2010
Door Ria Evertse-Staartjes (1945) Geboren en getogen in de Wetbuurt. Ze heeft daar gewoond tot 1963. Ze heeft er een geweldige jeugd gehad mede dankzij de grote familieband. Ook was er een bloeiend verenigingsleven dat door heel veel vrijwilligers in stand werd gehouden
Naar aanleiding van een verhalenwandeling op zondag 4 september 2011, vooral bedoeld voor oud-Wetbuurt- en Amsteldorpbewoners, maakte Ria Evertse-Staartjes het volgende verslag.
Jongens, wat een geweldig dag ! Alles zat mee, zelfs het weer. Het was enig om al die mensen van vroeger weer terug te zien en de meesten waren behoorlijk goed opgedroogd. Mooie oude hangjongeren geworden met allemaal hun verhaal over de afgelopen 45 jaar. Ik kwam aanlopen richting Erik Bouwman. Stond daar Guus Hoekstra naast hem. Eigenlijk had ik dat ook wel een beetje verwacht. Ook Jan de Hont, Herman de Hont, Eric Boom met partner en nog heel veel anderen, ongeveer 27 personen.
Het was een leuke tocht. Eerst door het Amsteldorp en daarna door de Wetbuurt. Eigenlijk zag het er goed verzorgd uit. Alleen waar ik zelf gewoond had vond ik het wat minder. Toen gingen we via de von Liebigweg richting Weesperzijde. Over de dijk en dan naar beneden bij de Kruislaan langs de schooltuintjes en sportvelden (o.a. JOS). Via de Dulongstraat weer terug naar de Open Hof voor de koffie.
Tijdens de tocht las Jo diverse verhalen voor en verschillende mensen vulden dat weer aan met anekdotes en eigen verhalen. Tijdens de koffie kwamen Harry Heere en zijn vrouw ook nog langs en uiteraard mijn oom, die zich ook bij het gezelschap voegde.
Later zijn we nog met een groepje naar café Hesp op de Weesperzijde gegaan. We hadden er nog geen genoeg van. We hebben daar gezellig op het terras nog wat gedronken en natuurlijk heel veel gepraat en gelachen.
Jongens, het was een superdag en we gaan dit beslist nog eens over doen en dan met de mensen die verhinderd waren.
Dit was maar een klein verslag, maar ik denk dat er wel meer mensen zullen reageren.
Met dank aan Jo die dit allemaal mogelijk heeft gemaakt en het op een geweldige manier deed. Hulde !
Peter de jong zegt
Was Rinus Michels een speler in Jos?
Volgens mij was hij de trainer
Mijn vader Henny de Jong werd inJOS 1 getraind en volgens mij werden ze toen kampioen.
Rob van Tuyl zegt
Leuk dat verhaal over de stadswandeling door de Wetbuurt. Ik zie daarbij namen van bekend geworden personen voorbijkomen.
In de Fahrenheitstraat was het speeltuingebouw en daar werden op zaterdagmiddag voor de jeugd films (8mm) gedraaid. Vaak films van Roy Rogers de cowboy. In de volksmond Rooie Roggers. Vaak ging de film stuk en dan ging er een meisje op het podium staan en begon te jodelen. Inderdaad, dat was Ria Valk.
Vlak naast haar woonde operazanger Willy Caron. De begeleidingsgroep van Rob de Nijs waren de Lords van de broertjes Heren en Boom uit de Roosendaalstraat.
In de Manenburgstraat woonde Bart Bregman, later profvoetballer geworden in de Bundesliga. Daarnaast woonde Tony Fagel, ooit sub-sponsor van de Formule I en daar weer naast woonden de broertjes De Hond, ook bekend als begeleidingsgroep van Neerlands Hoop in Bange Dagen.
Ook een bekend voetballer was ex-JOS Speler Jos Dijkstra, o.a. spelend voor Roda JC.
Zo heeft elke wijk wel zijn bekend geworden bewoners.
vriendelijke groet,
Rob van Tuyl
vroeger adres: Fahrenheitsingel 43
Jan de Hont zegt
Heerlijke wandeling was dat, zou het nu, na zo’n lange tijd graag nog eens overdoen.
