1900 – 2024
Auteur: Maudy Kruiswijk, geboren in Amsterdam Osdorp als dochter van Bert Kruiswijk en Marijke Toeter. Allebei opgegroeid in Betondorp.
De kan van mijn opa
Gisteravond deed ik iets doms. Ik spoelde een antieke glazen kan om met kokend water en toen barstte hij. Het was de kan die mijn opa altijd gebruikte om beslag in te mixen voor zijn beroemde oliebollen en appelflappen. En om slagroom in te kloppen voor in de advocaat of op de appeltaarten die hij bakte. Ik kon de kan niet weg doen en heb hem een mooi plaatsje gegeven in mijn huis. Er kleven teveel mooie herinneringen aan om hem zomaar in de glasbak te doen.
Geboren in de Nieuwe Leliestraat
En toen ik daarover schreef bedacht ik dat het ook weleens leuk zou zijn om iets over deze opa te vertellen.
Opa Lambertus is geboren (10-1-1900) en getogen in de Nieuwe Leliestraat in het hartje van de Amsterdamse Jordaan. Zijn vader had een oud-ijzerhandel (Hollandia?) en zijn moeder had een groentenhandeltje. Ze waren thuis met 8 kinderen. Ome Dirk, ome Karel en tante Cis boven opa en tante Marie, ome Jan, ome Jelle en tante To onder opa. Daar zaten ook nog een aantal kinderen tussen die het tweede levensjaar niet haalden, 4 in totaal.
Het was een hecht gezin en ondanks dat Marie door de familie werd verstoten is de rest altijd hecht gebleven. En ik heb ze ook allemaal nog meegemaakt. Met verjaardagen zat de hele kamer op het Onderlangs in Betondorp mudvol met alle broers en zussen met aanhang. Er was humor, moppen tappen, plagerijtjes, kaarten en vooral heel veel verhalen over hun jeugd vroeger.
Geen luxe maar de verhalen waren liefdevol
Opa Lambertus groeide dus op in een groot gezin in het hartje van de Jordaan. Veel luxe was er niet maar de verhalen waren wel altijd heel liefdevol. Broers en zussen zorgden voor elkaar als vader en moeder werkten. En voor de ouders was veel respect.
Mijn opa vertelde vaak dat ze, als ze gingen eten, begonnen met “eet ze lekker Vader, Moeder, Dirk, Karel, Ciska, Bertus, ……” en zo verder het hele rijtje af. Dan was de andijvie alvast afgekoeld en brandde je je klep niet, vertelde hij dan. En “eerst het vlees opeten voordat juffrouw 10 pond komt” was ook zo’n gevleugelde uitspraak.
“Bertus is een betrouwbare harde werker”
Net als zijn broers ging hij na de lagere school werken. Om mee te helpen de kost te verdienen. Bij mij thuis ligt een mapje met alle getuigschriften die hij meekreeg als hij een andere ‘betrekking’ aanging bij een nieuwe baas. Het eerste is een getuigschrift van De Bijenkorf waar hij als 12 jarig jongetje in dienst ging als magazijnbediende. Tot zijn 14e heeft hij daar gewerkt. “Bertus is een betrouwbare harde werker en heeft altijd erg goed zijn best gedaan” staat erin.
Op Dirk en Karel na zijn alle Kruiswijkbroers met ‘de meid’ getrouwd
Nog voor hij in militaire dienst ging ontmoette hij mijn oma. Jacoba van den Born. Zij moesten elkaar wel ontmoeten want in Huize Kruiswijk was het inmiddels dusdanig druk dat ze een “meid’ in dienst namen en die meid was mijn oma. Op Dirk en Karel na zijn alle Kruiswijk-broers met “de meid” getrouwd. Na hun trouwen in 1923 zijn opa en oma in Betondorp gaan wonen. In de Brinkstraat. Daar werden ook mijn tante Jo (1927) en mijn vader Bert (1932) geboren.
