Dit Rijksmonument staat op De Nieuwe Ooster en zal in de loop van 2018 voor groot onderhoud van zijn plaats verwijderd worden. Het monument zal voorzichtig gereinigd worden , letters opnieuw ingeschilderd en het gehele monument gesteld. Zo zal het voor de komende 100 jaar weer in alle glorie te bewonderen zijn.
Klaas van Nek was een veelbelovende, jonge profwielrenner uit Tilburg, geboren in 1914, die al veel overwinningen op zijn naam had staan.
In 1933 tijdens de Zesdaagse van Amsterdam, op de eerste avond, brak de de jonge Klaas van Nek de voorvork van zijn fiets, en vloog daardoor de baan uit. Geruime tijd werd voor zijn leven gevreesd. Hersteld begon voor hem het seizoen 1934, dat ook zijn laatste zou worden. In september van dat jaar verongelukte Jong Klaasje. Maar niet op de racefiets…
Op de onbewaakte overweg was Klaas’ auto frontaal op de stoomtram vanuit Alkmaar gebotst. Uit het wrak van de auto, die vijfenzestig meter werd meegesleurd, werden de ontzielde lichamen van Sam Hoevens, 29 jaar, Flip Reynders 25 jaar én Jong Klaasje gehaald. Soigneur Ridel overleefde de klap. Na Klaas’ hemelvaart brak in Amsterdam een soort massahysterie los, ongetwijfeld veroorzaakt door de tragiek die de familie Van Nek achtervolgde. Het heengaan van Jong Klaasje was een hype avant la lettre, de hele stad wilde bij zijn uitvaart aanwezig zijn. Niets fijner dan collectief een traantje wegpinken, wat al begon bij het sterfhuis van Klaas op de Amsterdamse Weg.
Klaas werd begraven in het familiegraf waar zijn oom Piet van Nek, ook een bekende wielrenner in die tijd, al was begraven. Piet verongelukte tijdens een stayerskoers in Leipzig in april 1914.
Klaas én Piet van Nek zijn weggezonken in de krochten van de geschiedenis. Geen mens in Amsterdam die nog weet wie ze waren. Maar op het ‘Ooster’ liggen oom en neef, gezamenlijk, nog steeds te wachten op de jongste dag. Hoewel de zwarte letters op de grafsteen door weer en wind verdwenen zijn en daardoor de tekst, nauwelijks te lezen, als een reliëf op het graniet liggen wordt het graf nóóit ‘geruimd’. Door de historische, én monumentale waarde is het graf namelijk uitgeroepen tot beschermd monument.
Na een leven vol pech en tegenslag hebben Piet en Klaasje dan toch een klein mazzeltje…
Mischa Smeding zegt
Dit Rijksmonument staat op De Nieuwe Ooster en zal in de loop van 2018 voor groot onderhoud van zijn plaats verwijderd worden. Het monument zal voorzichtig gereinigd worden , letters opnieuw ingeschilderd en het gehele monument gesteld. Zo zal het voor de komende 100 jaar weer in alle glorie te bewonderen zijn.
Ron de Wit zegt
De teraardebestelling van Klaas van Nek
Klaas van Nek was een veelbelovende, jonge profwielrenner uit Tilburg, geboren in 1914, die al veel overwinningen op zijn naam had staan.
In 1933 tijdens de Zesdaagse van Amsterdam, op de eerste avond, brak de de jonge Klaas van Nek de voorvork van zijn fiets, en vloog daardoor de baan uit. Geruime tijd werd voor zijn leven gevreesd. Hersteld begon voor hem het seizoen 1934, dat ook zijn laatste zou worden. In september van dat jaar verongelukte Jong Klaasje. Maar niet op de racefiets…
Op de onbewaakte overweg was Klaas’ auto frontaal op de stoomtram vanuit Alkmaar gebotst. Uit het wrak van de auto, die vijfenzestig meter werd meegesleurd, werden de ontzielde lichamen van Sam Hoevens, 29 jaar, Flip Reynders 25 jaar én Jong Klaasje gehaald. Soigneur Ridel overleefde de klap. Na Klaas’ hemelvaart brak in Amsterdam een soort massahysterie los, ongetwijfeld veroorzaakt door de tragiek die de familie Van Nek achtervolgde. Het heengaan van Jong Klaasje was een hype avant la lettre, de hele stad wilde bij zijn uitvaart aanwezig zijn. Niets fijner dan collectief een traantje wegpinken, wat al begon bij het sterfhuis van Klaas op de Amsterdamse Weg.
Klaas werd begraven in het familiegraf waar zijn oom Piet van Nek, ook een bekende wielrenner in die tijd, al was begraven. Piet verongelukte tijdens een stayerskoers in Leipzig in april 1914.
Klaas én Piet van Nek zijn weggezonken in de krochten van de geschiedenis. Geen mens in Amsterdam die nog weet wie ze waren. Maar op het ‘Ooster’ liggen oom en neef, gezamenlijk, nog steeds te wachten op de jongste dag. Hoewel de zwarte letters op de grafsteen door weer en wind verdwenen zijn en daardoor de tekst, nauwelijks te lezen, als een reliëf op het graniet liggen wordt het graf nóóit ‘geruimd’. Door de historische, én monumentale waarde is het graf namelijk uitgeroepen tot beschermd monument.
Na een leven vol pech en tegenslag hebben Piet en Klaasje dan toch een klein mazzeltje…
Jo Haen