1945-1951
Auteur: Erny Sieswerda (1939). In 1960 gehuwd met Cor van de Kleut. Ze woonde t/m haar 6e jaar in de Landbouwstraat nr. 17 en in 1945 verhuisde het gezin naar de Gaffelstraat nr. 33. Haar ouders bleven in Betondorp wonen tot hun overlijden in 1999, Sinds 1975 woont ze in Middenbeemster.
En nu dan het verhaal over mijn lagere schooltijd (1946-1952) samen met mijn klasgenootjes op mijn Watergraafsmeerschool. Het lekkerste tot bijna het laatst bewaard, want deze school is een van mijn dierbaarste herinneringen en drukte zeker een stempel op mijn verdere leven.
Nog even met een foto een terugblik naar het afscheid van de Kleuterschool aan de Zaaiersweg
Naar de Watergraafsmeerschool t/m derde klas
Nauwelijks was de oorlog in mei afgelopen of twee maanden later was op deze school veel in gereedheid gebracht voor een nieuwe aanpak van het onderwijs. Zo moest afscheid genomen worden van het schuinschrift en daarvoor in de plaats leerde ik in het verbonden blokschrift schrijven.
Maar veel ineens veranderen was natuurlijk in deze jaren van wederopbouw niet zo heel eenvoudig. De houten schoolbanken bleven nog in gebruik tot, ik denk, de derde of vierde klas. Dus kregen we ook nog het leesplankje met bijbehorende doos lettertjes: aap, noot, mies…
Mijn juf was mevrouw Bos, ‘kleine Bos’, zoals ze werd aangeduid, want er was ook nog een ‘grote Bos’. Ik vond haar niet zo erg aardig. Ze was behoorlijk streng en we zouden drie jaar onderwijs bij haar genieten. Zoals ze daar zat op het verhoogd podium voor de klas kon je zien dat ze een roze onderbroek droeg met lange pijpjes. Daar werd natuurlijk wel over gegniffeld. Maar ik ben haar toch dankbaar dat zij het was, die mij op het ‘pad der geletterdheid’ heeft gebracht. Ik herinner me nog precies het moment dat ik ontdekte dat je met twee of drie van die lettertjes een woord kon maken. Het was voor mij een echte openbaring.
Omdat de school twee samengevoegde gebouwen betrof was dit het binnenplein, waar in het najaar door de kinderen in een meegebrachte bloempot bloembollen geplant werden die in het voorjaar mee naar huis mochten worden meegenomen om ze klaar te stomen voor de tentoonstelling. Ik had een jaar heerlijk geurende trosnarcissen.
Schoolmelk en de kachel
In de eerste jaren na de oorlog werd de schoolmelk in literflessen aangeleverd. De leerlingen moesten zelf een beker meenemen. In die jaren werd de kachel aanvankelijk gestookt met turf. Dat gaf veel rook. Ik kan me niet herinneren wanneer er briketten, cokes of eierkolen voor in de plaats kwamen en wanneer antraciet. Wel dat in de uitbouw op deze foto van de school zich het kolenhok bevond. Ik herinner de berg kolen die daar tot het raam daarboven waren opgestapeld. Dat kolenhok diende ook wel eens als straflocatie voor leerlingen met een ‘ergerlijk gedrag’.
In 1926 werd de Watergraafsmeerschool opgericht. In het gebouw er naast zat daarvoor nog een andere school, de Pieter Nieuwlandschool. Ze zijn bij elkaar gevoegd omdat er te weinig kinderen waren voor twee aparte scholen. Zo werd het hele gebouw de Watergraafsmeerschool. In 1946 werd met het 20 jaar bestaan van de school gevierd en wel in mijn eerste schooljaar. Daarvan dateert de hierbij staande foto. Er werd een geweldige lunch opgediend. Ik herken op de foto derde en vierde van de links rij mezelf en Jellie de Graaf. Aan de andere kant van de tweede van rechts Tineke van Leeuwen en Lenie Zand. Er was ook een jubileumlied:
Komt jongens en meisjes zingt allen een lied
De Watergraafsmeerschool ter ere
Het is vandaag feest en geen een heeft verdriet
Want nu gaat de school jubileren
We hebben haar feestlijk met vlaggen getooid
De Watergraafsmeerschool vergeten we nooit
Nog een ander lied was het volgende
In naam van Oranje, doe open de poort En laat ons dan allen er in
Wie geeft nog aan rekenen of taal enzovoort…..Daarin hebben we helemaal geen zin
De boeken zijn weg en de banken zijn leeg. Maar wij amuseren vandaag ons ter deeg
We hebben het best naar de zin (2x)
Vroeg waren we wakker en wisten meteen. Vandaag is de dag van het feest,
Dus vlug uit de veren en kwiek op de been. Zo blij zijn we nooit nog geweest
(twee zinnetjes weet ik niet meer)
In feite herinner ik me van de eerste drie jaren op de Watergraafsmeerschool niet zo heel veel. Alleen weet ik nog de Paastentoonstelling waar in een klaslokaal een broedmachine was ingericht met pas geboren kuikentjes.