Opa was inmiddels bode bij het AZA (Algemeen Ziekenfonds Amsterdam) en stapte iedere morgen in uniform op zijn fiets, voorzien van een broodtrommel met brood voor de lunch, zijn notaboekje en wisselgeld voor de klanten. Als bode haalde hij de verzekeringspremies op bij de klanten aan de deur en dat noteerde hij dan in zijn boekje.
Actief bij TWM (Tuindorp Watergraafsmeer)
Het gezin werd lid van TWM (Tuindorp Watergraafsmeer) de buurtvereniging. Mijn opa ging trombone spelen bij de harmonie en ging voetballen bij de voetbalclub van TWM. Later ging mijn vader daar dwarsfluit spelen en ook voetballen. En voor zover ik weet is opa ook enige tijd bestuurslid geweest.
Voor ons kleinkinderen (mijn broer en ik zijn de enige 2) was deze opa altijd een beetje op de achtergrond. Hij was stil, bedachtzaam, koos zijn woorden weloverwogen en hanteerde duidelijke regels. Wij waren kinderen en die hadden andere rechten dan volwassenen. Maar hij was lief en zorgzaam. Een rustpunt tussen alle drukke broers en zussen. En hij kon eindeloos vertellen. Toen hij met pensioen kwam en mijn oma ziekelijk werd, legde hij zich toe op het bakken van krentenbroden en appeltaarten en met oudjaar bakte hij de oliebollen en appelflappen.Ik wil niet opscheppen maar de broden, taarten, bollen en flappen van opa waren de lekkerste van heel Amsterdam.
De Wester prominent op alle tekeningen
Pas na zijn overlijden leerden wij opa echt kennen. Bij het leegruimen van hun huis aan inmiddels de Egstraat in Betondorp vond ik een schetsboek met tekeningen die opa gemaakt had van zijn geliefde Jordaan. De Wester uiteraard prominent op alle tekeningen. Zo mooi, sfeervol en liefdevol getekend allemaal. Ook de woning uit zijn jeugd aan de Nieuwe Leliestraat, toen al lang afgebroken. Op de schoorsteen in hun huis op het Onderlangs en later de Egstraat hing een schilderij van de Montelbaanstoren die hij zo prachtig had nagetekend met kleurpotlood.
Fotoalbums en mappen van mijn opa
En zo jammer dat er niets van bewaard is gebleven. Ik weet dat ik het schetsboek heb meegenomen en dat het uiteindelijk in een doos bij mijn ouders op zolder terecht is gekomen. Die doos is na mijn trouwen op onze eigen zolder gezet en daarna ineens verdwenen.
Maar toen in 2013 de zus van mijn vader overleed, kreeg ik alle fotoalbums en mappen met informatie over de jeugd van mijn opa en van mijn tante en vader. En ook alle brieven die zijn zussen en broers hem schreven en die hij terug schreef. Allemaal regelmatige handschriften, vloeiende letters en woordkeuzen waaruit het respect en de liefde voor elkaar duidelijk naar voren komt.
En toen pas werd echt duidelijk hoe opa was. De vader waar het gezin op kon bouwen. Burgerlijk ouderwets misschien maar integer, warm en liefdevol.
En apetrots, op zijn dochter, op zijn zoon én op zijn kleinkinderen. Hij schreef veel over ons aan zijn broers en zussen. Vooral ook omdat hij en zijn broer Jelle de enige waren met kleinkinderen.
Parkinson maakte hem angstig, onzeker en verdrietig
Zo rond zijn 75e kreeg opa Parkinson en dat maakte hem angstig, onzeker en verdrietig. Het was altijd al een stille man maar toen keerde hij meer en meer in zichzelf. Hij vertelde nog altijd regelmatig over zijn jeugd in de Jordaan en wist nog al zijn broers en zussen op te noemen. Maar hij werd steeds moeilijker te verstaan en uiteindelijk gaf hij het maar op en staarde stil voor zich uit.
Die kan …….. gebarsten of niet ……. die gaat niet weg
Tom zegt
Wat een mooi/lief stukje familie geschiedenis, Maudy!