De herinneringen van Lies Reuvekamp-Barf gaan terug tot de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog. Ik ging met haar in gesprek over haar grootvader Lucas Matter, veldwachter en brigadier van politie in de Watergraafsmeer en Amsterdam-Oost.
Waardigheid
Mijn opa was een heel integere maar ook rechtlijnige man met humor. Hij was niet een man die zijn borst vooruit stak. Beide grootouders werkten hard voor alles; hij was blij als het met het gezin goed ging maar hij was geen man van uitgesproken blijdschap of uitgesproken verdriet. Hij had die emoties vast wel maar dat liet je destijds niet zien. Ik heb hem ervaren als ontzettend gevoelig, maar hij had ook een nuchtere norm en een waardigheid zoals de Engelsen van vroeger hadden. Hij had staalblauwe ogen boven zijn grote snor die alles zagen. Ik hield heel veel van hem en ik houd nog veel van hem en ik heb lang het gevoel gehad, en dat klinkt misschien raar, dat hij me heel erg heeft bijgestaan in mijn leven, juist toen hij er niet meer was.
Kerk
Opa was, zoals onze hele familie, lid van de Gereformeerde kerk. Wij kerkten in de Rehobothkerk in de Zacharias Jansestraat. Ik herinner mij dominee Boerkoel en Berkhouwer e.v.a. Die kerk zat in mijn jeugd altijd bomvol. Bijna alle mannen droegen een hoofddeksel die afging in de kerk. Hij had in die kerk vele contacten, o.a. met de familie van Kessel van de Archimedesweg. Er werden in de kerkdiensten nog hele noten gezongen en er werd uitgebreid geknikkebold, moe als men was van het gezwoeg van maandagmorgen tot zaterdagavond.
Gezin
In de tijd dat opa nog als brigadier van politie werkte was hij gestationeerd in de Linnaeusstraat. In dat pand bevindt zich nu een restaurant. Oma is daar in tijden van krapte nog werkster geweest. Want ze lieten al hun kinderen studeren en er was natuurlijk nog geen beurs of zo. Alle kinderen werkten hard, drie werden onderwijzer en één werd dominee, maar allen hadden één passie en dat was muziek. Ik besef dat de musicerende, componerende en muziekminnende generaties na opa Matter allemaal hun oorsprong hebben in het hardwerkende gezin van opa en zijn vrouw. Het was daar normaal dat er een piano, een cello, een pijporgel en een viool kwam en iedere telg zijn/haar muziekopleiding startte op de muziekschool Belinfante op de hoek van de Pythagorasstraat en de Hogeweg. Ik heb groot respect voor hun toewijding in die zware tijd en het feit dat zij hun kinderen de ruimte gaven om hun creativiteit te ontwikkelen. Iets wat zij zelf nooit gekend hadden. Opa was niet materialistisch en vond de geestelijke ontwikkeling van zijn kinderen zeer belangrijk. Dat kreeg altijd voorrang.
Bijbel
Hij zat zelf altijd te lezen en vaak de Bijbel te bestuderen. Hij wist veel, las de krant van A tot Z en was politiek goed op de hoogte. Hij vond het materiële absoluut oninteressant en verkoos ten alle tijde innerlijke rijkdom boven uiterlijk vertoon van weelde. Dat was zijn kapitaal. Het moest er natuurlijk allemaal wel netjes uitzien; het moest wel proper zijn, gepoetst, goed dichtgenaaid en getimmerd zijn. Oma overleed 7 jaar voor opa, in 1948. Hij las heel veel in de Bijbel in de laatste jaren van zijn leven en hij was een wijze man en of hij veel moeite had met het verlies van zijn vrouw weet ik niet. Ik denk dat hij leefde in: “De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam des Heren zei geprezen”, die bekende Bijbeltekst. Dat had hij natuurlijk met het verliezen van drie kinderen al geleerd. Want hij verloor niet alleen dochter Geesje; zijn zoons die beide de naam Egbert droegen stierven op 3-jarige en 14-jarige leeftijd.