In die zes lagere schooljaren veranderde de samenstelling van de leerlingen in mijn klas natuurlijk wel enigszins: een aantal was verhuisd naar elders, maar er kwamen ook nieuwe leerlingen bij. Bij de eindstreep werden alle toen zesde klassers op de kiek gezet door de schoolfotograaf, compleet met het Hoofd der School, juffrouw Boots, gymnastiekleraar Schouten van Gijselen, de kwekeling en Meester Th.Zwiers.
Over juffrouw Boots valt een heel verhaal te vertellen. In mijn herinnering zie ik haar nog het schoolplein oprijden op haar bromfietsje in haar leren jas en met haar leren Lindbergkap op. Achterop in het mandje zat haar witte hondje. Ik denk dat de school veel aan haar te danken had. Ze voerde modern onderwijs in. Zo kreeg de school een minidierentuin: een kippenhok, een vijver, een konijnenberg en bijenkasten. Vele malen haalde de school daardoor de krant.
Leerlingen werden zelf ingeschakeld bij de verzorging van de dieren. Zo was de opdracht voor mijn klas het kippenhok. Dat was wel leuk om eieren te rapen maar wat minder als de drolletjes netjes moesten worden opgeveegd. Die eieren waren bestemd voor speciale doeleinden, bijvoorbeeld voor moeders van leerlingen die een baby kregen. Dan werd een mandje eieren thuisbezorgd.
Maar Juffrouw Boots was niet mals. Als ze je met haar felblauwe ogen door haar kleine goudomrande brilletje aankeek, kroop je wel een beetje in elkaar! Zij was de autoriteit en als ze je tegenkwam op de gang omdat je door ‘ergerlijk gedrag’ uit de klas was gezet, zorgde je wel dat je wegdook achter de platenkisten in de gang, zodat ze je niet zag. Juffrouw Boots durfde zelfs bij het afscheid van de school te zeggen dat het een fijne klas was geweest, maar dat er helaas wel een paar ‘rotte appels’ tussen hadden gezeten. Daarmee bedoelde ze de belhamels Ernst Scholten en Gerard Lammers. Dat is toch wel een uitspraak, maar wel heel tekenend voor haar. Het is daarom niet vreemd, dat ik bij het zien van de bijzonder leuke film Mathilda altijd aan Juffrouw Boots denk.
Breien en figuurzagen
Niet op de foto, maar nog wel in mijn herinnering zie ik de handwerkjuf, (helaas haar echte naam vergeten), maar we noemden haar ‘Apentrotsie’. Vanaf de vierde klas als de jongens hun handenarbeidsuurtje hadden waar ze konden, timmeren en zagen en lijmen, kregen de meisjes les in borduren, breien en haken. Borduren leerden we op een heel groot stramien met een dik roze koord. Daarop werd met kruis-, flanel- of maassteekjes gewerkt.
In de zomer als het warm was, moesten we sokken breien van crèmekleurige katoen. Met onze zweterige handen wilden de steken niet van de pennen glijden. Wat een ellende! Het indrukwekkendste moment was na afloop van de les. Dan ging ze voor de spiegel staan om haar vilten hoed op te zetten. Ze stak die vast met twee hele grote pennen met een roze knop. We zaten bijna te wachten tot ze per ongeluk met die pen in haar hoofd zou prikken. Dat is echter nooit gebeurd. Ik heb nog een aandenken aan deze handwerklessen in de vorm van een babymutsje van roze flanel. Ik bewaar er al jaren een loep in.
