11 november 1926 – 10 april 1958
Door: Rijk Kouwenhoven (1929) woonde vanaf zijn geboorte ongeveer 25 jaar in de Jennerstraat, waar zijn ouders een melkzaak hadden. Zijn binding met de Watergraafsmeer is nooit verbroken omdat hij tot aan de opheffing van de Afdeling Beplantingen i.v.m. de Stadsdeelraden werkzaam was in het op Frankendael gelegen hoofdkantoor.
Onze ouders waren: Arie (Adrianus Johannes) Kouwenhoven en Jans (Johanna Petronella) Bomars, Ze waren alle twee geboren in 1901 in Ouderkerk aan de Amstel. Mijn moeder was een boerendochter en mijn vader werkte veel bij de boeren en was de laatste jaren voordat hij de zaak begon werkzaam bij een grote kolenzaak aan het Amstelveld. Ze voeren daar met die grote kolenschuiten.
Begonnen op 11 november in de Jennerstraat
Ze trouwden op 3 november 1926 in Ouderkerk en begonnen op 11 november in de Jennerstraat. Voor die tijd had Jan Jonk daar een jaar een melkwinkel gehad.
Mijn ouders zijn gestopt met de winkel op 10 april 1958 en hebben de zaak daarna overgedaan aan de heer en mevrouw Stevens, die er nog tot 1975 in hebben gezeten, waarna de winkel weer in een gewone woning is getransformeerd. Mijn ouders hebben daar in totaal 8 kinderen gekregen. De oudste overleed toen hij nog maar 1 ½ jaar was op Sinterklaasdag 1929 en de jongste, een meisje, overleed in 1966 op 21-jarige leeftijd, toen ze de zaak dus al uit waren.
Grote concurrentie
Als je je nu (anno 2004) realiseert dat de hele wijk Jeruzalem en alle flats langs de Kruislaan t.o. de Oosterbegraafplaats en alle huizen tussen Kruislaan en Joh. V.d.Waalsstraat er nog niet waren, kom je tot de conclusie dat alle neringdoenden in die tijd heel veel moeite hebben moeten doen om hun klanten te houden, het hen naar de zin te maken en ik weet wel bijna zeker, dat er onder die klanten zeer beslist mensen waren, die van die grote inzet van de winkeliers en hun gezinnen uitermate geprofiteerd hebben. De concurrentie was immers groot.
Nieuwe klanten werven
Ik schetste al het gegeven dat, als er maar ergens in een of ander leeg huis zich mensen bewogen, die eventueel toekomstige huurders zouden kunnen worden, mijn ouders daar met de nodige plichtplegingen en onder het aanbieden van bepaalde zuivelartikelen naartoe gingen om maar te proberen ze als klant over te halen. Toen wij wat ouder waren hebben wij dat ook nog wel eens gedaan, doch dat ‘gebedel’ behoorde waarschijnlijk bij jong noch oud tot de favoriete bezigheden.
Ook de kinderen waren met de winkel begaan
Ik zag laatst overigens in de brieven, die ik vanuit Indië schreef, dat ik steeds informeerde of ze achter onze huizen al met bouwen begonnen waren en steeds maakte ik dan de link naar de mogelijkheid om daar weer heel wat klanten vandaan te halen. Ik verwonder me nu dat ik dit schreef maar het typeert m.i. wel hoe elk kind, hoe oud hij of zij ook was, met de winkel begaan was.
Het lag niet aan onze inzet, maar aan de betrokken klant
Owee, als er in de latere tijd een klant mededeelde dat wij geen melk meer hoefden te leveren. Dan vroeg iedereen zich af, mijn ouders uiteraard het meest, wat daarvan de oorzaak toch kon zijn. Ik geloof wel dat we meestentijds wel tot de conclusie kwamen dat het niet aan onze inzet lag, maar gewoon aan de betrokken klant. Vanzelfsprekend kregen wij ook wel klanten van andere zaken over en ik weet niet of het woord gniffelen toen al in zwang was, maar mijn vader zal dat dan ongetwijfeld wel eens gedaan hebben. Net zoals anderen waarschijnlijk deden als ze een klant van ‘ons’ kregen.
