Door Jo Haen – van Langen
Tot 1861 was er een tolhek, een draaibare boom tussen twee pijlers, dat overdag gesloten werd. De tolgaarder inde per jaar ongeveer vijfduizend gulden, waarna na aftrek van onkosten ruim drieduizen gulden overbleef. Door de toename van het verkeer werd de tol in 1917 afgebroken en opgeborgen in de kelders van het Rechthuis.
Twee van de vier marmeren schilden die op de pijlers van het tolhek waren aangebracht, die het wapen van Amsterdam en de aanduiding ‘Anno 1762’ dragen bevinden zich thans in het Stedelijk Museum. Een gelukkig toeval bracht in 1955 een derde van het viertal terecht, n.l. die met het wapen van Watergraafsmeer. Antiquair Jean Bart in Den Haag bleek eigenaar van een steen met een zwaan.
De letters WGM in het hart van de steen lieten geen twijfel dat men te doen had met een Watergraafsmeerse wapensteen. Op 26 april 1955 kocht de heer J.H.Kruizinga deze steen. Nadat gebleken was dat dit marmeren reliëf een van het viertal uit het Watergraafsmeerse tolhek moest zijn en dus van 1762 dateerde, is dit zwaarwichtig en historisch document op 1 mei 1955 in de gevel van zijn huis, Robert Kochplantsoen 25, gemetseld. Een verzegelde enveloppe met de historische gegevens en voorzien van de handtekeningen der aanbrengers werd achter deze steen ingemetseld en aldus voor het nageslacht bewaard. Sindsdien staat Robert Kochplantsoen 25 bekend als “het Huys met de Swaen”.
Bron: 350 Jaar Watergraafsmeer. J.H. Kruizinga.
Lees ook het krantenartikel Tolhuis te Watergraafsmeer
Geef een reactie