De heer Schouten van Gijselen, onze gymnastiekonderwijzer was van adel en zo gaf hij ook les. Rechtop, want hij zat in een korset wegens zijn rug. We stelden ons op in de rij voor rondjes lopen en huppelen met voorop de grootste en aflopend naar de kleinste drie meisjes: Loesje Lisser, Henny Smit en Erny Sieswerda. De volgorde van die drie wisselde per jaar. We mochten vaak in de gymnastiekzaal het ‘apenspel’ doen en dat deden we met veel enthousiasme. Als we twee gymnastiekuren na elkaar hadden, gingen we naar het Onderlangs, de speeltuin en dan deden we veel balspelen. Er werden dan twee ploegen gevormd en ik, helaas, werd altijd als laatste geroepen. Dat gymnastiekuurtje deden we samen met een andere, hogere klas.
Over Ernst Scholte heb ik een bijzondere herinnering. Hij was een buitenbeentje in de klas en er werd gefluisterd, dat zijn vader communist was en dat klonk toen schijnbaar niet goed. Hij woonde naast de school op het Huismanshof. Ernst had altijd vieze handen en het noodlot wilde dat ik in de zesde klas met mijn tafeltje naast hem werd gezet. En juist in die tijd mocht ik voor het eerst een permanentje halen bij Kapper Verkaik in de kapperszaak aan de Middenweg. (Even terzijde: voor een permanente krul in je haren werden de wikkels nog met snoeren aan een elektrische machine vastgekoppeld). Verkaiks zoon Harry zat dus ook bij mij in de klas. Hij was een beetje wat wij nu waarschijnlijk een ‘wappie’ zouden noemen. Samen met zijn vriendje Bert van de Berg (Brinkstraat). Nou om op Ernst terug te komen: hij vond dat ik een kroeskop had en misschien was dat ook wel zo.
Nog een paar namen … Van iedereen weet ik nog wel wat, maar laat ik dit keer Jellie de Graaf (Brinkstraat) noemen. Eigenlijk heette ze Jarigje, maar met die naam wilde ze niet genoemd worden. Zij was mijn buurmeisje. Ze had mooi blond haar en was ontzettend lief en zorgzaam. Op een ijzig koude dag in de winter van 1945/46 probeerde ze met haar handen de mijne te verwarmen. Als ik weer aan Jellie denk, stel ik me het vriendinnetje Betje van Ciske de Rat voor.
Jopie Bouman (Duivendrecht) was een van de leerlingen die er later bij kwam. Ze was ook zeker een jaar ouder en klaarblijkelijk zeer vroegrijp, want op een dag kwam ze niet meer op school en er werd gefluisterd dat zij een kindje moest krijgen. Toen besefte je niet wat het moet zijn geweest in die tijd als zo’n jonge ongehuwde moeder. Later kwam ze gewoon weer terug, want ze staat wel op de foto.
Loesje Lisser (Veeteeltstraat) had niet bij ons op de Kleuterschool gezeten maar na de vakantie was ze er op eens wel. Ze was ondergedoken geweest. Tijdens de reünie van de school in 1986 hoorden we dat ze getrouwd was met een Fransman en in Frankrijk woonde.
Els Kloek (Huismanshof) was een dag na mij jarig en ze had wel een heel bijzonder partijtje georganiseerd. Haar broer was namelijk piloot bij de KLM en zij nodigde namens hem haar vriendinnen uit voor een excursie naar Schiphol. Dat was dus in juni 1952.
Joke van Laar: aan haar heb ik als een nog oudere herinnering, namelijk van de eerste dag op de Kleuterschool (1943). Joke was heel verdrietig dat haar moeder haar achter moest laten bij die vreemde juf. Ze zat te huilen in de vensterbank. Gek, dat je zoiets zo lang geleden nog zo scherp kan herinneren. Later jaren heb ik haar nog eens ontmoet bij de Munt. Daar werkte ze in een souvenirswinkeltje.
Lia van der Linde (Egstraat) Van haar kan ik me nog heel goed herinneren dat ze in een toneelstukje op in de derde klas ‘Sneeuwwitje en Pikzwartje’ een rol kreeg. Het ging over twee vlinders en Lia speelde de witte vlinder. Ze moest daarvoor witte handschoentjes hebben. Het feit wilde, dat mijn moeder haar kanten trouwhandschoentjes zuinig had bewaard, maar ze toch wel even wilde uitlenen. De handschoentjes bleken te zijn weggeraakt en mijn moeder heeft ze tot haar groot verdriet nooit teruggekregen.
Ach, mijn leuke klasgenoten… Het voert toch te ver om ze allemaal te noemen. Over jongens weet ik helaas niet zo heel veel maar wel dat in het laatste schooljaar briefjes rondgingen met de vraag of je met ‘iemand wilde gaan’. Ik was daar zeker nog niet aan toe maar werd automatisch gekoppeld aan Frans Kindervater. Er is echter nooit wat van gekomen. Frans was met Bert Mollema de langste en jongen van de klas en ik was maar een onderdeurtje.
