Bron: NRC.nl
Reve situeerde Werther Nieland in Betondorp, de Amsterdamse buurt waar hij zelf opgroeide. Beeld uit die tijd was schaars, tot nu.
Een quizvraag. Wat hebben schrijver Gerard Reve, fotograaf Ed van der Elsken, filmster Willeke van Ammelrooy, oud-NRC-hoofdredacteur Wout Woltz en ene Johan Cruyff met elkaar gemeen?
Het antwoord: ze groeiden op in Tuindorp Watergraafsmeer, een uit 1923 daterende nieuwbouwwijk in Amsterdam-Oost, beter bekend als ‘Betondorp’, zo genoemd omdat het een van de eerste Nederlandse woningbouwprojecten was waarbij veel beton werd toegepast.
Reve was net zo oud als Betondorp. Als baby behoorde hij tot de eerste bewoners van de Ploegstraat, waar hij tot zijn veertiende zou wonen, op drie verschillende adressen. Over zijn ervaringen als 11-jarige scholier schreef hij later de novelle Werther Nieland (1949), die hij zelf later als een van de hoogtepunten in zijn omvangrijke oeuvre zag. Reve-liefhebbers die nieuwsgierig zijn naar het Betondorp van zijn jeugd, moeten genoegen nemen met karige beschrijvende zinnen als: „Het plantsoen, dat niet door hekken omgeven was, lag verlaten voor ons. Omdat het pas enkele jaren tevoren was aangelegd was er nog niets hoog gegroeid.”
Foto’s van Betondorp in de jaren dertig zijn schaars. Voor Revianen (vooral mannen op leeftijd) is het daarom prettig dat bij NRC Veilingen (het samenwerkingsverband tussen Adams Amsterdam Auctions en NRC Media) een geschilderd stadsgezicht van Betondorp is opgedoken uit de jaren waarin Werther Nieland speelt. Het gaat om een doek uit 1933 van Louis Schrikkel, een Amsterdamse schilder die kunst wilde populariseren en zichzelf om die reden „een positieve populist” noemde.
Schrikkel schilderde een aantal huizen in Betondorp gezien vanaf de tuinzijde, met op de voorgrond schuurtjes, drogend wasgoed aan de waslijn en een kaal boompje. Een standpunt waarmee Reve vermoedelijk had ingestemd, getuige een brief uit 1985 die zijn biograaf Nop Maas in de omvangrijke levensbeschrijving aanhaalt. Reve: „De voordeur, aan de straat, was voor vreemden en voor begrafenissen. Vrij algemeen ging men ‘achterom’, en vervoegde men zich, via een laantje en een achtertuin, aan de keukendeur.”
Melancholie die ook spreekt uit een jeugdherinnering in Reves brievenroman Op Weg Naar het Einde (1966). De schrijver herinnerde zich hoe hij een buurvrouw in de Ploegstraat tegen een andere vrouw hoorde zeggen: „Veel groente en weinig aardappelen, dat eet voor een man niet zo lekker.”
Geef een reactie