31 december 1954 – 31 december 1959
Door: Auteur: Paul Welling (1948). Hij heeft in zijn jeugd op de Bredeweg gewoond.
We vonden ze vroeger vreemd, maar wel heel aardig, de beide vrouwen, die samen op de Bredeweg op nummer 13, 2 hoog woonden.
“Dat komt wel vaker voor, dat twee vriendinnen samen wonen”, hield mijn vader me voor.”Kijk maar naar tante Greet en tante Reinie. Die wonen toch ook al jaren samen. “
Ja, dat was zo. Ik maakte me er verder niet druk om, toen. Eind jaren ’50 woonden vriendinnen vooral samen uit economische motieven, was de redenering. Tante Greet en tante Reinie hadden op de Johan Jongkindstraat in West toch ieder hun eigen slaapkamer. Nu weet ik beter.
Voor de kinderen op de Bredeweg waren de beide dames van nummer 13 ,2 hoog wel bijzonder. Ze waren, voor zover ik mij herinner, de enigen op de Bredeweg die een hond hadden. Mijn geheugen zegt een Doberman, maar het kan net zo goed een andere soort geweest zijn.
De hond, die Dirk heette, moest natuurlijk een paar keer per dag uitgelaten worden. Dat werd altijd door dezelfde vrouw gedaan. Vaak liepen we een stukje mee en mochten we Dirk ook even aangelijnd houden. Als Dirk erg rustig was, dan mochten we van de ‘moeder van Dirk’, want zo noemden we de vrouw, hem even aaien en een hondensnoepje geven.
Ik heb het nooit zo op honden gehad.
Ria Stork zegt
Op de foto Frank Stork, wij woonden op nummer 5. Moeder Dirk woonde op nummer 15, daar boven woonden oom Jo en tante Ger Meijer. Zij hoorden bij wat wij noemden de Kring.
Frank van Leeuwen zegt
Oom jo en tante ger meier. (Van Leeuwen). Wij kwamen er regelmatig en zeker op nieuwjaarsdag. Tante ger werd een beetje als de oma van de familie van leeuwen beschouwd destijds. Kan me nog wel herinneren dat de naam van de familie Stork, zo nu en dan genoemd werd. Om boven te komen, 2 lange stijlen trappen op naast een “kabelbaantje met mandje” om de post in te doen. Er woonde ook nog iemand boven hun. Die moest altijd via de gang van de 2e verdieping, naar de derde. (Erklens ??)
Frank Stork zegt
Frank Stork samen met Dirk
Hans Sagel zegt
Hans Sagel Op nummer 10 woonde toen, ruim 10 jaar, een zwart met witte cockerspaniël. Zijn naam was Doggie. Dat was overigens zijn tweede naam. Toen hij bij ons in huis kwam, 6 maanden oud, heette hij Dotje. Dat vonden wij, toen al 3 grote knullen, een veel te lullige naam om te roepen. Vandaar de naamswijziging. Hij was afkomstig van een familie die ook op de Bredeweg had gewoond en werd door hen te lastig gevonden. Misschien herkent iemand dit verhaal. Doggie was trouwens zijn hele leven erg vervelend voor kleine kinderen. Een beetje een lastpak dus. Ik weet de naam van de eerste eigenaren nog wel maar weet niet of het ok is die hier te vermelden. Begint met een V.
George M. Welling zegt
Er was in ieder geval nog een familie die een Boxer hadden, die plastic ballen kapot beet.