1969- 2024
Bron: Het Parool
Auteur: Dylan van Eijkeren
De Omval, de landtong aan de oostelijke oever van de Amstel, kent een geheimzinnig geheim: waar de Weespertrekvaart de rivier in buigt, bij het spoorviaduct en de Omvalbrug, wacht drieënhalve meter onder water, in een kelder, een balgstuw. Een wat? U mag ook schulpstuw zeggen.
De stuw ligt in een betonnen kist
Je moet het weten om het te zien is een leuk adagium, maar in het geval van de balgstuw bij de Omval gaat het niet helemaal op. Zelfs als je het weet, valt er namelijk niets te zien. Asset manager waterveiligheid Bas Molenkamp (48) van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht zegt: “In 2011 is de balgstuw voor het laatst gezien, want toen is hij vervangen. Sindsdien ligt hij weer in een betonnen kist, afgedekt met stalen platen, op de bodem. Te wachten op iets dat waarschijnlijk nooit zal gebeuren.”
Op twee betonnen steigers na is er dus alleen een dertig meter breed water en in dit jaargetijde veel pleziervaart te zien bij de Omval. Maar wat zien we dan allemaal níét? Veel meer dan alleen een onzichtbare rubberen zak, vertelt Molenkamp – maar laten we bij het begin beginnen.
Als het aan het water zou liggen, was de Watergraafsmeer precies wat de naam zegt: een meer. Dankzij dijken, gemalen, sloten en natuurlijke waterlopen zit iedereen van het Science Park tot Amsteldorp met droge voeten op de bank dan wel in de collegebanken. Stel, echter, dat er een dijkdoorbraak plaatsvindt. Dan is het handig als de Weespertrekvaart gescheiden kan worden van de Amstel (op NAP), om te voorkomen dat de Venserpolder, de Bijlmermeerpolder en de Watergraafsmeer (meters onder NAP) vollopen met water uit de rivier.
Koude Oorlog
Een Hollandse dijk breekt niet zomaar door, maar wat te doen als de Russen met snode plannen opdagen of als er een bom wordt gegooid die een gat in een dijk slaat? We schrijven 1952: de Tweede Wereldoorlog was nog een rauwe herinnering en de Koude Oorlog kwam al flink op stoom. Vandaar dat de Wet Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstijd (BWO) werd opgetuigd.
Toen de wet in 1991 werd ingetrokken – de Berlijnse Muur was gevallen, de Koude Oorlog voorbij – wilden de provincies af van hun zogeheten BWO-keringen en werd de waterschappen vriendelijk verzocht eigendom en onderhoud over te nemen.
De Delftse waterwetenschapper Nikki Brand, gespecialiseerd in de vloedbestendigheid van steden, schreef in 2011 over de zogeheten BWO-keringen: ‘J.C. Buijze, in de jaren vijftig van de vorige eeuw hoofdingenieur-directeur van Provinciale Waterstaat in Noord-Holland […] experimenteerde in zijn eigen badkuip. Naar een voorbeeld dat hij in de grote Amerikaanse meren had gezien, bouwde hij een stuw van rubberdoek die normaal gesproken opgevouwen in een metalen doos op de bodem van de waterweg ligt. Met een druk op de knop kon die rubberen zak volgepompt worden met water zodat de watergang werd afgesloten. Vanwege de markante verschijning werd de schulpstuw ook wel ‘de condoomstuw’ genoemd. In het Amstelland ligt er […] één in de Weespertrekvaart nabij de Omval. Herkenbaar aan de blauwe kastjes op de oever.’ Desgevraagd laat Brand weten geen nader onderzoek naar de stuw te hebben verricht.
Cultuurhistorische waarde
De blauwe kastjes zijn verdwenen, maar op de steiger aan de kant van nieuwbouwwijk Bajeskwartier staat een groenig exemplaar. Daarin bevindt zich de pomp om de rubberen balg van 28 meter te vullen met water en de Watergraafsmeer te beschermen voor het Amstelwater. “Dat zal, pin me niet vast op een minuut, ongeveer een halfuur duren,” zegt Bas Molenkamp van het Waterschap.
De schulpstuw in de Weespertrekvaart is maar een van vele de BWO-keringen rondom de Watergraafsmeer, voegt hij daaraan toe. Heeft u even, dan stappen we op de fiets. Molenkamp zet koers naar de kruising van de Ringvaart en Wibautstraat, waar zich naast de voormalige bakkersschool een ‘toldeur’ bevindt. “Binnen ons vakgebied hebben we het over kunstwerken als we het hebben over sluizen, compartimenteringswerken, keringen en stuwen.”
“Ik hou me beroepshalve bezig met de vraag of het waterschap moet blijven investeren in onderhoud, jaarlijkse testen en sluitingsprotocollen van deze oude BWO-kunstwerken. Het kost allemaal veel geld en energie en het is iets extra’s, want we hebben de dijken al en die zijn streng genormeerd. Maar we hebben toch besloten erin te investeren. Ook omdat ze een cultuurhistorische waarde hebben. Zo’n balgstuw kun je niet zien, maar deze toldeur is toch een fraai kunstwerk.”
