1960 – 2007
Auteur: René van Eunen – Verteller: Ada van Dalen-van Vliet, geboren in 1962 in Amsterdam. Dochter van Willem en To van Vliet.

Wim en To van Vliet waren maar liefst 32 jaar winkelier. Eerst hadden zij 10 jaar een melkwinkel op Newtonstraat 44 en daarna 22 jaar een kruidenierswinkel/buurtsuper op Newtonstraat 63, er pal tegenover. Hun dochter Ada liet mij haar herinneringen optekenen aan het werkzame leven van haar ouders.
Van het boerenleven naar een winkel in de Watergraafsmeer
Mijn vader werd in 1931 geboren te Bleskensgraaf en woonde later met het gezin in Hoenkoop. Mijn moeder werd in 1938 te Lange Ruige Weide geboren waar zij ook woonde. Zij verloofden zich in 1958 en zijn op 25 februari 1960 getrouwd. In datzelfde jaar lazen zij een advertentie in de krant met de kop ‘Melkwinkel te koop’. Toen is mijn vader met mijn grootvader Arie van Vliet samen met een man van de organisatie – Enkabé (Nederlandse Kruideniersbond) – gaan kijken naar de zaak gevestigd aan de Newtonstraat 44 in die verre Watergraafsmeer in Amsterdam. Daarna is mijn vader ook met mijn moeder een kijkje gaan nemen. Ze hadden er allebei veel zin in om met de winkel aan de slag te gaan en maakten alle benodigde papieren in orde. Een hele stap, ze kwamen van het boerenland. De andere broers en zusters bleven in hun vertrouwde omgeving wonen en werken. Mijn vader en moeder gingen als enige naar de grote stad en dat was voor hun ouders best wel heftig. Zelf vonden ze het een prachtige en rustige buurt en ze maakten snel contact zoals met Mies en Anton Schaap.

Een knusse winkel
Vrij kort na hun vestiging in de Watergraafsmeer in maart 1960 werden mijn zus en ik geboren. Mijn zus Gerda in 1961 en ik in 1962. Ik herinner mij de winkel op nummer 44 als klein en knus. Helemaal volgebouwd. Via een deur kwam je in een gang en dan was er links de woonkamer aan de kant van de Newtonstraat en rechts achterin een slaapkamer en een klein badkamertje en een pakhuisje waar mijn zus en ik sliepen. Mijn vader en mijn zus en ik waren gek op paling, maar mijn moeder hoefde alleen maar vis te ruiken of ze werd er al beroerd van. Dus als mijn vader op zaterdagavond lekkere verse paling had gehaald dan zaten wij dat in de winkel achter de toonbank op te eten.
Zusjes aan een touw
Mijn zus en ik wilden als kleine meisjes natuurlijk buiten spelen, maar mijn ouders stonden de hele dag in de winkel en konden ons dus niet in de gaten houden. Daar hadden ze wat op gevonden. Wij werden aan een touw gezet, aan de lantaarnpaal, en dan konden we alleen tot de stoep heen en weer lopen. Voor zoiets zouden ze nu meteen de kinderbescherming bellen. Toen we groter werden konden we natuurlijk zelfstandig in de buurt spelen. Ik kwam regelmatig in de sigarenzaak van Fred en Martha Verheul op de Hogeweg waar ik dan plaatjes van de Aristocats haalde die ik spaarde.

Dubbele wijk
In die tijd bracht mijn vader ook nog volop rond, het zogenaamde wijklopen. Als een andere melkboer op vakantie was deed mijn vader diens wijk erbij. Dus juist in de zomervakanties hadden mijn ouders het hartstikke druk. Mijn zus en ik moesten dan uit logeren en daar hielden wij niet van. Wij waren liever thuis zonder aandacht dan bij de ooms en tantes op de boerderij te zitten. Terwijl dat toch een Walhalla moet zijn zo’n boerderij voor kinderen als je de stad gewend bent. Het waren hele drukke tijden en er werd 6 à 7 dagen in de week gewerkt.