Meester van de Groep
Op de afscheidsfoto van de zesde klas ontbreek meester van de Groep. Hij was onze onderwijzer vanaf de vierde klas en een deel van de vijfde. Helaas kon hij ons afscheid van de school niet meemaken want hij werd ziek. Hij kreeg TBC en werd opgenomen in een herstellingsoord. Op die manier moest toen die ernstige ziekte nog bestreden worden.
Dat hij niet meer les kon geven was een enorme klap voor ons allemaal. Hij was een geweldige onderwijzer. Wij vierden allemaal mee dat hij vader werd van zijn tweede kindje. Zijn oudste dochter zat op de kleuterschool op de Zaaiersweg en een leerling mocht als beloning voor goed werken haar om vier uur van school halen. Hij las ook voor uit Kruimeltje en de Scheepsjongens van Bontekoe, bijvoorbeeld op de toch toen al wel wat vervelende zaterdagochtend; toen bestond de werkweek namelijk nog uit 6 werkdagen.
Nadat hij ziek werd moesten natuurlijk alle leerlingen en personeel van de hele school getest en ingeënt worden. Voor het testen kreeg je een schram op de arm en we stonden in een rij voor het directeurskamertjes van juffrouw Boots. Gelukkig werd niemand van ons ziek.
We stuurden we meester van de Groep natuurlijk eigengemaakte tekeningen geadresseerd naar de Petrus Werthweijn Stichting in Zeist waar hij verbleef. Maar we zouden hem nooit meer als onderwijzer voor de klas zien.
Vakantie Kinderfeest
Gelukkig kon meester van de Groep voor hij ziek werd nog wel mee met het schoolreisje van Vakantie Kinderfeest voor de Amsterdamse Schoolkinderen. Onze klas ging naar Vierhouten. Andere klassen naar Renkum.Daar hoorde een speciaal liedje bij:
Drie dagen naar buiten naar bos en naar hei
Welk Amsterdams Schoolkind is daar niet graag bij
Drie dagen logeren in prachtige streek
Daarvoor laat je je schoolboeken graag in de steek
Drie dagen uit in klassenverband
Je hart op te halen in’ t bos of aan ’t strand
Drie dagen uit met Vakantie Kinderfeest
Zo prettig en zo vrolijk zijn we nooit uit geweest.
Schooltuinen
Ook was hij er nog bij toen we naar de schooltuinen aan de Kruislaan gingen. Wie nog geen fiets had moest lopen of hij mocht achterop bij meester van de Groep. Met de hark, de schoffel, de spade en de gieter gingen we er op uit om te zaaien, te planten en te oogsten. Tuinkers was het eerste gezonde gewas dat opkwam en geoogst kon worden. Dat moest in de letter van je naam gezaaid worden. Ook de sla, de worteltjes en de bietjes waren voor de vakantie oogstrijp.
De vijfde klas was juist voor dit project uitgekozen omdat na de vakantie de dan zesde klassers nog boerenkool en aardappels konden oogsten en dan stonden er ook nog genoeg bloemen: dahlia’s en cosmea’s in bloei. Gelukkig dat er nu toch ook nog schooltuinen bestaan. Wij beleefden er in ieder geval veel plezier aan en het was een leuke aanvulling voor de gezinsdis.
Ik weet niet of er tegenwoordig nog zo getekend wordt als wij in die tijd. Alle figuurtjes moesten Pietje Precies met Oost-Indische inkt omlijnd worden, zoals op deze tekening van het kippenhok op het binnenplein van de school.
Mijn tekeningen uit die tijd zijn allemaal bewaard gebleven en het is leuk om te zien hoe ‘mijn talent‘ zich ontwikkelde.
We tekenden vaak naar aanleiding van verhalen, zoals hier De rattenvanger van Hamelen of Niels Hilgersons wonderbare reis.
Met schoolzwemmen in het Sportfondsenbad ging meester van de Groep ook nog mee in de vijfde klas. Hij regelde ook het corvee voor het kippenhok dat de taak van voor onze klas.
We kregen een nieuwe onderwijzer: mijnheer Zwiers. Hij kwam uit Indonesië en had in Japanse gevangenschap gezeten. Hij vertelde dat hij in een fabriek werkte, die gebombardeerd werd. Zijn verhalen waren erg spannend en maakten grote indruk op ons. Maar hij was ook een fijne onderwijzer, waarmee we op een goede manier de eindstreep van onze Lagere Schooljaren haalden.
