1900 – 1979
Bron: J. Roest – De Kerk in het midden – Jubileumnummer 1939 – 1979
Op 20 augustus 1629 werd de polder Watergraafsmeer drooggelegd. Het hervormde kerkelijk leven kwam echter pas rond deze eeuwwisseling tot ontwikkeling. Kerkelijk behoorde de Watergraafsmeer tot Diemen en de bewoners moesten daar ter kerke. De meeste mensen in de Meer woonden in de buurt van de Ringdijk. De verbindingen met Diemen waren slecht. Velen kerkten dan ook in de in 1892 gebouwde Muiderkerk, omdat deze veel dichterbij stond. Langzamerhand kwam het kerkelijk leven in de Meer tot ontwikkeling, dankzij de trouw en het kerkelijk besef van een aantal hier wonende hervormde families.
De vereniging Nederlandsch Hervormde kerkbouw
De vereniging Nederlandsch Hervormde kerkbouw werd op 22 juni 1900 opgericht uitsluitend en alleen met het doel om de kerkelijke belangen voor de op te richten gemeente te behartigen; een kleine groep enthousiaste mensen die veel werk hebben verzet. Sedert 1893 werd er catechisatie gegeven in de openbare school aan de Ringdijk. De 27 leden van de vereniging hielden hun godsdienstoefeningen in het Rechthuis op de hoek van de Ringdijk en de Middenweg. Dit gebouw werd gebruikt voor het houden van feesten. Vaak moesten de organisatoren van de kerkdiensten eerst de restanten van de feesten van zaterdagavond opruimen. De offervaardigheid van de hervormden was groot. Op 28 januari 1909 kocht de vereniging de grond en het kerkgebouw aan de Simon Stevinstraat hoek Wakkerstraat. Dit gebouw, bekend als de OUDE KERK, was oorspronkelijk een gereformeerde kerk.
20 Februari 1909 werd het ‘Oude kerkje’ ingewijd. Tot februari 1939 werden hier kerkdiensten gehouden. Daarna werd de kerk gebruikt voor jeugddiensten, zondagschool, koorrepetities en het C.J.M.V. werk. In april 1963 werd het kerkgebouw verkocht. Op 16 juni 1916 kon de vereniging ook het wijklokaal met bovenhuis aan de Celsiusstraat 34 kopen.
Oprichting Nederlandsch Hervormde Gemeente te Watergraafsmeer
De Watergraafsmeer, tot 1921 een zelfstandige gemeente, breidde zich snel uit. De leden van de vereniging, 325, zaten niet stil. Een groot moment was het voor hen toen de kerkelijke gemeente de ‘Nederlandsch Hervormde Gemeente te Watergraafsmeer’ op 1 december 1925 werd opgericht. Het ‘Oude Kerkje’, alsmede het wijkgebouw aan de Celsiusstraat werden op 20 februari 1926 aan de kerkelijke gemeente overgedragen. Tevens werd de Vereniging Nederlandsch Hervormde Kerkbouw opgeheven. Consulent voor de kerkelijke gemeente werd dr. P.J. Kromsigt die veel heeft gedaan. De hervormde gemeente groeide gestaag. Zo hard, dat men besloot over te gaan tot het stichten van een predikantsplaats.
Ds. G. Grootjans jr., werd op 27 oktober 1929 bevestigd als de eerste predikant van onze hervormde gemeente, terwijl in 1934 ds. A.D. Meeter als tweede predikant zijn intrede deed. De Watergraafsmeer groeide nog steeds. Het ‘Oude Kerkje’ werd te klein. Na veel wikken en wegen, overleg plegen en adviezen inwinnen werden de plannen aan de gemeente bekendgemaakt: een nieuwe, grotere kerk zou worden gebouwd, die in de toekomst centraal in de Watergraafsmeer zou staan. De gemeente werd gemotiveerd. Een bouwsteenaktie werd op touw gezet, bazars werden gehouden om het geld te verzamelen voor het benodigde bouwkapitaal. De offervaardigheid van de gemeente was groot.
De bouwcommissie
In 1938 kocht de bouwcommissie een stuk grond op de hoek van de Middenweg en de Nieuwe Weg, (nu Wethouder Frankeweg geheten), naast Frankendael. Een lang, smal stuk terrein, mooi gelegen in de Watergraafsmeer. Op het terrein stond het huis ‘Pericles’, dat bewoond werd door de ‘Peperkoning’. Dit huis werd door de heer W.N. Rakers gekocht.
Zaterdag 9 juli 1938 was het groot feest voor de hervormde gemeente. De twee oudste leden van de Vereniging Nederlands Hervormde Kerkbouw, de heren L. Bijl en W.N. Rakers metselden de gedenksteen, die u nu nog vindt naast de ingang van de kerk. Ongeveer 281 gemeenteleden tekenden een oorkonde, die in een loden koker in de buurt van de gedenksteen werd ingemetseld. Daarna hebben deze gemeenteleden allemaal zelf een steen gemetseld. Zij werkten op deze manier daadwerkelijk mee aan de bouw van de nieuwe kerk. Om te mogen metselen moest een offer worden gebracht. Het fonds voor de kerkbouw werd die middag ƒ 800,– rijker.
Inwijding Emmakerk
De inwijding van de Emmakerk vond plaats op 18 februari 1939. Lang voor het aangegeven uur van de plechtige inwijding was de kerk tot de laatste plaats toe gevuld. Een aantal mensen moest buiten blijven. Vele hoge gasten waren aanwezig. Namens Koningin Wilhelmina nam jhr. F.J.E. van Lennep aan de plechtigheid deel; het gemeentebestuur werd vertegenwoordigd door wethouder Jac. Rustige, tevens lid van de bouwcommissie en namens de Algemene Synode der Nederlandsch Hervormde kerk woonde Dr. G. Oorthuys de dienst bij. Ook de moedergemeente Diemen was vertegenwoordigd. De dochter was nu de moeder boven het hoofd gegroeid. Ds. Grootjans hield, nadat de voorzitter van het College van Kerkvoogden Mr. Dr. M. Visser het kerkgebouw had overgedragen aan de kerkeraad, de prediking over het bijbelgedeelte dat u vindt in Lucas 24 vers 29a: “En zij dwongen Hem, zeggende; Blijf met ons”.
