Al jaren beschrijft Hein Jan van Ogtrop, plebaan van de Sint Bavokathedraal in Haarlem, op zijn bekende wijze de kerkgebouwen van ons bisdom Haarlem-Amsterdam. Maandelijks verschijnen onder de naam ‘Kerkengek’ zijn artikelen hierover in het best gelezen Bisdomblad van Nederland ‘Samen Kerk’.
De Watergraafsmeer
In de 17e eeuw werd de Watergraafsmeer drooggelegd. Een ideaal woongebied voor dure Amsterdammers. Het buiten ‘Frankendael’ herinnert aan die tijd. Maar al spoedig kwamen er ook gewone Amsterdammers wonen. Nog later werd er het Ajax-stadion gebouwd. Super gezellig toch! Ajax ging naar Zuidoost maar ‘de Meer’ bleef en hoezeer de tijden ook veranderd zijn, nog steeds hangt in de straten van de Watergraafsmeer een bijzondere buitensfeer: veel bomen, bloemen en bankjes tegen de huizen. De jaarlijkse operavoorstelling op de vooravond van Koninginnedag aan de Bredeweg is een unieke ervaring. Enkele jaren terug, toen de regen de voorstelling dreigde te bederven, werden de bezoekers door monniken (geen echte) door een poortje aan de Bredeweg naar de even verderop gelegen kerk geleid: de toen jubilerende ‘Martelaren van Gorkum’-kerk aan de Hof, vijf en zeventig jaren jong (de parochie vierde tegelijkertijd haar 100-jarig bestaan). De restauratie van de vieringtoren en de ramen was nog in volle gang maar toch kon de buurt in de stemmige Krophollerkerk droog en wel van de operamuziek genieten.
Kropholler in het bisdom Haarlem
Het zijn kloeke bouwwerken die Kropholler neerzette. Er werden door medearchitecten nogal wat bezwaren geopperd tegen zijn traditionele instelling. Hij verdedigde zich door zijn manier van bouwen ‘met eenvoudige en grote middelen, uit echte en noodzakelijke elementen’ tot de enig zaligmakende te proclameren. Hij veroordeelde enerzijds de kerken in de ‘neostijlen’ als ‘boerenbedrog om de kleine man te overbluffen.’ Anderzijds vaart hij uit tegen de zakelijker bouwstijlen (van Willem Maas in Zeist en later prof. Holt in Amsterdam) als ‘fabrieksbouwtrant.’ Dat laatste bedoelde hij niet als een compliment. In ons bisdom ontwierp hij een groots herbouwplan voor de Egmondse abdij, slechts gedeelten zijn gerealiseerd. Verder de kerken van Ursem en de O.L.V.van Goede Raad in Beverwijk, de Rita in Amsterdam Noord (beiden nu buiten gebruik) en om even een bekende kerk buiten ons bisdom te noemen; de Paschaliskerk in Den Haag met de stevige toren.
Bij een kerk als die van de Martelaren horen kloeke voorgangers. Die had men in de persoon van de bouwheer pastoor Zoetmulder en de verfijnde liturg pastoor Nolet. Net als pastoor Beukering in Rotterdam in zijn Krophollerkerk (inmiddels gesloopt) kreeg pastoor Zoetmulder (al op 27-10-1928) toestemming om met het gezicht naar het volk te celebreren. Het Gregoriaans was voor hem de ware kerkmuziek, meerstemmig ‘gekwinkeleer’ was uit den boze. De Amsterdamse Krophollerkerk ademt een sobere monastieke sfeer. De huizen van het plein buiten (de Hof) zijn ook door Kropholler ontworpen: en prachtige eenheid van kerk en wereld is zo gerealiseerd.
Toen ik de kerk op die genoemde operavond door de stevige deuren verliet viel mijn oog buiten op een bijzondere sculptuur in de toren links. In een rond medaillon prijkt een enorme pelikaan. Toch geen inheemse vogel in de Meer. Het blijkt een beeld te zijn van de joodse beeldhouwer Mendes da Costa. Vreemd, ik herinnerde mij die vogel eerder afgebeeld te zien in de buurt maar waar? Plots wist ik het.
De pelikaan
Enkele kilometers verwijderd van ‘de Martelaren’ staat een imposant gebouw aan het Jonas Daniël Meijerplein. Het is de Portugese synagoge, gemodelleerd naar de tempel van Jeruzalem. Als je langs de synagoge loopt zie je daar dezelfde eigenaardige sculptuur als in de Watergraafsmeerse kerk: een pelikaan. In alle encyclopedieën over religieuze iconografie (leer van de afbeeldingen) wordt verteld dat de pelikaan Christus voorstelt. De pelikaan heeft een rode vlek op zijn borst. De vrome beschouwer dacht dat het moederdier zich in de borst pikte om met bloed haar jongen te voeden. Gaf Jesus ook niet zijn bloed voor zijn kinderen? Maar als dat dier voor Jesus staat, wat moet het dan op de synagoge? Een rabbijn legde mij uit dat de pelikaan staat voor de liefde van de Eeuwige voor zijn mensen. Hebben de christenen nu die joodse pelikaansymboliek overgenomen van de joden? De Portugese joden, vluchtelingen uit Portugal, kwamen uit een zeer katholiek land. Dus kan het omgekeerde ook waar zijn. Over de beeldhouwer De Costa die aan de Martelaren meewerkte: zegt Ch.J. Roosen (Biografisch Woordenboek van Nederland 3 – Den Haag 1989) “Hoe eclectisch of zelfs oecumenisch hij misschien ook dacht bleek uit het gebruik van dezelfde motieven voor verschillende geloofsovertuigingen: de pelikaan die hij ten behoeve van de Portugees-Israëlitische synagoge (1900) had gemaakt verwerkte hij opnieuw als motief in werk voor rooms-katholieke kerken.” In het boek van Jan Stoutenbeek, ‘Wandelingen door Joods Amsterdam’, Weesp 1985, p. 35 lezen we nog: “Het huis op de hoek van het Rapenburgerplein en het Rapenburg heeft aan de zijkant een gevelsteen met een pelikaan die haar jongen voert. Dit symbool, dat ook door de Portugese gemeente gehanteerd wordt, verwijst naar de liefdadige achtergrond van dit pand, waar het eerste joodse ziekenhuis gevestigd was.” Zo beinvloedden Joden en christenen elkaar in Mokum
Een kerk voor de eeuwigheid?
Kropholler leek voor de eeuwigheid te bouwen. ‘Leek’ zeg ik want soms bedot hij ons. Zeker de schroeven en moeren die in het zicht zijn, zijn echt. Maar zijn de balken wel zo dik? En die enorme steunberen aan de buitenkant? Antwoord: niet altijd. De balken zijn soms hol. Een stalen binnenwerk met een houten deklaag. Hetzelfde geldt voor de stenen beren. Dunne laagjes steen met daartussen niets. In een artikel over Kropholler in de Katholieke Illustratie van 1954 las ik, hoe B.Reith zich opwond over deze ‘verlakkerij’. Men verzekerde mij vanuit Amsterdam dat deze foefjes niet in de Martelaren zijn toegepast. Ik zou dat niet erg gevonden hebben, het ontroert mij juist dat sommige van Krophollers kerken niet zo bars en stevig blijken te zijn als ze lijken. Dat zie je maar aan die leuke pelikaan!
Geef een reactie