Schoolbezoekers
Het gebeurde wel eens dat een bezoeker op school kwam om met ons iets anders te doen dan rekenen en taal. Eén daarvan was de pietenzuster (en naar ik hoor tegenwoordig komt die helaas ook weer en dan wordt de pietenzuster met een ’netter woord’ luizenmoeder aangeduid). Die kwam toen in en vlak na de oorlog vaak even kijken of er geen vreemde beestjes in onze haren zaten.
Door de oorlog was er namelijk groot gebrek aan zeep en dus hygiëne. Er kwam dan een seintje naar huis dat moeder de haren van zoon of dochter maar eens met een speciale superfijne kam te lijf moest gaan om die ongewenste kostgangers er uit te halen. Er was ook een watertje voor en dat prikte. Het was een heel gedoe en ging gepaard met veel gekerm. Mij is het tot grote schaamte van mijn moeder op de kleuterschool één keer overkomen. (Mark v.d.Linde vertelt daarover ook mooi in zijn verhaal https://geheugenvanoost.amsterdam/page/12924/lief-zijn-voor-de-pietenzuster).
Schoolfotograaf
Dan had je de schoolfotograaf maar die was niet gratis. Daarom werden zijn foto’s niet door iedereen gekocht. Ik moet zeggen dat mijn moeder ondanks de krappe gezinskas toch voor die foto’s een paar gulden over had en die zijn nu een dierbaar bezit. De naam van de fotograaf staat achterop: J.M.Bakels uit de Eemsstraat .
De Blauwe Knoop
O ja, er was ook bezoek van de Anti Alcoholbeweging, de Nederlandse Vereniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken kortweg genoemd de Blauwe Knoop. Er kwam dan iemand vertellen over de gevaren van het gebruik van sterke drank. De les eindigde in de ondertekening in het Grote Blauwe Knoopboek van jouw voornemen om het hele jaar geen druppel alcohol te drinken. Ik heb in meerdere klassen het bezoek van de AA op school meegemaakt. Dit ritueel zou tot ongeveer 1950 zijn voortgezet. Mijn klas zal zo’n beetje de laatste zijn geweest die zich op deze bezoeken mocht verheugen.
Tekenles
Dan was er ook nog iemand, ik denk in de vierde klas, die tekenles kwam geven. Als ik alle bekijk, werd dat een omslag in mijn tekenen. Waren de benen van mijn figuurtjes tot dan altijd nog stokjes, door de tekenles kregen ze opeens allemaal billen en kwamen ze in beweging. Dat is goed te zien in deze tekening waar ik divers ijsplezier tekende vanaf de sledevaart tot de redding uit het wak en zo mooi, die ouwe dame die ook nog de schaats heeft ondergebonden. Ik kan ook de locatie bepalen. Dit moet de tochtsloot aan het eind van de Zaaiersweg zijn met op de achtergrond het witte kerkje. Ik kan me alleen niet herinneren dat daar ooit een koek en zopie kar heeft gestaan, maar ja, dat is ‘dichterlijke‘ vrijheid. Aan de vier gaatjes op de hoeken kan ik zien dat de tekening eertijds in de klas moet zijn opgehangen.
Verkeersles
Er kwam op een dag een echte politieman in uniform onze klas binnen, die ons les kwam geven in verkeersgedrag (helaas ben ik zijn naam vergeten). Dit natuurlijk omdat we na de vakantie naar een andere school in de stad moesten. We kregen les over verkeersborden en over hoe je je dan met de fiets moest gedragen. Het was een degelijke voorbereiding waarbij de agent zelfs meerdere keren terug kwam. Na al die lessen moest er natuurlijk afgereden worden en dat gebeurde niet in de veilige omgeving van het dorp. Nee, we moesten helemaal op de fiets via de Middenweg en de Linnaeusstraat naar het Oosterpark fietsen en daar stond de agent met het klapbord, die aanwijzingen gaf wie er moest stoppen, linksaf moest of doorrijden. Daar hadden we natuurlijk een les over gehad. Gelukkig was het daar toen nog niet zo druk als tegenwoordig.
Een paar jaar later kwamen er stoplichten, maar ik kan me herinneren dat omstreeks 1955 op de Dam nog steeds van deze klapbordagenten stonden om het verkeer te regelen. Na afloop kregen we een verkeersdiploma en dat was getekend door niemand anders dan Hoofdcommissaris Hendrik Kaasjager, een heel bekende politiechef in Amsterdam.
