1960
Door: Ruud Greeff is in 1944 geboren op de Bloemgracht. Als kind gewoond in het Amsteldorp. Omstreeks de 70-er jaren heeft hij de Watergraafsmeer verlaten, na een kort oponthoud in de van ’t Hofflaan.
De kluft is er niet meer
Als ik aan de kluft terugdenk heb ik daar gemengde gevoelen over. Ik las op dat de kluft er niet meer zou zijn, maar het gemetselde trappetje aan het begin nog wel. Ik moest maar eens gaan kijken. Dat heb ik inmiddels gedaan, de kluft is er niet meer en het trappetje is vervangen door een minder steile variant.
Het gebeurt nog wel eens dat ik aan dat trappetje denk, soms als ik ’s nachts wakker lig en ik mijn gedachten gedwongen de vrije loop laat. Dat moet je natuurlijk nooit doen, want dat levert alleen maar narigheid op.
Een auto was toentertijd een kostbare zaak
Het was in de tijd, dat wij aarzelend begonnen aan het gemotoriseerde gebeuren. De vader van mijn vriend Bob, had zijn wat wrakke DKW auto geruild voor twee motorfietsen, een Horex met zijspan en een Zundapp, ik denk een 250 cc. Dat zou een goede ruil zijn volgens de mediërende oom. Of dat zo was, waag ik te betwijfelen, maar ik denk dat bezit van een auto toentertijd een kostbare zaak was en dat motoren makkelijker van de hand te doen waren. Hoe het ook zij, ik meende dat ik wel een koper had voor de Horex met zijspan. Mijn vriend Dick uit de Fahrenheitstraat.
Het vereiste nog wel wat praten om de motor mee te krijgen, maar uiteindelijk was ik op weg, Dick ophalen. Tja, rijden met een zijspan vereist toch wel wat inspanning en ik zou bijna zeggen, wat ervaring. Maar hoe gaat dat, je rijdt wat rustig rond en je denkt dat het wel zal lukken.
Proefrondje in de Wetbuurt
Dick was niet zo enthousiast om een motor met zijspan te kopen, maar een proefrondje wilde hij wel. Uiteindelijk hadden we de motor toch bij de hand. Dus hij in het bakje. Wij op pad, eerst de Fahrenheitstraat uit, linksaf de Fizeaustraat, daarna linksaf de Hugo de Vrieslaan op om via de Overzichtweg naar de Weesperzijde te rijden, langs Slagboom en dan linksaf naar de kluft om terug te gaan. We hadden het wel gezien; geen motor met zijspan voor Dick.
Ons leven hing aan een zijden draad
Ik reed vanaf de Weesperzijde de kluft op en daar helde de weg erg naar links en toen wreekte zich de jeugdige overmoed. Ik was niet in staat de motor in het rechte spoor te houden en we reden recht op het gemetselde trappetje af. Ik weet niet meer precies wat er in mij omging maar nog wel herinner ik mij het gapende gat van dat trappetje. Hoe steil dat trappetje was wist ik wel en dat ons leven aan een zijden draad hing kwam met grote kracht binnen.
Het heeft waarschijnlijk nog geen seconde geduurd dat ik tot stilstand kwam, nadat ik de macht over het stuur kwijt was geraakt. Het voorwiel van de motor was in het stalen hek van trappetje terechtgekomen en dat hek was van een deugdelijke constructie. Ik zou bijna zeggen, dat maken ze tegenwoordig niet meer, maar dat is gelukkig niet zo.
Voorvork en balhoofd van de motor waren krom
Ik was bijna gelanceerd over het stuur, maar die arme Dick zat in het bakje te kijken naar dat peilloze gat, waar hij recht op af was gereden, zonder dat hij er ook maar iets aan had kunnen doen. Ik moet er niet aan denken, wat er gebeurd zou zijn, als ik niet in het hek was blijven steken. Het feit dat wij het konden navertellen werd wel even besproken, maar werd naar achteren gedrukt door het feit dat de voorvork en balhoofd van de motor krom waren. Dat bleek op dat moment toch wat belangrijker dan het feit dat we niet verkreukeld beneden lagen. Want uiteindelijk was dat niet gebeurd.
Er wachtte mij een onaangenaam gesprek met de vader van Bob, wat gelukkig meeviel. Maar onaangenaam was het wel.
Fennie Panse zegt
Wat een prachtverhaal Ruud! Aangezien de vader van Bob ook mijn vader was herinner ik me de wrakke DKW en de 2 motoren nog als de dag van gisteren!
Bedankt voor deze mooie terugblik op een geweldige jeugd.
Ruud Greeff zegt
Tja, Fennie, dat waren nog eens tijden. Het moet overigens toch mogelijk zijn om te communiseren zonder dat wij alle andere vrienden lastig vallen. Maar hoe?
Groet,
Ruud,