Molenkamp, fietsend op de Ringdijk: “We hebben ook twee gemalen die de Watergraafsmeer drooghouden, want geen enkele druppel regen die in een polder valt, verdwijnt weer uit zichzelf.”
Rode Schuif
‘Een kunstwerk in het kwadraat’ vormt de volgende stop: de rode schuif in de Valentijnkade, in de Maria Skłodowska-Curiebrug bij de oude Joodse begraafplaats. “De schuif kunnen we laten zakken en zo compartimenteren we de Ringvaart en beperk je schade bij een doorbraak.” De schuif ziet er modern uit; hij is in de plaats gekomen van een toldeur bij de brug in de Molukkenstraat. Molenkamp: “Met die rode schuif in de brug is het eigenlijk een kunstwerk in een kunstwerk.”
Verderop, waar de Ringvaart de Westelijke Merwedekanaaldijk raakt – en waar het Nieuwe Diep, het Amsterdam-Rijnkanaal en het Buiten-IJ een enorme plens water verenigen – staat een forse, betonnen keersluis die de Ringvaart kan behoeden voor wassend water. Aan gene zijde van de dijk wijst Molenkamp op een dozijn enorme houten balken die boven het water hangen. “Een extra borg. Mocht de kering niet werken, dan kunnen we die balken met een kraan in de uitsparingen laten zakken.”
De afweging die Molenkamp moet maken: moeten de BWO-keringen worden onderhouden? De ongewisse noodzaak maakt het antwoord bepaald niet evident. Vooralsnog is dus voor onderhoud gekozen; na de renovatie van de Omvalbalgstuw in 2011 zou die nog 37 jaar dienst moeten kunnen doen.
Kan de zeespiegelstijging de ‘kunstwerken’ niet alsnog relevant en nuttig maken? Molenkamp, terug bij de Omval, kijkend in het water dat de balgstuw aan het zicht onttrekt: “Dat is een vraag waarop niemand het antwoord heeft, maar onmogelijk is het niet. Al zal het niet op korte termijn zijn, want onze dijken doen hun werk vooralsnog prima. We moeten wel beseffen dat het water steeds meer ruimte nodig zal hebben en dat we het die ruimte ook zullen moeten geven.”
Jo Haen zegt
In 2011 was renovatie nodig. De stuw wordt hier teruggeplaatst – Alle rechten voorbehouden
Uit het Parool van 5 oktober 2011:
.
Met groot materieel is vanmorgen een grote opblaasbare dijk in de Weespertrekvaart geplaatst. De noodwering kan in geval van extreem hoog water of een dijkdoorbraak de Weespertrekvaart van de Amstel scheiden.
De noodkering kan worden volgepompt met water en lucht zodat die boven water uitkomt. Op die manier kan worden voorkomen dat water bij calamiteiten vanuit de Amstel de laaggelegen Watergraafsmeer instroomt. De balgstuw is normaal gesproken niet zichtbaar vanaf de kant.
De stuw werd in 1969 geplaatst in de Weespertrekvaart ter hoogte van het spoor. Uit inspectie bleek dat renovatie nodig was.
De werkzaamheden bestonden uit schoonmaken en het opnieuw schilderen van de balgkast. Een aantal onderdelen is vervangen en het balgrubber is volledig vernieuwd. De pompen zijn gereviseerd en er is een nieuwe elektrische installatie aangelegd.
De Watergraafsmeer is de afgelopen maanden niet in gevaar geweest, zegt een woordvoerder van Waternet. “Het gaat om een back-upsysteem.
We hadden deze zomer bovendien een serie grote containers ter plaatse klaarstaan om ze in geval van een crisissituatie onmiddellijk in de Weespertrekvaart te kunnen plaatsen. Dat had dan hooguit enkele uren geduurd, maar gelukkig is dat niet nodig geweest”.
De noodkering is de afgelopen veertig jaar nooit gebruikt voor calamiteiten, alleen voor oefeningen, zegt Waternet.
Jo Haen
P.S. Alwin Müller meldde nog dat de verwijdering van de schulpstuw, in maart van dit jaar, ook op You Tube is te zien: “Nijhuis balgstuw de Omval”, een film van ca. een half uur.
——————————————-
Uit inspectie bleek, dat renovatie nodig was!
Gelukkig heeft hij nooit dient hoeven te doen, daar na 50 jaar onderwater te hebben gelegen er van alles aan mankeerde.
Zoals: nieuw rubber, nieuwe electrische installatie, reviseren van de pompen etc.
Wat een ramp had dat kunnen zijn,als voor die revisering die stuwbalg dienst had moeten doen.
Als hij dan niet goed had gewerkt,had de gemeente dan ook containers zo snel bij de hand?