Dit was lang geleden de manier om het verkeer op een drukke kruising te regelen. Het middenstuk met ‘stop’ was rood en de schuine zijkanten waren groen. Als het bord gedraaid moest worden, blies de agent op een fluitje en stak zijn arm omhoog zodat iedereen wist wat er ging gebeuren. Dat was in een tijd dat autorijden iets bijzonders was. Er was nog niet veel
De Reünie in 1986
In 1986, de school bestond toen 60 jaar, werd een reünie georganiseerd. Onze klas staat op deze foto er jammer genoeg niet helemaal op, maar we waren allemaal heel blij dat zowel meester van de Groep als meester Zwiers daarbij wel aanwezig waren. Het was een terugzien na bijna veertig jaar en niet allemaal herkende ik ze meer. Met een paar klasgenoten besloten we een intiemere reünie voor alleen onze klas te houden.
Met Ernst samen heb ik de organisatie van de klassenreünie in het ‘Witte Kerkje’ op onze schouders genomen. Ik ben toen bij hem thuis geweest. Ernst woonde op de Transvaalkade en bleek een hartstikke nette en goede echtgenoot en vader te zijn. Niets meer om op aan te merken.
Die klassenreünie was echt een succes. Er werd natuurlijk gezellig getafeld en er werden mooie herinneringen aan de schooltijd opgehaald.
Op de foto geheel links Henny Smit en derde van links Loes Lisser (zie foto hieronder). Wie de dame daartussenin is, weet ik niet, misschien een van de dochters.
Henny Smit was die middag een geweldige steun bij de bediening. Ze was altijd vrolijk, hartelijk en sportief. Toevallig woonde zij in mijn Purmerendse tijd(1965-1975) vlakbij mij in de buurt en samen hebben we toen alle namen van de klasgenoten opgeschreven, waardoor er geen ontbreekt.
Voor die klassenreünie was het in bepaalde gevallen moeilijk om de verblijfplaats van iedereen te achterhalen. Zo hebben we voor Tineke van Leeuwen een oproep gedaan in een Amsterdams weekblad met de titel: we zoeken de SPETTER van onze klas.
Tineke was namelijk op school al best aantrekkelijk voor een aantal jongens. Zij bleek uiteindelijk in Australië te wonen en kon helaas niet bij de reünie aanwezig zijn. Ook was het behoorlijk speuren naar Hans Fauser, die in de Kouterstraat had gewoond. Gelukkig werd hij nog op tijd gevonden en hij was heel gelukkig er nog bij te kunnen zijn. En wat heeft hij er van genoten! Het nagenieten heeft voor hem echter niet lang geduurd, want een week daarna ontvingen we het bericht van zijn overlijden. (Op de foto rechts Hans Fauser)
Dit is het complete verhaal van mijn klas, lichting 1945-1952, zover ik mij kan herinneren. Er zijn vast nog wel andere verhalen te vertellen en ik hoop toch zo, dat er nog een paar medeleerlingen zijn, die mijn herinneringen kunnen aanvullen. Want ja, het is ook al zo lang geleden….
Nog even het schoollied t.g.v. ons afscheid:
De dag is gekomen en het uur zal dra slaan,
Dat wij deze school gaan verlaten.
Eens zijn we gekomen, nu moeten we gaan
Daar valt niet lang over te praten.
Dus nemen we afscheid al valt het ons zwaar,
maar kon het dan bleven we vast nog een jaar
Ze gaf ons ontwik’ling, ontspanning en vreugd
Ze leerde ons veel voor het leven
Ze was steeds tot nut en tot heil onzer jeugd
Want dat heeft de school ons gegeven
De school is ons dierbaar dus klinkt onze zang
De Watergraafsmeerschool, zij leve nog lang!
Toch nemen wij waar ook het lot ons doet gaan
als dierbaar bezit voor ons leven
herinneringen mee naar een kostlijke tijd
want die heeft de school ons gegeven.
Die school is ons dierbaar, dus klinkt onze zang.
De Watergraafsmeerschool, zij leve nog lang
Tineke Veltkamp zegt
Erny mijn complimenten voor jouw gedetailleerd verslag over je lagere schooltijd. Wat een prachtig opgeschreven verhaal. Wat moet jij een ijzeren geheugen hebben. Ik beleefde weer mijn eigen schooltijd. Ja de WGM was een bijzondere school.
