de binnentuinen werd de befaamde tuinarchitecte Mien Ruys uit Dedemsvaart aangetrokken om die vorm te geven, en architect Aldo van Eyck voor de speeltoestellen in de hoven. Van de speeltoestellen is niet overal meer wat te zien; en zandbakken staan vol groen. De meest karakteristieke hof is nog de Bakhuys Roozeboomstraat.
De meest specifieke Mien Ruystuin met zijn geometrie is te zien in de Stieltjesstraat, dat geen hofje is in de eigenlijke zin. Hier en daar zijn later door de gemeente helaas lukraak jonge bomen in het gras geplant, die totaal niet stroken met het concept. De woningen in de hoven hebben kleine voortuintjes, die in beheer zijn bij de woningbouwvereniging, en wat grotere achtertuintjes in eigen beheer, de benedenwoningen althans.
Nu is er iets merkwaardigs aan de hand. Op twee plekken is een compromis bedacht tussen hofstructuur en strokenbouw. Ik doel op de Oudemans- en de Korteweghof. Men won zo 4 woningen per hof. Hoewel dit geen hoven zijn heten deze straten hoven, terwijl de echte hoven straten heten, bijvoorbeeld de Eijkmanstraat. Ik heb dat nooit begrepen.
In de zon zien de witte hoven er prachtig en goed onderhouden uit met al dat groen.
In 1956 was de grote Koningskerk, 800 zitplaatsen, geopend, als tweede kerk voor de Gereformeerde gemeente naast de nog in gebruik zijnde Rehobothkerk aan de Zacharias Jansestraat. Bij de kerk hoort een vierkante bakstenen campanile. De opmerkelijke glas-in-betonramen, de eerste in hun soort, zijn van de hand van Berend Hendriks . Gerekend werd op aanwas in Middenmeer, maar ook op aanwas door het ontduplexen. Gereformeerden bevonden zich meest in de middengroepen, voor wie de huizen na de ontduplexing geschikte woningen zouden worden. In 1971 is de Rehobothkerk afgebroken, er kwam woningbouw voor in de plaats. Voortaan ging eenieder naar de Koningskerk. De gereformeerden daalden toen al zienderogen in aantal.
Centraal in de wijk kwam er verder een school die er nog is, en een klein winkelcentrum. Ook kwamen er winkels in de hoeken van de hoven aan de doorgaande wegen zoals de Hugo de Vrieslaan.
In 1957 opende het eerste verzorgingshuis van Nederland zijn deuren, genoemd naar de premier van de AOW, Willem Drees. Het kwam op 1 meivieringen steevast in beeld op tv.
Tegelijk met de duplexwoningen waren medio jaren 50 aan de zuidwestrand 3 typen koopwoningen gebouwd als 2-onder-1-kap, aan de bewoonde kanten van de straten Maxwellstraat en Darwinplantsoen. Zo werd het tuinstadkarakter nog eens benadrukt.
Tot 1960 bleef het aangrenzende landje bestaan. Tenslotte werd het ontwerp van Hans Warnau geaccepteerd voor het Darwinpark, dat officieel Darwinplantsoen bleef heten maar toch echt een heus park is, groter dan bijvoorbeeld het Sarphatipark. Het ontwerp bevatte voor alle leeftijden iets. Zandbak en speelvijver voor kinderen; speelweide voor de opgroeiende jeugd; vaste-plantentuin voor de getreste mens, met een beplantingsontwerp van Hennie Kuper. En een heus rosarium met ruiterstandbeeld voor de oudere mens. Alleen de vaste-plantentuin, dat is de huidige Bloementuin van Darwin, en het thans sterk verwaarloosde rosarium zijn gerealiseerd. Het standbeeld is ontvreemd. De rest van het park wordt extensief onderhouden maar is recent goed aangepakt.
Jeruzalem was nu klaar.
Na 1975
In het centrale gebied vestigde zich later een vakschool voor timmerlieden en meubelrestauratie.
Toen kwam in 1987 de Stadsdeelraad Watergraafsmeer. Die kreeg van de centrale stad een bouwverplichting opgedrongen. Voor het eerst klonken geluiden om heel Jeruzalem te vervangen door hoogbouw, en ook om het Darwinpark te gaan bebouwen. Voor de vaste-plantentuin werd echter een tuinman gevonden, die zelfstandig wilde werken. Dat deed hij naar volle tevredenheid tot aan zijn pensioen een paar jaar geleden. Het Darwinpark als geheel bleef gespaard.
Daarna nam de buurt middels een buurtinitiatief het beheer van de tuin over. Inmiddels is er een elegant tuinhuis voor de nijvere vrijwilligers. Het park fungeert als groene verbinding tussen De Nieuwe Ooster en Park Frankendael.