Ik wil even reageren op het bovenstaande bericht van Rob.
De broertjes de Hont speelden eerst in The Apron Strings en daarna in ZZ & de Maskers.
Jaren later heb ik samen met Harry Heeren in de Neerlands Hoop Express gespeeld van Bram en Freek.
Ook Rinus Michels mag vernoemd worden als voetballer in JOS en Kees Bregman die jaren als profvoetballer in een Duitse club heeft gespeeld, Bart Bregman was zijn oudere broertje en was geen voetballer. Hij was wel mijn eerste vriendje in 1948.
Jan de Hont
Kees van Voorbergen zegt
Heb jaren in de Middelhofstraat gewoond
M.vr.gr
8
Constance zegt
Nog niet genoeg van de wandeling
“Daar was de manufacturenzaak van Engelander,” wees éen van de wandelaarsters.
Wij stonden allemaal aan de overkant, vanwaar die bewuste zaak was geweest.
Het was op de hoek van de Perelstraat en de Middelhoffstraat en we stonden voor de enige winkel in het dorp en dan nog niet eens praktizerend.
Hier komt de groenteman. Er had altijd een groentezaak gezeten, te beginnen met Fontijn.
En op die andere hoek had jaren en jaren bakkerij De Hoop gezeten, officiële gesetteld in Duivendrecht en evenals andere talloze bakkers, brood bezorgend met (in dit geval met paard
en wagen); de andere bakkers kwamen met een bakfiets.
Wij kochten brood bij Kwakman. Duizend gulden voor de W betaald, placht mijn moeder altijd te zeggen.
En geloof me, in die tijd, was dat werkelijk een gewaagd grapje, en wij kinderen lachten er alle keren weer om.
Maar voor bakkerij De Hoop op de andere hoek van de Perelstraat en de Middelhoffstraat had dus de manufacturenwinkel van Engelander gezeten. En onze wandelaarster had daar nog een trauma van. Want die Enge Lander, die scheen een partij kousen te hebben liggen, die hij alsmaar aan haar moeder of tante kwijt kon. Met als gevolg dat zij als enige van haar leeftijd met kousen en jarretelgordels door het leven ging.
En elke keer als zij dacht verlost te worden, dan had de oude heer Engelander weer een partij liggen.
Die rotvent.
Over kousen gesproken, toen wij aan de dijk in die kleine Starreboschstraatjes liepen, wist opeens iemand te vertellen dat daar een mevrouw woonde, die om er wat bij te verdienen,
kousen ophaalde. Ik bedoel, zij haalde geen kousen op, als ware het lompen en metalen, nee zij haalde de ladders op. Haar werktuig stond in het gangetje.
En dat was zo. Ik was dat helemaal vergeten. Ik denk dat de jeugd van tegenwoordig je met verbaasde wenkbrauwen zou zitten aan te kijken, waar hèbben ze het over? En toch heeft dit eerzame beroep bestaan, alvorens die vermaledijde panty’s, die altijd afzakten, hun intrede deden.
Kousen/ladder-ophaalster.
Het weer werkte mee. Er was regen en onweer voorspeld, maar niets van dat zulks, niet eens tikte de regen zachtjes tegen het zolderraam.
In de Manenburgstraat gekomen, waar de familie de Hont had gewoond voordat ze naar de Roosendaalstraat verhuisden, kwam ook de familie Fagel ter sprake. En toch wil ik hier even op inhaken.
Want zo een 25 jaar geleden, zaten mijn zoontjes met de zoon van Fagel op voetballen. Dat was leuk voor ze, haha. In ieder geval ik had geen auto, maar bij uitwedstrijden konden we altijd met ouders die nog een plekje over hadden meerijden. En terug. Zo was het daar bij SV Diemen. Een keer was er een tournooi in Zaandijk. Ik reed mee met een leider van een elftalletje, hoewel de meeste mensen daar aardig waren en vrij van kapsones, was deze leider zich erg bewust van zijn leiderschap en stak dat ook niet onder stoelen en banken. Het tournooi was leuk en toen werkte het weer ook mee.