Normen en waarden
Opa Matter was meer op de Watergraafsmeer gericht dan op Meppel waar hij oorspronkelijk vandaan kwam. De gemeenschap van mensen en de normen en waarden vond hij zeer belangrijk. Ik denk dat hij hier wel erg op zijn plek was als brigadier-veldwachter. Dat was hij in het dagelijks privéleven in de Watergraafsmeer ook. Een keer zei hij tegen mij “Ach Liesje, vraag eens eventjes de heggenschaar te leen bij de buurman”. Dus ik ging netjes naar de buurman met die vraag, waarop de buurman antwoordde: “Die heb ik niet, ik heb geen heggenschaar!”. Toen ik terug kwam bij mijn doof wordende opa die op zijn bordes in de achtertuin zat, vroeg hij mij: “En, Liesje, waar is de schaar?” Ik antwoordde: “De buurman heeft geen schaar.” Opa: “Wat zeg je?” Ik: “De buurman heeft geen schaar!” En hij zei luid en duidelijk zodat de buurman het kon horen: “Dat zijn dus twee leugens. Hij heeft wél een schaar en hij zegt níet dat hij hem niet wil geven!” Hij vond het best dat de buurman hem niet wilde uitlenen, maar hij moest niet liegen.
Sterfbed
Opa lag op zijn sterfbed en anderhalve dag voordat hij overleed zei hij: “Liesje, als ik doodga, haal jij dan de dahliaknollen uit de tuin? Want die hoeven niet ook dood”. Hij was echt een bijzondere man.
Lees ook: Herinneringen aan mijn grootvader Lucas Matter (deel 1)
Lees de biografie over Lucas Matter, brigadier-veldwachter in de Watergraafsmeer
Cor Verhoog zegt
Ja, ook ik herinner mij de Rehobothkerk!
Ik zat daar in op de kleuterschool! Dit was de dependance van de school uit de Wakkerstraat!
Later natuurlijk naar de Wilhelminaschool.
Wij woonden destijds met gezin on de Pythagorasstraat 16 of 18 2 hoog.
Weet niet dat fam van Kessel zelf op de Archimedesweg woonden. Weet wel dat ze boven hun winkel op de Middenweg woonden.
Voor hun dochter kocht v. Kessel (getrouwd met mijn broer een woning op de archimedesweg 46. Kan over het fijn wonen in de watergraafsmeer me heel veel herinneren!
En als je zelf ouder wordt wordt je benieuwd hoe het met al die mensen is vergaan waarmee je in die tijd ‘ter kerke’ ging. Of samen zong op het IJK olv Peter Dogger.
K.Zijp zegt
Mooi verhaal en familie geschiedenis van een bekende familie in de Watergraafsmeer
Trudi van Dorssen zegt
Wat een mooie verhalen, zo liefdevol geschreven.
Afschuwelijk dat deze mensen 3 kinderen hebben verloren.
Bert Barf zegt
mooi om te lezen als klein zoon en natuurlijk trots op deze man!
Jo Haen zegt
Beste Cor,
Dit pand staat op de hoek Linnaeuskade/Pythagorasstraat en is eerder gebouwd dan de panden in de straat zelf. Wij hebben een gedegen onderzoek gedaan naar de plek van de foto, ik ben er zelfs heen gegaan om e.e.a. te verifiëren, maar het klopt toch echt. Kijkt u maar eens in de winkelrubriek Linnaeuskade 30.
Vr.groeten,
Jo Haen
Cor Koelewijn zegt
Puntjes op de i? 🙂
Ik denk dat genoemde jaartal bij de foto van de Pythagorasstraat niet juist is.
De Pythagorasstraat, waar ik overigens zelf heb gewoond op nr. 26 -dus zelfde kant en hoogte-, is voor zover ik weet gerealiseerd rond 1930-1932. De achtergrond op die foto kan dan ook nooit zo er uit hebben gezien.
René van Eunen zegt
Heer Koelewijn, u kunt gerust zijn. 🙂 Bij mijn onderzoek ga ik nooit over één nacht ijs. Alle informatie stamt keurig uit het Stadsarchief Amsterdam, o.a. van woningkaarten en het bevolkingsregister van Watergraafsmeer. Pythagorasstraat 2 behoort tot het oude blok dat er al veel eerder was dan de andere woningen aan die kant van de Pythagorasstraat. Wie nu de hoek Linnaeuskade 30 / Pythagorasstraat 2 ziet, ontdekt dat de straat drastisch is opgehoogd.