De huurders in wit Jeruzalem hadden al die jaren dus een bijdrage geleverd voor het ontduplexen. Dat heeft echter maar weinig plaatsgevonden (op 52 woningen na, wat 26 nieuwe woningen opleverde). Ze wilden hun geld terug. Uiteindelijk stelde de rechter ze in het ongelijk. Gesteld werd, dat de huur veel minder gestegen was dan elders, waardoor het verlies grotendeels was ondervangen.
Ontduplexing vond vooral plaats in Oudemans- en Korteweghof. Let op de huisnummering, dan ziet u het snel genoeg.
De Koningskerk kwam in handen van de Evangelische Broedergemeente. Die schilderen al hun kerken van binnen wit, de kleur van de zuiverheid, dus ook de Koningskerk moest eraan geloven. Er kwamen nieuwe witte kerkbanken. De kerk heeft geen buurtfunctie meer.
De stadsdelen werden weer opgeheven.
Renovatie in diversiteit
Natuurlijk, van overal hoogbouw kon in deze wijk geen sprake zijn, vrijwel iedereen was daartegen. Jarenlang is er flink gesteggeld over wat moest gebeuren. In 2014 kwam de renovatie eindelijk pas op stoom. Er kwam een buurtrenovatie tot stand die gekenmerkt wordt door diversiteit. Ga maar na.
Reeds in de jaren 90 ontstond naast de Koningskerk een extra rijtje woningen met twee etages aan de Ostwaldstraat en parallel daaraan aan de Lorentzlaan, waar bewoners van de woningbouwvereniging ruim inspraak kregen bij de vormgeving.
Midden in de wijk kwam na 2000 op de plek van het winkelcentrum een middelhoogbouwflat met veel woningen voor ouderen. In hetzelfde gebouw werden een gezondheidscentrum, een servicebureau van de welzijnsorganisatie, een tandartspraktijk en een kringloopwinkel gehuisvest. Van het winkelcentrum resteert slechts een grafstenenfirma tegenover De Nieuwe Ooster.
De hoven kwamen uiteindelijk in handen van 2 woningbouwverenigingen, De Key en Rochdale. De een deed Groot Onderhoud, men kon er tijdens het onderhoud blijven wonen; er heerst ontevredenheid over de resultaten. De ander renoveerde inpandig, men moest er een tijdje uit. Bij de tweede woningbouwvereniging leverde dit een afname op van de geluidsoverlast en misschien toch een iets beter resultaat, zowel van binnen als van buiten. Nieuwe huurders betalen daar aanzienlijk veel meer.
Inmiddels werden de mooiste klassieke hoven benoemd tot Rijksmonument, in 2010. Het betreft de zes hoven bij de hoek Hugo de Vrieslaan en Maxwellstraat. De lage huur is daardoor niet wezenlijk veranderd voor blijvers, al ligt dat niet voor iedereen gelijk.
Het verpleeghuis werd omgezet in woningen voor ouderen. Op het Ingenhouszhof komt een ‘kleinschalig wooncomplex met 30 studio’s en 14 appartementen verdeeld over 5 bouwlagen, specifiek gericht op senioren’.
Verderop aan de Van ’t Hofflaan kwam een laag luxe ogend appartementengebouw.
De hof Ferrarisstraat bij de kerk werd na 2014 herbouwd met één zijde schuin en een etage hoger. Huur en koop. Een totaal afwijkend wijkje dat er smaakvol uitziet, maar wel allemaal veel duurder.
Het Willem Dreeshuis werd geen rijksmonument, verbazingwekkend genoeg, maar afgebroken. Protesten werden niet gehoord. De tijden veranderen. Er staat sinds kort een 8 etages hoge, strakke flat, met vrij prijzige appartementen. Hoger zal in Jeruzalem niet gebouwd worden
Ook Fibiger-, Flammarion- en De Sitterstraat werden afgebroken ondanks (nu wel) heftige protesten uit de buurt. Op die plek komt in dezelfde vorm ‘Park Jeruzalem’, een wijk met dure eengezinswoningen, koop en huur. De Middenweg is vlakbij. Te verwachten is, dat de bewoners buitenstaanders, een aparte groep, zullen gaan worden. Wel worden de huizen van buiten herbouwd in de oorspronkelijke vorm, als een Nieuw Jeruzalem, er komt geen etage bovenop.
Zoals de lezer ziet gaat de wijk uiteen in heel verschillende onderdelen. Zal de harmonie van de wijk enigszins bewaard blijven ondanks de huidige diversiteit, ook qua land van oorsprong? Zouden er niet weer winkels moeten komen?? Gaan de monumentbewoners, waar op straatniveau nog binding bestaat, zich in de verdrukking voelen bij al die luxe? Wordt het een soort Babel, waar mensen elkaar niet meer kunnen begrijpen? Buurtfeesten en -markten moeten de samenhang in de buurt bevorderen.