Verhuizing
In augustus 1970 verhuisden wij naar Newtonstraat 63. Het woonhuis erboven was ruimer maar vooral de winkel was een stuk groter. Als kinderen schrokken wij toen mijn ouders ons vertelden dat we gingen verhuizen, want we hadden allemaal vriendjes en vriendinnetjes in de buurt en op de Hogewegschool. Gelukkig bleken we slechts naar de overkant te gaan. In de winkel op nummer 63 was het mogelijk een aparte kaas en vleeswaren-, zuivel- en groentenafdeling te creëren. Het was een volle winkel, want iedere centimeter werd benut. Achterin was ook nog een opslagruimte en daar zat ook de trap om naar boven te gaan naar het woonhuis. Zoals gezegd was het woonhuis groter, maar toch sliepen mijn ouders in een opklapbed in de gang en mijn zus en ik deelden een kamer. Aanvankelijk huurden mijn ouders dit pand maar toen de mogelijkheid kwam om het te kopen hebben ze dat gedaan. Het ging dan om het hele hoekpand. De winkel met het woonhuis op één-hoog erboven en twee-hoog en de zolderverdieping waarvan de voordeur op Ptolemaeusstraat 11 zit. Rechts naast die voordeur zit een deur die niet open kon want die kwam uit in de winkel. Mijn zus en ik hebben nog op die zolder gezeten. Toen ze stopten met de winkel verkochten ze het gehele pand.
Opslag in de SRV-wagen
Vanaf de tijd van Newtonstraat 63 had hij een SRV-wagen. Eerst een kleine, daarna een grote. Hij reed daar nog een aantal jaren mee, maar stopte op een gegeven moment met de wijk. De wagen liet hij voor de deur staan en hij gebruikte hem toen als opslagplaats voor kratten met bier en frisdrank. Omdat hij toch geen wijk meer liep kon de wagen mooi dienen als gratis (en ook nog eens af te sluiten) opslagruimte.

Service versus de supermarkt
Ondanks de komst van de grote supermarkten hebben mijn ouders toch altijd goed hun brood kunnen verdienen met hun winkel. Naar verhouding is een kleine buurtsuper natuurlijk altijd wat duurder maar door de gezelligheid en de geweldige service hadden ze een grote klantenbinding. Als pa ’s ochtends om kwart over 7 al in de winkel was en een krantje zat te lezen en er kwam iemand voor sigaretten dan kon dat gewoon. Hij zei dan niet kom later maar terug, waarom ook want hij was er toch. Wat mijn zus en ik wel vervelend vonden was dat er voor Kerst ijstaarten besteld konden worden die op eerste of tweede Kerstdag of beide dagen tussen 17.00 en 18.00 uur opgehaald konden worden. Handig voor mensen van wie de vriezer al vol zat of die geen vriezer hadden. Wij konden dus nooit weg met Kerst. Typisch mijn vader en moeder; alles voor de klant. Het was gewoon keihard werken.

Zomer
Tijdens de zomervakantie was de winkel drie weken dicht, maar we konden maar 2,5 week weg want er moesten ook weer spullen besteld worden en de winkel moest schoon zijn enz. Ook bakker Bakker tegenover ons ging in de zomer drie weken dicht, dat deden ze om en om met mijn ouders. Mijn ouders lieten dan mijn zus en ik brood inkopen om in de winkel te verkopen en wat we daarmee verdienden mochten we houden.
“Van Vliet!”
Nadat mijn zus en ik zijn gaan werken, trouwen en verhuizen hebben wij nog regelmatig op zaterdag in de winkel geholpen. Dat was om onze ouders te helpen, maar ook omdat het heel gezellig was. We deden ook onze boodschappen bij pa en ma in de winkel. Mijn moeder was een gezelligheidsmens maar mijn vader was echt een gezellige kletsmajoor in de winkel. Hij was dan zo druk aan het praten dat als mijn moeder hem nodig had en heel vaak “Wim, Wim!” had geroepen hij dat niet eens hoorde en maar door ratelde. Dan riep zij met luide stem “Van Vliet!” en dan wist hij dat hij moest luisteren.

