31 december 1956 – 31 december 1965
Verteld door: Kees Degeling (1956) woonde vanaf 1957 tot 1965 in de Transvaalstraat 114 3-hoog.
Mijn zus en ik hadden allebei een nieuwe autoped gekregen. Met de buurmeisjes van Lijmberg ging ik met de step aan de hand een eindje lopen. We gingen buiten ‘mijn’ gebied, maar ik vertrouwde er op dat ik wel terug naar huis zou komen, want de buurmeisjes waren ouder dan ik. We belandden op de Transvaalkade tegenover de dierenwinkel, en toen zag ik een paar ‘gekken’ aankomen. Dat waren licht geestelijk gehandicapten, mensen die vaak twee aan twee liepen, van de fabriek naar huis of omgekeerd. Ik schrok zo erg van ze, dat ik mijn step losliet. Die viel in het water van de Ringdijk. Ik holde snel naar huis, en later brachten de meisjes de step naar huis, helemaal onder het kroos.
In de Ringdijk kon je met een schepnetje (wat je kocht voor 25 cent of zo bij de dierenwinkel op de Ringdijk), op stekelbaarsjes vissen. Ik had vaak een hele emmer vol, en gooide ze aan het eind van de dag weer terug. Een keer ging ik vissen met buurjongen Martin Bunder. Aan het eind van de Ringdijk, bij de brug over de Middenweg, liep de kademuur sterk omhoog. Martin droeg mijn emmertje met stekeltjes en viel dus van die muur in het water. Al mijn stekeltjes was ik kwijt! Martin werd door een man met een heel lange arm (zo leek het toen) weer uit het water gehaald.
Ook kwam ik eens een keer uit school en toen was er een klein meisje in de Ringdijk gevallen. Ze was er al uitgevist toen ik er bij kwam en werd door een politieagent op zijn paard gehesen. Ik stond vlakbij dat paard en keek recht omhoog naar zijn hoofd. Wat was dat beest groot! Jarenlang heb ik gedacht dat er twee soorten paarden waren: ‘gewone’ en paarden met heel lange benen!
Reacties zegt
Micha Blank Mijn vader is eind jaren veertig in het water bij de Ringdijk gevallen en bijna verdronken. Het verhaal gaat dat iemand zijn klompjes zag drijven en in het water is gesprongen om hem te redden. Meer weet ik er helaas niet van.
Erik Verhoeven Een broertje van mij idem dito. 1960 5 jaar jong. Overleefd omdat hij bleef drijven vanwege lucht in zijn capuchon. Het duurde overigens knap lang voordat iemand erin sprong om hem te redden.
Ad van Deudekom Bij opa en oma Sibbel huis op de dijk, geschaatst, paling op de kant gehaald
Ria Breuker Ach die lieve oma Sibbel, ik ging er als kind op bezoek, toen zag ze al bijna niets meer. Ik kreeg altijd een duppie van haar. Mijn vaderwerktevoor de firma Sibbel. Nico Sibbel woonde beneden ons in de Bessemer straat. Ik ging altijd samen met Nico Jr naar de kleuterschool, om de hoek. Toen Hans werd geboren, gingen ze verhuizen, mijn verdriet was groot, duurde wel een half jaar, ineens mijn vriendje weg. In het witte huus woonde de familie Ubink, daar ben ik ook vaak geweest, de dochter Hette Marion, volgens mij staat het huis daar nog.
Kees Zijp zegt
Beste Kees, een mooie naam overigens, leuk die winterse foto op de schaatsen op de bevroren Ringvaart. Die oude bakken op de achtergrond, ik denk dat die voorste een Opel Kapitein was. Mijn vader ging altijd, als er ijs was schaatsen naar het Nieuwe Diep bij de Merwede. Ik had dan ook die Friese doorlopers onder mijn rubberen laarsen en liep meer naast mijn schaats dan dat ik er op stond. Een scheveschaats rijden noemde ze dat. Nee zomers vond ik het veel leuker. Dan gingen we inderdaad puitaaltjes vissen met een oude nijlonkous van mijn moeder aan een stokje. Vaak kwam ik met natte voeten, kousen en schoenen thuis en noemde ze mij Kees de waterchinees. Bij mij in de straat, de Laing’s Neckstraat, was een vriendje, Johnny Borst en die had een echte rubberboot en daar gingen we mee onder de Outerwalebrug door varen en dat was echt spannend. Leuk dat Henk Visser ook zijn zegje doet. Laatst liep ik over de brug en keek in het nu heldere water en zag er zelfs karpers zwemmen.
Met vriendelijke groeten, Kees Zijp
2006