Bron: Gemeente Amsterdam
Ed van der Elsken (1925-1990) was dé fotograaf van de mens en het leven: “Ik bezing het leven. Ingewikkelder ben ik niet. Ik bezing dan ook alles: liefde, moed, schoonheid, maar ook woede, bloed, zweet en tranen.” Het Rijksmuseum verwierf een tot nu onbekend deel van zijn archief. We spraken met Hans Rooseboom, conservator fotografie van het Rijksmuseum, over Van der Elskens bijzondere werk.
De Amsterdamse foto’s van Van der Elsken zijn onvergetelijk. De mensen die hij zág in de stad waren uitgesproken karakters. Mooie vrouwen en stoere mannen. Vrouwelijke vrouwen en mannelijke mannen. Nozems en nietsnutten. Oude en arme mensen. Spelende kinderen. Straatleven.

Buitenkant van de maatschappij
Van der Elsken fotografeerde vaak mensen aan de buitenkant van de maatschappij. Hij maakte foto’s van het verloederde centrum van de stad. En de vele rellen en de culturele revolutie van de jaren ’60.

Zwarte romantiek
Van der Elsken werd geboren in 1925. Hij groeide op in Betondorp. Vlakbij Johan Cruijff en de gebroeders Van het Reve. Een wijk met veel talent. Zijn vader had een meubelwinkel. Groot succes kreeg hij met een fotoboek over de romantisch sombere jeugd van Parijs. Zwarte romantiek. Seks. Daarna maakte hij een wereldreis. De fotograaf werd steeds brutaler, zijn werk levendiger, intenser.
Bye
Ed van der Elsken werd één van de bekendste Nederlandse fotografen. Hij woonde met zijn verschillende vrouwen aan de Achtergracht bij de Weesperstraat, later in de Koningsstraat bij de Nieuwmarkt. Daarna verhuisde hij naar een huisje bij de dijk van Edam. In 1990 overleed hij aan prostaatkanker. Over zijn ziekte maakte hij de aangrijpende documentaire ‘Bye’.

Archief
Hans Rooseboom, conservator fotografie van het Rijksmuseum: “Van der Elsken maakte 100.000 foto’s. Anneke Hilhorst, zijn 3e vrouw en weduwe, zorgde 30 jaar voor dat archief. Zij woont nog steeds in dat kleine huisje aan de IJsselmeerdijk. En daar lagen nog 8.000 afdrukken. 150 dozen vol. Die bleken buitengewoon interessant.”
Daarbij lagen de foto’s van het boekje ‘Feest’ dat Van der Elsken in 1960 samenstelde. Een soort dummy. Hij had het klaargelegd als een boekje, maar dat bleef 60 jaar onuitgegeven liggen. Nu is het wél uitgegeven en bezorgd door Mattie Boom en Hans Rooseboom.
Waarom was Van der Elsken zo bijzonder?
Rooseboom: “Hij was in mensen geïnteresseerd. En hij greep het moment, maakte de situatie ‘af’. Mensen reageerden op zijn camera.”
Wat was zijn achtergrond?
“Hij kwam uit de Watergraafsmeer, waar zijn vader een meubelzaak had. Via die meubelzaak kreeg hij contact met opdrachtgevers. Maar hij was als jongen heel verlegen, onhandig met mensen. Dat zie je duidelijk terug bij zijn eerste foto’s. Hij hield eerst afstand. De brutale Van der Elsken ontwikkelde zich later.”

Is hij gedateerd?
“Nee. Hij spreekt nog steeds aan. Zijn manier is heel direct, brutaal. Hij liep eindeloos over straat en fotografeerde veel mensen. Zijn werkwijze was toen nieuw. Hij maakte snapshots: tjak! Dat klinkt heel simpel, maar het was zijn grote kracht. Een écht goede foto maken is heel moeilijk. Misschien 1% van de fotografen heeft dat speciale niveau.”

Hoe bereikt iemand dat?
“In de eerste plaats draait het natuurlijk om talent. En in de tweede plaats om het vinden van de goede eigen stijl. Bijna iedere fotograaf begint hetzelfde, met een stilleven of iets dichtbij huis. Maar je moet je eigen stijl vinden en dan beslissen: ‘dat kan ik goed’. En dan volhouden, anders lukt het niet. Van der Elsken was bijvoorbeeld slecht in mode en in het uitvoeren van bepaalde opdrachten. Hij vond zijn talent en bouwde dat uit. Hij herkende de foto in een situatie. Dat is deels intuïtie.”

Hoe ontwikkelde hij zich?
“Eerst was hij meer een verslaggever. Hij maakte een wereldreis en legde vast wat hij zag. Hij was verbaasd over wat hij in de wereld aantrof. Later ging hij steeds meer zichzelf centraal zetten. Wat eindigde in de film over zijn dodelijke ziekte.”

Hoe goed was Ed van der Elsken?
“In de 20e eeuw staat hij in Nederland in de top 3. Hij is ook internationaal bekend. De 2 andere fotografen zijn Breitner (1857-1923), die in de eerste plaats schilder was. Zijn foto’s zijn in de jaren ’60 ontdekt en zijn ook internationaal bijzonder. Buitenlanders komen daarvoor speciaal naar het Rijksmuseum. En Piet Zwart (1885-1977) is de derde. Ed van der Elsken is één van onze grootste fotografen. Zijn werk blijft.”



Mooi verhaal Ron
een tweetal toevoegingen
De vader van Ed, had een grote ‘Goed Wonen’ winkel aan de Middenweg tegenover Frankendael.
Beter is om Piet Zwart te vervangen door Cas Oorthuys, (1908-1975) de feitelijke grondlegger van het soort fotografie dat Ed bedreef – uit de hand, dus zonder statief gewone mensen fotograferen. Piet Zwart was vooral een studiofotograaf, wel een pionier maar heel anders