1970
Door: Jo Haen – Verteller Nico Kropman (1958). Geboren in Amsterdam, maar sinds de jaren 80 woont hij in Zwolle

Via het Jodenmanussie en de Ringdijk liep Nico, toen hij een jaar of 10,11 was, vanuit de Semarangstraat naar Jongensland op de Ooster Ringdijk. Eerst was er een bootje en later een klein pontje met een touwtje, waarmee je je naar de overkant van de sloot trok om zo op Jongensland te komen. Een eldorado voor opgroeiende jongens, die vooral uit de Indische Buurt kwamen, waar ze meestal kleinbehuisd waren.
Hij herinnert zich dat er een beheerder was waar je spijkers e.d. kon kopen. Het timmeren moest je jezelf maar aanleren, je keek het af van de andere jongens. Vooral hutten werden er in elkaar getimmerd, het hout daarvoor zoals pallets en oud hout werd door bedrijven, die er vanaf moesten, bij de sloot neergegooid. Wie het hardste kon rennen en dus het eerste bij het hout kwam had de mooiste stukken.

Er werden ook wel konijnen gehouden en kippen, maar die hadden meestal geen lang leven want de altijd aanwezige ratten vraten ze op. Nico had eens een konijn met 12 jonkies, maar die waren helaas binnen 2 weken verdwenen, opgevreten door de ratten.
Hij is ook eens in Jongensland blijven slapen, dat was eigenlijk wel een beetje eng. Beddengoed had je niet. Er waren jutezakken waar je in kroop. Sommige hutten waren dubbelwandig gemaakt, waardoor het minder koud was. Fikkie stoken was natuurlijk ook een geliefde bezigheid en een kampvuurtje maken waarop je dan aardappels pofte.

Volgens Nico stonden er regelmatig wel 10 hutten en waren er altijd wel zo’n 20 á 30 jongens op het terrein. Je moest je eigen hut wel goed in de gaten houden en op je spullen passen want voor je het wist hadden jongens jouw hut in de fik gestoken. Dat was wel even slikken natuurlijk. Er werd dus best ook kattenkwaad uitgevoerd, maar de jongens zagen dat niet als kattenkwaad. Dat hoorde er gewoon bij.
Als de fik te hoog werd werd er wel eens gewaarschuwd door mensen van het nabije Kernfysisch Laboratorium. Dan werd het te gevaarlijk.
Maar al met al heeft Nico er een geweldige tijd gehad. Hij ging ook wel eens naar de Gerardus Majella speeltuin in de Tidorestraat, maar Jongensland was toch het leukste.
Helaas heeft Nico geen foto’s, een fototoestel had je in die tijd niet.
Geef een reactie