Jan Dijk en Annelies Teunissen
Cobie Steinbuch zegt
Mijn vriendje toendertijd Corrie l’Ecluse woonde daar toen. Met zijn ouders en een broer. Vier personen in een heel klein huisje
Joke Arens-Dirks zegt
Leuk om te lezen! Tot mijn 20 ste op het Robert Kochplantsoen gewoond.veel vriendinnetjes in de ‘witte huisjes’ . School Prof. P. Zeemanschool . Joke Dirks
Marga vd Glind- Zijp zegt
Mijn vader was daar melkboer in de wijk. De merkwinkels zat op de hoek bij de Oosterbegraafplaats waar nu de grafzerken winkel inzit.
Anna zegt
Goedemiddag, is er een van jullie die nog steeds in Jeruzalem woont, en daar vanaf het begin al woont, vanaf ‘jaren 50? Ik zou graag diegene wat vragen willen stellen over de geschiedenis van de buurt, de oorspronkelijke tijdelijkheid van de woningen, en vooral over de ervaring van daar wonen, hoe het vroeger was en hoe het de loop der jaren is veranderd. Zou ik in contact kunnen komen met iemand die daar vanaf het begin heeft gewoond? Vriendelijke groet, Anna
Sandra krebs zegt
Ik heb vanaf het begin tot 1968 gewoond in de Bakhuys Roozeboomstraat. En op de Pieter Zeeman school gezeten. En veel in Sjaloom gedaan
Jan Dijk zegt
Ja, schaatsen deden mijn broers. Ik had zwakke enkels en mocht niet van mijn moeder. Heb het nooit kunnen leren. De landjes…
Martina Varenhout zegt
In 1952 ben ik geboren in de Eijkmanstraat.5. Dit was een benedenwoning bestond uit huiskamer, keuken en 1 slaapkamer. In 1956 werd mijn broer geboren dus woonden wij er toen met 4 personen. Ik heb op de kleuterschool gezeten bij juffrouw Wind. Op een ondergespoten grasveld dat als ijsbaan functioneerde heb ik achter een stoel leren schaatsen. Heb er een fijne kleutertijd gehad,
Katja+Kruit zegt
Met heel veel plezier vanaf 1949 gewoond. Ik ben daar opgegroeid in de Minckelerstraat. Lagere school, de Prof. Peter Zeemanschool, daar doorlopen. Ben verhuisd toen ik een jaar of 18 was. De hofjes waren voor kinderen een speelparadijs. Ik heb er een geweldige jeugd gehad en ja het was klein maar als kinderen hadden we daar niet echt erg in. We waren altijd buiten. Ons hofje had een zandbak met banken er om heen. Mijn ouders was voorgehouden dat de woningen ooit zouden worden samengetrokken. Dat is dus nooit gebeurd.
Eef zegt
Helaas zijn de voortuinen van de Key woningen ook voor de bewoners ook de bestrating
Reacties zegt
Inez Kohler Ik heb gehoord dat er op halve woningen waren waar hele gezinnen woonden. Je hebt dan in elk geval een dak voven je hoofd en dat is belangrijker dan de grootte van je huis!
Tineke Rijpma-Vos Ach, wij woonden er met 5 personen en zijn verhuist omdat er op 1 slaapkamer mijn 2 broers moesten slapen. Op zich niet erg maar er zat 13 jaar leeftijdsverschil tussen dus werd het voor de oudste lastig ivm schoolwerk. Mijn ouders sliepen in de woonkamer op een opklapbed.
Hebben er altijd met veel plezier gewoond.
Marga van Seventer TIJDELIJK??zijn nu pas voor een groot deel verdwenen!
Sandra Obbink 16 jaar gewoond, niet altijd met plezier. Heel gehorig en gedoe gehad met buren over geluidsoverlast. Blij dat ik er niet meer woon.
Martine Pfeiffer NOSTALGIE. Gewoond in Fibigerstraat.
Willem Wever Nooit benul gehad van de kleine kamers. Ben geboren aan de Lorentzlaan en heb vervolgens 21 jaar aan de Hugo de Vrieslaan gewoond. Bijzonder prettige buurt.
Ineke Membrilla Wij woonden er ook met 5 personen
Roel Koelman 7 jaar gewoond met 5 personen. Heerlijke buurt
Fia Troostwijk Kennissen van mijn ouders woonde daar.
Was een ouder echtpaar en wij moesten mee bijna elke zaterdag gingen wij er naar toe.
Maar als kind vond ik het ook kleine kamers en erg gehorig
Jeanne Visser zegt
Inderdaad Nostalgie. Eigenlijk alleen maar fijne herinneringen in de Fibigerstraat. Het grasveld in het midden van het hofje was een geweldig speelparadijs.