Bron: Gemeente Amsterdam
Door: Paul Nieuwenhuizen
Feest in Betondorp! Want het is 100 jaar geleden dat deze bijzondere wijk in stadsdeel Oost is gebouwd. Sinds 2022 is dit stukje Amsterdam een gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Wat maakt Betondorp zo bijzonder?
Arbeiderswoningen in de Watergraafsmeer
Al voor de annexatie van de gemeente Watergraafsmeer in 1921 verwierf Amsterdam de grond waarop Betondorp is gebouwd. In 1918 maakten de architecten J. Gratama en G. Versteeg een stedenbouwkundig plan voor de gemeente Amsterdam en de woningbouwcorporaties Algemeene Woningbouwvereniging (AWV) en Eigen Haard. Zij wilden hier arbeiderswoningen bouwen. De basis hiervoor was een al bestaand plan van de gemeente Watergraafsmeer uit 1907. Maar Gratama en Versteeg maakten het patroon hiervan wat onregelmatiger en afwisselender, met meer pleintjes van verschillende grootte en vorm.
Tuinstadgedachte
Het stedenbouwkundige plan van Betondorp, ook wel Tuindorp Watergraafsmeer genoemd, komt duidelijk voort uit de tuinstadgedachte. Deze tuinstadgedachte ontstond in Engeland aan het einde van de negentiende eeuw. Het ideaal van de tuinstad was een zelfvoorzienende satellietstad voor arbeiders met veel groen en voorzieningen, ver van de overbevolkte stadscentra met hun vervuilende fabrieken. Het idee drong ook door tot ons land, waar wijken in de vorm van een tuindorp met een besloten dorpskarakter werden gebouwd aan de toenmalige randen van de stad. Kaarten en luchtfoto’s uit de ontstaanstijd laten goed zien hoe afgezonderd Tuindorp Watergraafsmeer toen in de polder lag.
Bouwen met beton
Door gebrek aan geschoolde arbeiders en bouwmaterialen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog besloot de gemeente hier te gaan experimenteren met goedkope en snelle betonbouw. Als voorwaarde werd aan de bouwondernemers gesteld dat er bekwame architecten zouden worden ingehuurd. Een commissie beoordeelde de inzendingen op hun esthetische kwaliteiten. Deze commissie bestond uit de gerenommeerde Amsterdamse School-architecten J.F. Staal, B.T. Boeyinga en P. Vorrink. Bij de bouw van 900 woningen die door de gemeente werden gebouwd, gebruikte men wel 10 verschillende betonbouwsystemen. Dit werd de kern van wat later Betondorp is gaan heten. De overige 1000 woningen eromheen, van de AWV en Eigen Haard, waren door Gratama en Versteeg traditioneel vormgegeven. Deze werden gebouwd van baksteen en voorzien van pannendaken.
De betonnen woningen in het hart van de wijk zijn grotendeels gebouwd in de periode 1923-1925. Ze waren ontworpen door 8 verschillende architecten, onder wie D. Greiner, J.B. van Loghem, J.H. Mulder en D. Roosenburg. De gebouwen aan de Brink volgden iets later, in 1926-1928, de traditionele woningen van Gratama en Versteeg eromheen in 1927.
Bij de betonbouw werden 3 methoden het meeste toegepast: stapeling van betonblokken, gietbouw met behulp van bekistingen en montage ter plekke van geprefabriceerde betonnen platen en geveldelen. Al gauw bleek betonbouw nauwelijks goedkoper dan traditionele baksteenbouw. Ook kwamen er in veel gevallen al snel problemen met vocht, scheuren en roestvorming in kozijnen en de wapening. Het was dus vroeg afgelopen met deze experimenteerdrift. Qua esthetiek mag dit deel van Tuindorp Watergraafsmeer wél een groot succes worden genoemd. De rechthoekige, geometrische architectuur, die hier en daar de invloed verraadt van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright, steekt qua plasticiteit en expressiviteit die van de gelijktijdige Amsterdamse School naar de kroon en is vaak van een grote originaliteit en schoonheid.
Het leven in Betondorp
Een bekende inwoner van Betondorp was Johan Cruijff (1947-2016), die hier opgroeide en op 2 verschillende adressen in de wijk heeft gewoond. Kort na de Tweede Wereldoorlog heerste in Betondorp een heel andere sfeer dan tegenwoordig. De wijk was destijds best een afgelegen en besloten wijk. Er woonden vrijwel alleen arbeidersgezinnen en kleine middenstanders met socialistische denkbeelden of sympathieën. Dat was een rechtstreeks gevolg van het feit dat de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) in de jaren 1923-1925 de drijvende kracht was geweest achter de stichting van de wijk. Betondorp telde toen allerlei winkels voor dagelijkse boodschappen en andere voorzieningen, zoals scholen, een badhuis, een gemeenschapshuis en een openbare leeszaal. De meeste faciliteiten waren te vinden rond de Brink, het dorpspleinachtige hart van de wijk. Overigens werden kroegen en kerken aanvankelijk geweerd uit Betondorp: die pasten niet bij de sociaaldemocratische idealen. De komst van relatief veel Joodse bewoners leidde in 1928 daarentegen wel tot de bouw van een kleine synagoge.
Bijzondere wijk
In 2022 werd Betondorp aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Veel gebouwen rond de Brink waren al beschermd als monument, maar het is ook belangrijk dat de grotere stedenbouwkundige samenhang van de wijk als geheel, die zo goed als onaangetast is, bewaard blijft. De wijkgedachte is goed zichtbaar, doordat de verschillende functies van de wijk goed verdeeld zijn: woningen, winkels, scholen, een buurthuis en een bibliotheek.
Feest
Dit jaar wordt het 100-jarig bestaan van de wijk gevierd met allerlei activiteiten. Bijzonder is dat de klok op de toren in de Veeteeltstraat, die het 5 jaar lang niet deed, is gerepareerd. Vlak voor de viering van het 100-jarig bestaan doet ‘ie het gelukkig weer!
Geef een reactie