31 december 1931 – 31 december 1971
Door: Adrie P.M. de Grijs (28-06-1947). Ik ben de jongste zoon uit een gezin van 9 kinderen. Na de kleuterschool in de Indische buurt naar de Lidwinaschool op het Linnaeushof. In klas 3 de opleiding tot misdienaar gevolgd in het klooster ook op het Linnaeushof.Gesport bij ‘de Meer’ (natuurlijk). Kerk, school en sportvereniging waren mijns inziens onlosmakelijk met elkaar verbonden. Banketbakker geweest, daarna naar de bewakingsdienst bij de Nederlandse Bank. Getrouwd met Bep en 2 dochters, 2 schoonzoons, 4 kleinkinderen.

De melkwinkel van mijn ouders was er ook een van het hele gezin. Vanaf de eerste klas van de lagere school was ieder gezinslid inzetbaar. Was het niet in de winkel dan wel in het huishouden. Met 9 kinderen was er gelukkig wel een rijk aanbod aan gratis personeel.
Een van de meest opvallende dingen die mij bijstaan is wel de vakantietijd. Dan ging een aantal melkwinkels een week dicht en nam een ander de melkwijk over. Het viel mij dan op dat ook de melk die aan huis geleverd werd zeer duidelijk door een geloofsgenoot gebracht moest worden. Er waren dan mensen die liever naar een melkwinkel liepen om daar bij een kerkgenoot te kopen.
Ook staat mij bij dat onze melkwinkel op erkende feestdagen (Kerstmis, Pasen enz.) een aantal uren open was om de klanten de gelegenheid te geven bederfelijke waar (slagroom ) op te halen. Dat stond bij ons in de ijskast en niet iedereen had in die tijd thuis een koelkast.
De ijskast was echt een ijskast. Met regelmaat kwam er een auto van ‘De Amsterdamsche IJscentrale’ grote staven ijs (bevroren water) brengen. Deze staven werden onderin de kast geplaatst om de ijskast koel te houden. Hier komt dan ook de naam ijskast vandaan. Deze staven smolten natuurlijk en dan moest de lekbak geleegd worden. Werd dat vergeten dan was het dweilen geblazen.
In de winkel werden ook gas- en lichtmunten verkocht. Dit was service aan de klanten want volgens mij werd er niets aan verdiend. De electramunten waren grijs met een gat in het midden en de gasmunten zilverkleurig en dikker. Deze werden in de gas-lichtmeters gebruikt. Natuurlijk kwamen er op de meest vreemde tijden, ’s avonds en op zondag mensen aan de winkeldeur omdat het gas of de elektriciteit ermee gestopt was. Een klant die me is bijgebleven kwam eens in de nacht van zondag op maandag: “Kan ik direct een lichtmunt krijgen, mijn vrouw krijgt nu een kind.”



Veel herinneringen van ‘onze’ melkboer.
Woonde in de Pythagorasstraat nr. 26 en kwam er vaak voor ‘nulletjes’ of ‘eentjes’ (eieren). En meestal als ik mijn fiets bracht naar de fietsenstalling (Sterk) wist ik nog wel wat dropveters of schuimpies te scoren :-). Ben inmiddels 69 en woon in Lelystad maar mis die heerlijke karnemelk (Sterovita).
‘Eens een Amsterdammer, altijd een Amsterdammer…’
Gaaf, om jouw naam tegen te komen Adrie.
Leuk om iets te lezen over jouw leven. Ik weet nog dat je bij een banket bakker werkte, 1967.
Groetjes Cobi, ik woon al vanaf 1970 in Scheveningen en nu in Den Haag.
Ik ben in 1940 geboren op Linnaeushof 22 en wij moesten als kind altijd boodschappen ophalen bij de Melkwinkel de Grijs. Elke morgen kwam Adri de Grijs met de bakfiets bij ons langs voor een grote pan melk waar heerlijke pap van werd gemaakt. In een gezin van 9 personen kwam er heel wat kijken om alle mondjes te vullen. Dus elke avond en bord pap na het eten om de gaatjes te vullen denk ik nu.
Alles werd de hele week opgeschreven en eind van de week afgerekend.
Het waren hele lieve mensen.
Meneer Rovers? Was in begin 80 de stoffeerder.
Mijn naam is Koos Verhave, in 1940 geboren in de Pythagorasstraat nr.47, schuin tegenover hun melkzaak.