Emmakerk
Mijn vader was heel lang collectant in de Emmakerk. Hij reed ook ouderen van hun huis naar de kerk en weer terug. Toen mijn ouders na sluiting van de winkel naar Almere verhuisden gingen zij daar naar de kerk.

Afscheid
Pa heeft altijd gezegd dat hij, als het zou kunnen, met z’n zestigste wilde stoppen. Dat kon dus heeft hij het ook gedaan. Misschien had hij nog wel een paar jaar door gewild maar mijn moeder niet. Ze had namelijk last van spataderen en vermoeide benen en was het wel zat. Mijn zus en ik hadden de winkel mogen overnemen maar dat wilden wij niet. Want wij hadden altijd gezien hoe hard mijn ouders werkten, zeven dagen in de week. In 1992 verkochten mijn ouders het hele pand. Op 29 april 1992 werd er een afscheidsreceptie in de winkel gegeven. Vele klanten kwamen daarop af en het werd een gezellig samenzijn. De winkel werd overgenomen door Rudy en Patty Cete. Zij hebben de zaak helaas niet met succes kunnen voortzetten en zijn vrij snel gestopt.

Bekenden en vrienden
Mijn ouders hadden goede contacten met de andere zelfstandigen in de straat zoals met bakker Bakker en kapper André van Dalen waar mijn vader zijn haar liet knippen. Tot aan het einde van hun leven waren mijn ouders goed bevriend met bakker Zuidervaart (een van de voorgangers van bakker Bakker) en met Mies Schaap die echt een hartsvriendin was. Ze kwamen nog vaak op bezoek bij Mies in de Newtonstraat en zijn ook nog in hun oude winkel komen kijken toen de tweedehands kledingzaak Fifty-Fifty er in 1994 in kwam.

Laatste jaren
Na hun werkzame leven zijn ze naar een nieuwbouwwijk in Almere verhuisd. Ze hebben gezien dat de wijk in aanbouw was. Daar hebben ze nog fijne jaren gehad. Ze genoten van hun nieuwe huis en van hun drie kleinkinderen. Mijn zus heeft twee dochters gekregen en ik een zoon. Helaas heeft dat te kort geduurd. Mijn moeder kreeg op zeker moment MS. Na haar overlijden in 2005 ging mijn vader heel snel achteruit en hij overleed in 2007. Hij kon gewoon niet zonder haar. Vanaf 1960 hadden ze dag en nacht samengeleefd.

– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Naschrift van de auteur
Het was geweldig om met Ada over haar ouders en hun winkel te praten. Temeer omdat ik zelf warme herinneringen bewaar aan hen en aan de winkel. Menig keer ben ik met mijn moeder, een schoolvriendje of alleen daar binnen geweest. Als jongetje dat in de tachtiger jaren op de Archimedesweg opgroeide was de directe omgeving mijn hele wereld. De Newtonstraat was een gezellige straat en dat kwam vooral door de winkeliers. Ik liet mijn haren knippen door mijn vaders neef André van Dalen en daarna liep ik naar bakker Bakker en kruidenier van Vliet om voor mijn moeder brood en boodschapjes mee te brengen. Ik zal ze allen nooit vergeten. Toen was geluk heel gewoon.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –










