5 november 1764 – 14 november 1794
Auteur: Jo Haen
Een van de oudste lanen van de Watergraafsmeer
De Schagerlaan is een van de oudste lanen van de Watergraafsmeer en wordt al in 1651 genoemd, vlak na de droogmaking in 1629. Deze eertijds voorname laan vormde met de Kromme Schagerlaan een verbindingsweg tussen de Ringdijk en de Maliebaan. Zij werd genoemd naar Robert van Schager, de bewoner van de oude hofstede ’t Roode Hart’, de hofstede die de overstroming van 1651 overleefde.
Van de oude glorie van ‘een der aanzienlijkste verlustingen’ was in de tweede helft van de 20e eeuw niet veel meer over dan een kale landweg. Nu en dan stootte een der eigenaren van de toenmalige tuinbezitters bij het omspitten van zijn/haar lapje grond nog op een fundament uit vroeger dagen. Soms kwam er een oud tegeltje of een aarden pijpje boven; dat is dan ook alles wat herinnert aan de oude tijd. Vergeleken met de prenten van Stopendael, welke aangeven hoe mooi de Schagerlaan in zijn dagen was, is het aanzien er wel op achteruit gegaan.
Geestige woordspelingen bij de naamskeuze
De meeste kleine buitenplaatsen met hun sierlijke tuinen lagen in de 18e eeuw aan de Schagerlaan, 30 in getal, meestal pleziertuinen genoemd, dan nog een vijftal hofsteden en twee of drie grotere buitenplaatsen. De dubbele betekenis van het woord ‘meer’ gaf bij de naamskeuze der buitenverblijven aanleiding tot min of meer geestige woordspelingen, als Meer-genoegen, Meer-Lugt, Meer-Werk, Meer-Zorg, Meer-Vreugt, Meer-Lust, Meer-Wel.
Het wonen in een laan had een bekoring, die zich weerspiegelde in namen als Laanzigt, Laan-Rust, Laan-Lust, Middel-Laan en Overlaan.
Ook andere opschriften op de hekken van de buitenverblijven
Er waren ook andere opschriften op de hekken van de buitenverblijven, bijvoorbeeld Bosch en Veld, Dijkmeer, Hoflust, Hoogerlust, Hoogerrust, Lang Bedagt, Jonge Boomen, Lindenhof, Marienhoff, Suriname. Eén voelde zich in Overal ’t huys bijzonder op zijn gemak en weer een ander noemde zijn buitenverblijf Verstand en Deugd overwint alles. Scheynrust stond er boven het buiten van een wijsgerig aangelegde Meerbewoner en gedachtig aan het onbestendige van het mensenleven noemde zijn buurman z’n tuinhuis: Heden voor mij, morgen voor een ander.
Intussen ademden deze namen vrijwel alle een geest van rust en tevredenheid, in tegenstelling met de namen van boerenplaatsen, die dikwijls aan de zwaartillende kant waren.
De Watergraafsmeer was in vier wijken verdeeld
Er woonden in de 18e eeuw ook minder kapitaalkrachtigen in de Schagerlaan en omgeving. In die tijd was de Watergraafsmeer in vier wijken verdeeld. Dit gebeurde ‘omme ingevalle een Doorbraak mogte komen aan den Zeedijk, off dat het buyten water 6 Duymen boven de Pijl begint te rijsen, de Ingelanden en Opgesetenen bij den anderen te versamelen”.
Wijk I, waar ambachtslieden woonden, strekte zich uit langs de Middenweg, en de Ringdijk vanaf de Oetewalerweg (nu Linnaeusstraat) tot de Schagerlaan. De Dijkgraaf en de secretaris hadden het toezicht.
De Schagerlaan, Groenelaan, Pauwenlaan, Schulpslaan en Ringdijk van Schagerlaan tot Schulpsbrug vormde wijk II, waar de penningmeester het opzicht over had. In deze wijk woonden vooral tuinlieden en dagloners. Barend Nieuwland was de commandant over de tuinlieden; hij had 153 manschappen onder zijn bevel.