De Emmakerk, architect Ir. G. Friedhoff
De Emmakerk is gebouwd onder de architectuur van Ir. G. Friedhoff. Het terrein, waarop de kerk gebouwd moest worden was erg smal; maar 22 meter breed. Toch moest er een kerkgebouw neergezet worden met 1000 zitplaatsen. Ir. Friedhoff is hierin goed geslaagd. Een hoge middenbouw, met aan de zijkanten laagbouw. De toren is aan de straatzijde geplaatst zodat het kerkgebouw geheel op zichzelf staat, los van Frankendael. Uit de financiële stukken blijkt dat huize Pericles werd aangekocht voor ƒ 20.041,62, dat de bouwkosten van de kerk ƒ 155.668,86 bedroegen, dat het orgel, gebouwd door de heer Spanjaard ƒ 7.419,97 heeft gekost en de luidklok ƒ 1.093,60. Totale bouwkosten dus ƒ 184.224,05. Bij Koninklijke goedkeuring is toestemming verkregen de kerk te noemen naar wijlen Koningin Emma. Het kerkbestuur had hiermee de bedoeling het koningshuis te eren; de moeder om de dochter en de dochter om de moeder.
Emmakerk en symboliek
De Emmakerk is een eenvoudige, strakke kerk, zonder versiering. Toch heeft de architect symbolen in de bouw verwerkt, waarvan het goed is die te weten.
Voor de kerk ligt het ‘plein’. Lopend over het plein betreedt u de trappen naar de ingang. De trappen symboliseren het ‘opgaan naar Gods Huis’- naar de tempel. (De tempel lag op de berg Moria). De ingang bestaat uit drie gelijke, boogvormige deuren. Deze bedoelen te herinneren aan de ‘Drie-eenheid – Vader, Zoon en Heilige Geest’.
Het interieur van de kerk is eenvoudig – steen en metselwerk. De architect heeft deze eenvoud, degelijkheid en voornaamheid gezien als een verkondiging in steen van de eenvoud, de degelijkheid en de voornaamheid van het evangelie, waarvan de verkondiging in het kerkgebouw alle aandacht vraagt.
In de kerk staan twaalf pilaren – deze herinneren aan de twaalf apostelen. In de rand van de avondmaalstafel vindt u de opdracht ‘verkondigt de dood des Heeren’ terwijl op de tafel de kandelaars met de brandende kaarsen staan. De brandende kaarsen zijn een opdracht voor de gemeente. Wees een licht in de wereld want Jezus is het licht der wereld.
Naast de tafel staat het doopvont (niet het oorspronkelijke doopvont).
Op de kansel ligt de opengeslagen bijbel. Deze bijbel verkondigt het Woord van God, dat doorgegeven moet worden – verkondigt het uw kinderen. Deze kanselbijbel is een geschenk van mejuffrouw J.H. Soesan. De bijbel werd door ouderling Soesan aangeboden tijdens de plechtige inwijding van de kerk. Op het titelblad heeft mejuffrouw Soesan de opdracht geschreven ‘lustus ut leo confidit’ – onder verwijzing naar Spreuken 28 – ‘de rechtvaardige is moedig als een jonge leeuw’.
In de achterwand van de preekstoel is het kruis verwerkt. Dit verwijst naar hetgeen in de bijbel geschreven staat: ‘de joden een dwaasheid, de grieken een ergernis, maar hen die geloven een kracht Gods tot zaligheid’.
Op de toren van de kerk staat geen haan maar een vis, het oudste christelijke symbool. Het Griekse woord voor vis is Ichthys, de beginletters van ‘Jezus Christus Goods Zoon is redder’.
In de toren hangt de luidklok die geschonken is door onze gemeenteleden. Deze klok is in de oorlogsjaren gestolen door de duitse bezetters. Een soort kachelpijp heeft in die tijd als luidklok dienst gedaan. In de luidklok vindt u het randschrift ‘hora ruit des manet’ – de tijd gaat voort, God blijft’. De verlichte tijdaanwijzende klok is een geschenk van het gemeentebestuur van Amsterdam.
Tenslotte het lakzegel van onze hervormde gemeente. U vindt dit getekend op de voorzijde van dit kerkblad. Ook op alle officiële stukken vindt u dit afgebeeld. Het randschrift luidt ‘per Christum resurgimus’ – ‘door Christus zijn wij opgestaan’.
Wellicht is het goed deze symbolen te kennen en te herkennen in ons kerkgebouw. Misschien worden wij mede daardoor iedere keer opnieuw bepaald bij de grote belofte dat Gods Rijk eenmaal komt. Het is immers niet ‘verkondigt de dood des Heren’ maar ‘verkondigt de dood des Heeren totdat Hij komt’.
Watergraafsmeer L. Roest
Jaap Brouwer zegt
Goedemiddag mevrouw, mijnheer,
Is bekend wat er met het orgel is gebeurd dat in 1912 in de Oude Kerk van Watergraafsmeer is geplaatst.
Ik kwam het instrument tegen in een oude verzameling orgelgegevens en ik kan er vrijwel niets over vinden.
Mocht u iets weten dan hoor ik dat graag.
m.v.g.
dr. Jaap Brouwer, Winsum [Gn]