wat leuk omdat alles te lezen, ik was denk ik de grootste klant (ha ha ) pakken koolvis voor mijn 3 katten en lekkere dingen en eten voor al onze vrienden die 2 a 3 keer per week bij ons aten, mijn man zat in het vlees, bij Freddy en Martha kocht ik alle wekelijkse tijdschriften, ik woonde op de Hogeweg 84 (CHELLY) Sspijtig dat ze zo vroeg zijn overleden , ik heb Toos nog proberen te vinden op F B maar zie nu waarom dat niet lukte. bedankt voor dit verhaal
Beste Ada,
Ik zat zo maar wat te surfen en kwam op deze site uit en vond al snel deze reportage.
De zaak van je ouders is jarenlang een begrip in onze familie geweest.
Mijn moeder Sjaan Visser-Bruijne (overleden oktober 2011, 92 jr.) kwam elke week maar misschien zelfs wel dagelijks boodschappen doen en liet dan de volle tassen daar staan en ik , Bert , mocht ze dan ophalen.
Met je zus Gerda heb ik nog in de klas gezeten op de Hogewegschool of was het met jou ?
Je vader heeft later ook wel boodschappen bij ons thuis bezorgd (Johan Keplerstraat 30) en als mijn vader dan thuis was dronken ze samen een borreltje.
Je ouders waren lieve mensen die ook een bindende factor waren in de buurt omdat het nog een tijd was van ons kent ons en men nog tijd had voor elkaar.
Ik werk in Amsterdam en fiets nog wel eens door het buurtje en zie dan altijd alles weer voor me
bijvoorbeeld ook hoe er in die tijd wel eens een draaiorgel in de straat was.
Dat klinkt nu erg melancholisch maar nou ja zo gaat dat nu eenmaal.
Het was het buurtje waar je speelde en vooral voetbalde , eind december kerstbomen verbranden op de hoek bij de school en dus de winkel van van Vliet.
De hele familie wist dat onze boodschappen bij van Vliet vandaan kwamen.
Volgens mij is mijn moeder nog wel eens op visite geweest bij je ouders in Almere.
Nou ik hoop dat het jullie goed gaat en misschien maken we nog eens contact.
Hartelijke groet,
Bert Visser
Leuk verhaal Ada en heel herkenbaar.
Als ik me niet vergis namen je ouders de melkzaak over van Dijkstra, die ook aan huis bezorgde.
Ik heb zelf ook in de Newtonstraat gewoond en je vader vaak geholpen met bezorgen in de wijk, niet in de laatste plaats omdat ik dan mocht meerijden met zijn gemotoriseerde melkkar. Dit alles speelde zich nog af vóór de zgn. melksanering, waardoor je vader ook bezorgde op enkele adressen buiten de wijk. Een enkele keer, als er melk tekort in de winkel was, werd ik er op uitgestuurd naar een melkzaak in de Halmaheirastraat, Indische buurt, met een leeg kratje.
Nog voordat Gerda en jij geboren waren kwam ik op zondag wel eens in jullie huiskamer, waar je ouders een pick-upje hadden waarop platen van Snip & Snap gedraaid werden.
Ik heb nog altijd goede herinneringen aan je ouders, het waren fijne mensen.
Bram Rentzenbrink Mooi verhaal zeer herkenbaar voor mij .Mijn vader was ook kruidenier en moest ook hard werken .Hij was de hele dag met de transportfiets met mand voor op de wijk in .Het was heel normaal dat je als kind moet meewerken .
Dineke Dierdorp Hardwerkende lieve mensen! Met rode appelwangen .Wij deden daar ook onze boodschappen.
Geweldig ja kan me die schatten nog heel goed herinneren We hebben samen nog iets heftigste meegemaakt met het overlijden van Tante Kitty een buurvrouw in de straat waar zij de winkel hadden Heel leuk dit allemaal te lezen ook de dochter van bakker Bakker is naar Almere verhuist Dankjewel René van Eumen x
Wij woonden op nr 24 en hebben de zaken en de familie v.Vliet meegemaakt. Wat een prachtige foto’s toen alles nog was zoals het was in de jaren50-60.
Hardwerkende mensen die altijd bereid waren nèt dat stukje verder te gaan in service verlenen aan de klanten om zich wellicht dè gezelligste en beste melkboer te noemen van de watergraafsmeer.
Dank voor dese mooie reportage!
Zo genoten van dit alles.
Ik woonde om de hoek in de Johan kepler straat op nummer 8.
Ik heb wat meegewerkt in de begin jaren en die zomers met de dubbele wijken
Ja ik heb van alles veel plezier gehad.
En later in 72 een eigen zaak in de Pretoriusstraat.
Groeten Roel
Dankjewel, Toos. Was je wel naar het afscheid gegaan? Want ik meen je op een paar van de (ongepubliceerde) foto’s te zien.
Het uitgebreide verslag van de fam.van Vliet gelezen en bekeken-waar blijft de tijd…….Ik kan ze mij nog heel goed herinneren al kwam ik daar haast nooit in de winkel; René, goed gedaan hoor.
Toos Kuit