Barend Nieuwland was de vader van Pieter Nieuwland, het wonderkind uit de Watergraafsmeer. Pieter is geboren in de Schagerlaan op 5 november 1764. Hij werd een beroemd natuurkundige, maar hij was ook dichter, filosoof en sterrenkundige.
In wijk III, gevormd door de ‘sandpaden’ van Schulpsbrug tot de Hartsvelderbrug en Kruisweg tot Middenweg, woonden de warmoezeniers. De koehouders woonden langs den Oosterringdijk van Hartsvelderbrug tot Oetewalerbrug en langs Kruislaan en Middenweg. Zij vormden met 78 man het kleinste aandeel en ressorteerden onder wijk IV.
Tiërcering financiële ramp voor de buitenplaatsen
Veel buitenplaatsen zijn rond 1810 verloren gegaan door de invoering door Napoleon van de tiërcering, het verminderen tot op een derde van de renten der staatsschuld, waardoor de eigenaren in geldnood kwamen. De buitenplaatsen werden voor een appel en een ei van de hand gedaan. Meestal werden de buitenplaatsen in die tijd verkocht voor afbraak omdat men van de sloper meer geld kreeg dan van de nieuwe eigenaar.
De Schagerlaan in de twintigste eeuw
De Schagerlaan is tot in de 20e eeuw een laan gebleven met lage huisjes, wat bedrijven en winkeltjes. Het gedeelte tot aan de huidige Hugo de Vrieslaan bestond uit een landelijk weggetje waarlangs volkstuinen waren gelegen en waar Henk Suijkerbuijk als laatste het boerenbedrijf in de Watergraafsmeer heeft uitgeoefend.
In de jaren 60 werden de huizen gesloopt om plaats te maken voor een bedrijventerrein, dat weer heeft plaats moeten maken voor nieuwbouw. Ook de volkstuinen en het bedrijfje van Henk Suijkerbuijk moesten verdwijnen voor een nieuw woonwijkje, Julianapark geheten. De Schagerlaan is gelukkig wel als straatnaam bewaard gebleven, ongeveer op dezelfde plek, als onderdeel van de nieuwbouwwijk. Een laatste herinnering aan deze eens zo belangrijke, landelijke en mooie laan.
Jan Zwaan zegt
Jan Zwaan
35 jaar op de Transvaalkade gewoond, bijna recht tegenover de Schagerlaan.
Heb alles zien veranderen, Ringdijkstraat, Schagerlaan, Ringdijk….
Van AGO tot PRAD, Cemsto, Asmoco, naar de Eenhoorn, Casa en IBM..!!
Zat op WvO en Breitner, en was echt onze buurt.
Helaas, NIETS meer van over….
Ben Hoogerdijk zegt
Ik ben geboren in 1952 in de Zwaardemakerstraat. Vanaf mijn 10e jaar speelde ik op het Schagerlaantje. Op de hoek Schagerlaan – Hugo de Vrieslaan was een soort openbare vuilstort ontstaan. Mensen dropten daar hun afgedankte huisraad. Een geweldige schatkamer van ouwe troep, die wij als kinderen wekelijks uitplozen. Veel ging in de fik; van matrassen bouwden we vlotten en van ouwe deuren en ander afval hutten, die we in de bosjes langs de Gooiseweg bouwden.
Op die plek is mijn liefde voor fikkiestoken ontstaan. Tot boosheid van mijn moeder, die me op een kilometer afstand al rook. Die brandlucht kreeg je niet meer uit je kleren.
‘ s Winters schaatsen we op het nabij gelegen “olifantenwater”. Nooit geweten waarom dat zo heette….
John zegt
De toen maligne vijver had van boven af gezien de vorm van een olifant vandaar de naam olifanten water