7 maart 2022
Bron: Het Parool
Auteur: Maarten Moll
Het rode boompje is nog niet rood. Ik sta ervan te kijken. De bladeren zijn wat laf-oranje gekleurd, nog niet eens richting rood. Het klopt dus wat er in de krant stond. Dat de natuur een paar weken is opgeschoven. Het wordt later herfst.
Vorig jaar appte ik mijn dochters op 21 oktober over het rode boompje. Het vurig rode boompje. Nu is het bijna twee weken later als ik ze de foto stuur. ‘Heel matig van het boompje,’ appt Oudste Dochter. ‘Kutboom!’ Haar zusje. ‘Pardon?’ vraag ik. ‘Is toch flauw? Ik wil het rode boompje!’
Het rode boompje, inmiddels een uit de kluiten gewassen exemplaar, staat bij de Jaap Edenbaan en was, toen ik nog met de dochters naar school fietste, altijd het sein dat de herfst echt begonnen was. Bovendien zijn we voor dat boompje, dat zich maar moest zien te ontwikkelen in de schaduw van de grote broers en zussen. Het boompje blies zichzelf elke herfst rood op tussen de reuzen die alleen maar geelgroenbruin verkleurden. (Zoals dat jochie in Asterix in Hispania rood aanliep.)
Er stonden twee fietsen tegen de boom. Een heren- en een damesfiets. Met twee dikke sloten aan elkaar en de boom vastgemaakt. Ze staan er al een paar dagen elkaar te liefkozen, want ik rij elke dag langs het boompje om de metamorfose maar niet te missen sinds ik een jaar vergat een foto van boompje naar mijn dochters te appen. Het boompje blijft maar heel kort heel rood.
Ik heb iets met eenzame fietsen. Niet als ze allenig in een fietsenrek staan, of ergens tegen een huis. Maar wel als ze in een park tegen een boom of lantaarnpaal staan. Waarom heb je hier je fiets achtergelaten? Wat is er gebeurd? Alsof je je hond hebt achtergelaten. De fietsen die tegen het rode boompje stonden, hadden zo op het oog geen gebreken. Prima sturen, deugdelijke zadels. Vier harde banden. Het zag er wel een stuk minder eenzaam uit, zo met z’n tweeën. Gezelliger, al hoorde ik ze niet met elkaar smoezen.
Dan ga je fantaseren. Zouden de berijders elkaar hier toevallig zijn tegengekomen? Iets in elkaar hebben herkend en spontaan wilde plannen hebben gemaakt om samen de wereld in te trekken? Maar laat je dan twee goede fietsen zomaar achter?
Mij is wel eens een ernstig gebrek aan spontaniteit en ‘groot denken’ verweten. Toch heb ik mijn fiets zelf wel eens laten staan midden in de stad, het avontuur achterna. Een nachtcafé met een aquarium (hoe heette die tent?). Of bij iemand driehoog-achter in de Jordaan likeurflessen leegdrinken. Maar altijd keerde ik terug naar mijn fiets.
Zoals de twee eigenaren van de fietsen terug zullen keren naar het boompje. Om hun fietsen aan te treffen onder tientallen rode blaadjes.
Het was de laatste foto, blijkt nu. Ik wist niet wat voor een boom het was. Maar daar ben ik laatst in mijn zoektocht naar de valse christusdoorn achter gekomen. Op de site van de gemeente Amsterdam, en dan specifiek op de map bomen, kun je elke boom in Amsterdam lokaliseren en lezen om welke boom het gaat. Een moeraseik. In 2010 geplant. Misschien dat een van de stormen de boom heeft ontwricht. Of een ziekte.
In De Romeinse lusthof gooien Asterix en Obelix magische eikels in de gaten van door de Romeinen gerooide bomen. Er schieten dan meteen bomen op. Helaas beschik ik niet over magische eikels. De moeraseik krijgt pas na vijftien tot twintig jaar eikels. Zo lang stond het rode boompje er nog niet.
Zoals ik nog steeds de Markthal mis in D. (waaar de kans Stevie Ray Vaughan te zien spelen door mijn neus werd geboord omdat de grootgebruiker van drugs en aanverwante zaken met een darmperforatie in een Londens ziekenhuis lag), zo mis ik nu al, ver, ver voor oktober, het rode boompje.
Ik ben benieuwd hoe de dochters reageren op dit nieuws.
Geef een reactie