31 december 1954 – 31 december 1964
Auteur: Frits Slicht – Verteller: Jaap Meents is geboren op 19 april 1939 in de Danie Theronstraat. Jaap heeft in zijn leven veel gewerkt, in verschillende sectoren. Maar uiteindelijk heeft hij samen met zijn (tweede) vrouw Jolly gekozen voor de markt, de Dappermarkt. Inmiddels staan ze al 27 jaar op deze markt. Sinds kort hebben zij met hun stal met kaarten (ook Hebreeuwse kaarten) een vaste standplaats. Bron: Geheugen van Oost
Regelmatig staat er onder die foto’s dat Jaap Meents ontbreekt vanwege een schorsing.
Ik had vaak bonje, niet met mijn medespelers, maar omdat ik zo’n harde speler was. In het jubileumboek van WV-HEDW staat daarom ook iets over mij. (Zie hier de beschrijving van dit prachtige boek in drie kloeke delen: Jongens vol illusie en idealen.
Er wordt geschreven dat ze nog nooit zo’n harde speler hadden meegemaakt. Ik moet toegeven dat ik een harde speler was, maar ik was absoluut niet gemeen. Ik ging niet opzij! In het jubileumboek staan veel foto’s, ook veel elftalfoto’s. Regelmatig staat er onder die foto’s dat Jaap Meents ontbreekt vanwege een schorsing.
Trainen en kaarten
Trainen deden we op dinsdag en donderdag. Als je dan om een uur of negen klaar was, ging je niet naar huis. Je legde dan met de hele ploeg een kaartje. Het werd dan al snel een uur of drie voor je de kantine uitging. De club was heel belangrijk voor mij. Daarom was ik ook altijd vroeg op het veld, ook al moest ik pas uren later voetballen. Als ik op zondag moest voetballen, stond mijn tas op woensdag al klaar.
100 % Joods
Bij Maccabi heb ik ook een leuk tijd gehad, ik heb met plezier gevoetbald. Maar er is toch een ding dat ik kwijt moet. Als wij gewonnen hadden, waren het vaak ‘die rot-joden’, maar als zij wonnen dan hoorde je nooit iets. Daarom was er ook vaak bonje en was het knokken. Ik kreeg vaak van alles naar mijn hoofd omdat ik er nog wel eens stevig inging. Vanaf de kant kreeg ik vaak te horen: “Hé vuile rot-jood”, of wat dan ook. Verder dan dat ging het niet.
Maccabi was denk ik wel voor 100% joods. Onderling werd daar nooit over gesproken, ook niet over het verleden. We hadden allemaal dezelfde rugzak.
Mijn vader voelde zich meer thuis bij Maccabi, hij kwam daar ook altijd kijken. Tot aan zijn dood voelde hij zich daar veilig!
Geef een reactie