Nogmaals mijn complimenten.
Tineke Veltkamp, zusje van Rita.
Erny van de Kleut-Sieswerda zegt
Dag Tineke,
Wat leuk om nu ook te kunnen reageren op Tineke Veltkamp, de zus van Rita. Waren jullie met drie meisjes. Want Rita noemt ook nog Cora. Hoe jouw moeders voornaam was, kan ik me nu even helaas niet herinneren. Als ik de foto van Rita zie, dan zie ik wel de gelijkenis met jullie moeder. Een aardig mens was dat, maar altijd druk, dat herinner ik me ook wel. Het was ook zwaar voor haar om buiten het huishouden om ook nog een baan er bij te hebben. In die tijd gebeurde het niet zoveel dat getrouwde vrouwen nog werden aangenomen bij een bedrijf. Wat leuk dat ze zo lang daar heeft gewerkt. Zelf kreeg ik later een baan bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen, maar daar ben ik op de dag van mijn huwelijk op 21 jarige leeftijd ontslagen. Getrouwde vrouwen waren niet meer welkom bij het Koninklijk. Gelukkig is dat nu wel veranderd, maar ik denk ook wel wat doorgeslagen. Nu moeten vrouwen werken en de zorg voor de kinderen aan andere overlaten.
Groetjes
Erny
Tineke Veltkamp zegt
Hoi Erny mijn moeder werkte omdat ze dat leuk vond. Dus zijn wij opgevoed met een geëmancipeerde moeder en vader. Zij had nl in die tijd al de handels HBS. Ik ben zelf onderwijzeres geworden en ja als je ging trouwen dan verloor je je vaste aanstelling, belachelijk. Gelukkig is dat tegenwoordig wel anders. Maar wat hebben wij een geweldige jeugd gehad in Betondorp. Al die activiteiten, zoals schoolzwemmen, schooltuinen, de alom bekende kippen en konijnen, de goudvissenvijver en de jaarlijkse bloembollententoonstelling, de gymnastiek. Wij vonden dat maar allemaal gewoon. Later leerde ik in mijn opleiding, dat wij op een vernieuwings school hebben gezeten. Wij waren dus heel erg bevoordeeld ten opzichte van andere lagere scholen.
Laten we de speeltuin niet vergeten met de oppasser “Melissen”.
Ik ben erg trots op Betondorp. Leuk om mekaar zo eens tegen te komen via deze site. Je broer(tje)s herinner ik me ook nog goed. Ik woon tegenwoordig in Friesland. Daar droomde ik al over in de eerste klas, toen we leerden lezen met de aap noot mies boekjes. Die droom is dus uitgekomen. Heerlijk weilanden en koetjes en sloten. Ons andere zusje was Cora en mijn moeder kreeg toen (1951) inderdaad eieren, zoals jij dat beschreef, via juffrouw Wilderman.
Tineke Veltkamp zegt
De naam van onze moeder was Bep.
Aart Janszen zegt
mevrouw Henriëtte Josephine Marie Boots reed op een motorfiets, vandaar dat jack en die helm – ze was hoofd der school van 1942 tot 1952 en werd opgevolgd door meester Remmerden Lavell
en die twee juffen Bos waren Geertruida Maria Bos (ongehuwd) en Hiltje Marie van den Bosch – Kiljan, dus niet Bos als haar eigen achternaam; zij ging al weg van de WGM in 1946 (!) terwijl Geertje Bos bleef tot 1960
Cobi zegt
Volgens mij zit het WGM nu al jaren in mijn oude mavo school. De Frankendeal mavo op de arntzeniusweg in de watergraafsmeer. Klopt dat?
erny van de kleut zegt
Mijn klas werd in het tweede leerjaar verrijkt met een deel van de leerlingen van een jaar jonger. Cora van Eekeres en Lenie Zand hoorden vanaf de kleuterschool wel tot onze leeftijdsgroep maar toen werd in mijn herinnering besloten dat zij beter een stapje terug konden doen. Cora is er in gedachten echter wel bij gebleven. In zoverre was mijn klas misschien wel een parallelklas maar dan voor een jongere groep leerlingen. In de derde klas scheidden onze wegen weer .
Cora zegt
Ernie wat leuk en goed dat je alles hebt beschreven
van vroeger in Betondorp.. Het was een goede tijd. Ik heb ‘nog altijd kontakt met
Maja Boke. Is in Frankrijk gaan wonen. Ik zelf woon in Limburg.sinds 12 jaar.