Nu was het een ongeschreven wet bij de voetbalvereniging, dat je de autoloze mensen die je meenam, ook weer mee terugnam. Zo niet deze, van zijn leiderskwaliteiten overtuigde, manspersoon. Hij moest zijn schoonmoeder ophalen en dan kon hij niet met ondergetekende en haar twee zoontjes aan komen kakken.
Nou, prima hoor, dweil van een vent. En ik ging met zware sporttassen en mijn twee zoontjes, blijmoedig op weg, op zoek naar het station. Toen stopte er een auto.
Het was dan wel geen brand new Cadillac, maar de eigenaar, waarmee ik toevallig op school had gezeten, en die ook nog een oude dorpsgenoot was, ja jullie raden het al, Fagel, had best
een slee van een wagen. Arm was hij niet.
“Waar ga jij nou naar toe?” vroeg hij in opperste verbazing.
“Station,” “Maar je reed toch met die en die mee?”
Ik vertelde het schoonmoederverhaal en dat hij toch niet met zo een alleenstaande moeder met twee schoffies van zoontjes (niet echte schoffies hoor) aan kon komen.
Fagel bulderde van de lach. Stap in.
En dat vergeet ik dus nooit. Want hij moest met zijn zoon naar een verjaardag in de kop van Noord Holland en was in de omgeving van Zaandijk al een eind op weg natuurlijk.
En toch, reed hij terug, en bracht mij en mijn zoontjes keurig voor de deur.
Klasse!!!
Intussen, nu zijn we weer bezig met de wandeling, stonden we voor de vroegere bakker Veen, waar ik me maar al te goed, de heerlijke warme luilakbollen herinnerde.
Nadat Ooievaar (op de hoek van de Von Liebigweg en Von Guerickestraat) al jaren patat en croquetten verkocht, was Veen de tweede. Buiten natuurlijk die patatwagens met paard.
De meesten hadden het over Wolmerstet, ja, die kwam er later in.
Die winkeltjes in de Wetbuurt. Zij zijn niet meer.
Shopping in the Wetbuurt, the best thing you can do.
WWWWW; EEEEE, TT, de Wetbuurt.
Het is niet meer.
De wandeling was er nog wel en die werd hoe langer hoe leuker. Toen we over de Kruislaan liepen kwamen ook nog de schooltuintjes van meneer Veldkamp ter sprake.
Volgens mij hadden alle wandelaars dit meegemaakt.
Op welke school je ook zat in Amsterdam-Oost, op een gegeven moment had je schooltuintjes op de Kruislaan bij meneer Veldkamp.
Nu dwaal ik wel even af, maar dat bent u misschien al van mij gewend. Want plotsklaps schiet me te binnen dat wij op de lagere school ook Frankendaellessen hadden. Dat was heel geheimzinnig, want alles wat met het buiten Frankendael te maken had, was toen afgesloten.
Nu is het een park, waar ik menigmaal doorheen loop, met mijn boek op een bank ga zitten lezen, soms bij het kluizenaarshuisje, hoewel je daar toch niet te vaak meer moet komen denk ik, dat is al te bekend. Maar zelfs als je 63 jaar bent, kan je er nog steeds van genieten, dat je nu zomaar, dat park in mag lopen of fietsen.
Op een gegeven moment kwam natuurlijk ook aan deze wandeling een eind. C’ est la vie.
Maar ik heb er nog lang geen genoeg van.
Ik heb geen genoeg van al die mooie woorden,
Ik heb geen genoeg van alles wat jullie zeggen,
Ik ga wel naar huis maar jullie nog niet verlaten.
Amsteldorp/Wetbuurt, ik ben sterk aan je gehecht.
O ja, maar daar was ik niet bij, jammer genoeg. Er is nog een stel naar een ballentent gegaan.
Hahahaha,
My baby baby balluh balluh, shake it all over etc. etc.
Die goeie ouwe Hesp.
Constance Terlingen