De klanten woonden nogal verspreid
Hoe mijn vader aan die verspreid wonende klanten kwam is mij niet volledig duidelijk. Ze woonden heel verspreid in de Indische Buurt, Oosterparkbuurt en Transvaalbuurt. Echter ook nog wel in Oud-Zuid. We hadden er zelfs een in de Achillesstraat. Die betrok vooral boter e.d. Mijn vader hoefde daar maar 2 keer in de week heen maar die man heeft wat afgefietst!
En uiteraard ook in het Betondorp en de verdere Watergraafsmeer. Het gebeurde, geloof ik, ook wel eens dat een collega om de een of andere reden niet meer naar een aantal kon of wilde toe gaan omdat ze teveel uit de buurt lagen. Er staat me nu nog goed voor de geest dat de adressen van die mensen en hun namen dan op een ‘briefie’ aan mijn vader werden doorgegeven en dat hij dat dan bij zich had als we er voor de eerste keer heengingen. Het was wel zo dat mijn vader dan al naar gelang de afname van melk door zo’n klant daarvoor betaalde.
De afstand van een klant is nooit een struikelblok geweest
Verder was het natuurlijk ook zo dat als kinderen van klanten trouwden en in de buurt bleven wonen mijn vader er natuurlijk als de kippen bij was om te vragen of hij daar ook de melk kon leveren. Ik denk dat de afstand daarbij nooit een struikelblok is geweest. Hij fietste er gewoon naar toe.
Hele goede contacten met klanten
Uiteraard zijn er in de loop der jaren hele goede contacten met klanten ontstaan. Je kwam er elke dag overhuis en iedereen had zijn of haar verhaal. Ik moet altijd denken aan hetgeen mijn vader vertelde over mevr. Reitsma. Een heel aardig, al tamelijk oud vrouwtje dat in de Van ’t Hofflaan op no. 4 woonde. Haar man was gestorven en dat was waarschijnlijk een aardige man en tevens ook een verstokte sigarenroker. Bij mijn vader was de sigaar ook bijna niet uit zijn mond te ‘slaan’. Dat kon toen allemaal nog!
Mevrouw Reitsma
Als hij dan bij mevr. Reitsma kwam zei ze heel vaak: “Och melkboer, kom even binnen…”. Dan moest hij even in de hal komen staan, even een trekje aan zijn sigaar doen en dan zei mevrouw altijd dat dit haar zo aan haar man deed denken. En vriendelijk, zoals ook deze mevrouw was, bedankte ze hem altijd weer heel ingetogen en hartelijk.
Frans Blaas zegt
Heel erg bekend, wij woonden van 1951 tot 1959 op nummer 24hs en mijn moeder kocht hier de melk en boter. Wij speelden vaak voor deze winkel en ik vraag mij af of wij die kinderen misschien wel zijn op de foto, misschien mijn broertje met buur vriendje Tarcies Schipper van nummer 22hs… De deur ernaast is net niet zichtbaar, maar daar heb ik een keer per ongeluk een rubberen balletje dwars door het tweede ruitje boven de brievenbus gegooid. Mijn vader heeft dat toen vergoed. Was zo een lekker stuiterend balletje, heerlijk om mee te spelen. Iets groter dan een golfbal… Speelde daar randje tik mee, maar ging die keer mis..Het balletje kreeg ik niet terug..
A Saan zegt
Beste Jo
de foto van de twee Kouwenhoven broers zijn Martin (r) en Nico Het zijn nl mijn twee ooms…Oom Rijk staat er niet op.
En ik heb wel eens gehoord dat Nico met jpu verkering heeft gehad …
Ad Saan
Diemen
(zoon van Bep Kouwenhoven)