1957 – 1959
Auteur: Arno Sieswerda (1943) Geboren in de Landbouwstraat in Betondorp. Momenteel woont hij in Haarlem

De groep telde verkenners, welpen en later ook een meisjesgroep
We hadden bezoek van een man die als lekencontroleur van het GAK (Gemeenschappelijk Administratiekantoor) kwam vaststellen of mijn vader, die door zware spit geteisterd niet kon werken, wel echt ziek was. Het was Jaap Schipper, een gemoedelijke man, die tijdens zijn bezoek een gesprekje aanknoopte en daarbij vertelde over zijn padvindersgroep, De Koningin Emmagroep, waarvan hij Hopman was. De groep telde verkenners, welpen en later ook een meisjesgroep . ”Misschien was het wel wat voor de zoons”, dacht hij. Wij stonden nu niet echt positief tegen over de padvinderij. “Platkakkers” noemden we de jongens, die wij weleens in hun uniformpje zagen lopen in ons dorp, maar we gingen toch op de uitnodiging in om eens te komen kijken.

In de stamkamer werden ons de regels en gewoonten uit de doeken gedaan
En zo begon onze kennismaking met de padvinderij met Hopman Schipper en het wereldje dat volgens mijn vader sterk militaristisch getint was, wat hij maar niks vond. De Koningin Emmagroep had wekelijks bijeenkomsten in een paar oude klaslokalen van de oude school aan het Zuivelplein. Er was op de gang een stamkamer, heel geheimzinnig, waarin de ouderen en de leiding zich terugtrokken voor beraad. Je mocht daar niet zo maar binnen gaan als verkenner. Wij, mijn broer en ik, werden daar als nieuwelingen binnen gevraagd en aan ons werden de regels en de gewoonten uit de doeken gedaan. Leek mij wel stoer en spannend. Bij de verkenners waren 4 groepjes (patrouilles) met 6 à 7 jongens. Er waren ook ouderen die de rang van vaandrig hadden en leiding gaven aan het spel van verkennen. De Hopman was het hoofd van de groep. Wij deden allerlei leuke spelletjes, waarbij je individueel je handigheid, je kwaliteiten en je fysieke mogelijkheden moest gebruiken. Het was een hechte vriendengroep, waar ik leerde er mijn eigenbelang ondergeschikt te maken aan het groepsbelang. Ja, je wordt niet zomaar een padvinder! Het beviel me wel. Wat heb ik veel moeten leren, de Padvinderswet en de beloften, touwknopen, kampvuren bouwen en nog veel andere dingen.
Een hilarisch spelletje
Er waren allemaal leuke speelopdrachten waarbij de ene patrouille het tegen de andere opnam. Ik werd ingedeeld bij de Spechtengroep. Er zo had je ook een Meeuwen- een Kieviet- en een Valkengroep. Voor een wel heel hilarisch spelletje werd een groot stuk canvas tentzeil op de grond gelegd met daaronder, in het midden, een heerlijk stuk slagroomtaart in een doos! Negenentwintig jongens liepen dan in een cirkel om dat kleed tot de Hopman op zijn padvindersfluit floot. De kunst was om zo snel mogelijk onder dat kleed te duiken en als eerste het stuk taart te bemachtigen. En zo doken 29 jongens tegelijk onder het kleed! Aan het eind van het spel had iedere groep dan wel een stuk taart, maar zat ook iedereen onder de slagroom. Padvinders dragen, of droegen toen, nog korte broeken en na dit soort spelletjes moest vaak de splintertang gebruikt worden want er was geen mooie zachte vloer, maar vurenhouten planken!

Voor een verhaal over de kampeerkampen ga naar De kampeerkampen van de Koningin Emmagroep
Geef een reactie