Peter Sieswerda zegt
Geweldig Erny dat gedetaillieerde verhaal van jouw schooltijd op de Watergraafsmeerschool.Na meer als 70 jaren en ik kan mij zo indenken,dat je er nu ook nog met vreugde aan terug denkt.
Ook ik als je broertje Peter heb heel veel meegemaakt op deze school.maar ik ben toch heel veel dingen vergeten,al had ik wel mijn ouder broer Arno,waarmee ik tegelijk op de Watergraafsmeerschool heb gezeten.
Wel waren wij natuurlijk jongens en wat jaren jonger en die hadden hele andere interesse’s,dus hadden wij het niet altijd makkelijk en zeker niet met Lavell als hoofdmeester en hebben we voor staf menigmaal de berg cokes in de kolenberging beklommen,om naar buiten te kunnen kijken.
Wij zullen het er zeker nog wel over hebben met elkaar als broers en hoop op nog meer verhalen uit onze vroege jeugd.
In ieder geval dank ik je,dat je deze belevenissen hebt toevertrouwd aan deze site,zodat de geschiedenis niet verloren gaat.
Groetjes je broer Peter.
Lonneke de Wilde-Boke zegt
Hallo Erny wat heb jij een ijzeren geheugen. Geweldig deze herinneringen
Ikzelf zat ook 6 jaar op het WGM maar dan 10 jaar later. Ik herken wel veel dingen. Leuk hoor. Groetjes Lonneke
Harry Verkaik zegt
Heel leuk om dit te lezen en te zien. Ik ben wel nieuwsgierig om te weten waarom ik toen op een wappie leek. Volgens mij was ik toen een kleine rustige jongen.ik herken ook nog bijna al mijn klasgenoten.
Geboren 28-09-1939. Leerling van de Watergraafsmeerschool van 1945-1951.
Harry Verkaik.
Erny van de Kleut-Sieswerda zegt
Dag Harry,
Wat fijn dat er toch nog één klasgenootje uit mijn Lagere Schooltijd reageert op mijn uitgebreid verhaal. Ja, je was indertijd een kleine rustige jongen, misschien iets te rustig en ietwat afstandelijk. Is het zo dat Bert van de Berg jouw echte vriend was? Ook al zo’n stil jochie. Tenminste zo waren jullie in mijn herinnering. Wees niet boos als ik je een wappie noemde, want het was niet kwaad bedoeld. Ik geloof wel, dat we elkaar niet zo heel erg lagen, maar daar kan je nu, na ruim 70 jaar, niet meer over blijven zeuren.
In ieder geval vind ik het leuk dat je toch even een reactie geplaatst hebt. Zeg eens: heb je ook zulke mooie herinneringen aan de school of was je al veel dingen vergeten, die nu weer bij je opkomen? Hoe is het met jou gegaan? Heb je ook het kappersvak omhelsd of ben je iets heel anders gaan doen. Ik ben na mijn 40ste gaan schrijven voor de Nieuwe Noord-Hollandsche Courant en ik vind het nog steeds leuk om mijn gedachten vast te leggen. We zijn nu beiden over de 80 en ik vrees dat niet veel klasgenootjes meer in leven zijn. Of niet in staat deze website te bezoeken. In ieder geval heb ik gehoord dat Jellie de Graaf er nog wel is, maar ik heb geen contact met haar gehad.
Leuk als je nog een keer antwoordt en ander wie weet.
Vriendelijke groet
Erny
Harry Verkaik zegt
De vriend, die ik heb overgehouden aan mijn lagere school was jouw buurjongen Ruud Schrijver. Toen wij 18 waren zijn we samen naar Parijs op de fiets geweest. Zijn vader werkte bij de Shell in Amsterdam-Noord. Tijdens een feest daar heb ik mijn vrouw leren kennen. Haar vader wekte ook bij de Shell.
Ik heb na de middelbare school de gemeenlijke kweekschool gevolgd en ben onderwijzer geworden. Na enkele jaren studie ben ik leraar Frans en Duits geworden in Apeldoorn. Op mijn 64e ben ik met pensioen gegaan. Wij hebben nog een aantal jaren een vakantiehuis in Midden- Frankrijk gehad tot 4 jaar geleden. We hebben een zoon en een dochter van half in de 50. Ik ben jouw bericht tegengekomen via mijn jongere zuster Rita, die in Amstelveen woont. Mijn broer Fred,die de kapperszaak had overgenomen is 10 jaar geleden helaas overleden.