In het najaar van 1944 , vroeg in de morgen, heeft hun oudste zoon Jan, mij met mijn oudere broer en 2 oudere zussen, een grote dienst bewezen. Wij gingen nl.naar Friesland om wat aan te sterken. Ik was toen pas 4 1/2 jaar, maar het staat mij nog helder voor de geest. Ik mocht plaats nemen in de bakfiets van de Grijs temidden van onze koffertjes, terwijl de anderen moesten lopen. Jan heeft ons weggebracht naar de boot, die achter het CS lag. We zijn in Friesland gebleven tot de bevrijding. Toen ik weer op ons adres op nr. 47 woonde, liep vader de Grijs zijn dagelijkse melkronde en leverde ons de losse melk uit de bus mbv een maatbeker. Omdat er bij elke schep wel een klein beetje melk er langs liep, zei hij vaak bij de laatste schep : ” en een beetje voor de poes”. Als we soms iets nodig hadden, dat op dat momrnt niet in zijn kar lag, zei hij bv. : ” Kees, haal even een bulletje.” (bulgaarse yoghurt) .Meerderen van zijn kinderen hielpen , zo mogelijk, mee. Ik speelde ook wel met hen op straat. In 1956 verhuisden wij naar Hilversum. Al met al : zeer goede herinneringen aan dit gezin!
Mijn naam is Koos Verhave, in 1940 geboren in de Pythagorasstraat op nr. 47. Hun oudste zoon Jan heeft ons in het najaar van 1944 een zeer goede dienst bewezen. Ik ging toen, als jongetje van viereneenhalf jaar oud, samen met mijn broer en 2 zussen naar Friesland om wat aan te sterken. Jan heeft ons toen met hun bakfiets naat de boot gebracht, die achter het CS lag. Direct na de bevrijding zijn we weer teruggekeerd naar nr. 47. Ik speelde vaak op straat met diverse kinderen uit het gezin van de Grijs. In 1956 ben ik met mijn ouders naar Hilversum verhuisd.
Mijn broer André Heuwekemeijer heeft volgens mij met Kees of Jopie? de Grijs gevoetbald bij de Meer.
Wat is toch leuk om al stukjes van ” mijn ” watergraafsmeer te lezen, ik heb er 40 jaar gewoond maar lees er nog vaak over.
Zat er naast deze melkwinkel niet een stoffeerderij?
Meneer Rovers? Was in begin 80 de stoffeerder.
Gasmuntjes en een draai om mijn oren
Ik woonde van 1958 tot oktober 1973 op nummer 53 en wij haalden vaak boodschappen bij de melkboer.
Ik moest geregeld gasmuntjes halen voor een toentertijd voor een gulden per stuk, meen ik mij nog te herinneren. Mijn broer en ik hebben af en toe nog geholpen met het rondbrengen. Ik heb ook nog eens een draai om mijn oren gehad van de melkboer omdat ik aan de achterklep van zijn chevrolet zat. Thuisgekomen heb ik van mijn vader er nog een gehad omdat ik van een ander zijn spullen moest afblijven. Mijn vader was een bekende in de straat. Hij was namelijk politieagent.
Gerard Langelaar
2015
Gerard, jij was mijn buurjongetje van boven.. Ik woonde op nr. 51 waar ik 21 jaar heb gewoond.
Wij kochten ook alles bij melkboer Grijs. Als kind vaak 2 dropjes voor een cent.
De moeder van mijn vriendin zat later in de winkel ernaast als pedicure.
Er tegenover zat de schoenmaker waar mijn broer vaak rondhing en daarnaast de stoffeerderij Roovers waar mijn andere broer vaak zat.
Hallo Lonneke,
Natuurlijk ken ik jou nog. Ik ben diverse keren met je meegewandeld met de hond Tommy naar het Flevopark etc. Dan kreeg ik vaak wat lekkers van je.
Leuk om weer wat van je te lezen. Ik hoop dat het goed met je gaat. Je broers Rob en Hans kan ik mij ook herinneren. Ook de pedicure Neut kan ik mij nog voor de geest halen.
Je ouders zijn verhuist naar Petten en ik heb daar 11 jaar vlak in de buurt gewoond namelijk in ’t Zand van 1994 – 2005.
Melkkarretje
Ik kan mij herinneren dat ik met Toos de Grijs op een melkkarretje over de Middenweg tufte.
Lijn 9 reed naast ons en we hadden veel bekijks.
Tiny Hoogland-Vergeer
2016