1909 – 1965
Door: Jo Haen
Bronnen: Koloniale Bank en Duizend jaar Omval en omstreken
Van 1e Schinkelstraat naar Duivendrechtsekade
De fabriek stond in de Eerste Schinkelstraat 30 ingeklemd tussen woningen en de brandweer maakte bezwaar tegen de opslag van de grote hoeveelheden lichtontvlambare stoffen. Dit maakte verdere uitbreidingen hier onmogelijk en in 1908 werd een vergunning gevraagd voor nieuwbouw aan de Weespertrekvaart, op een terrein dat behoorde bij het perceel Weespervaart 183-184, nu Duivendrechtsekade 67-68 (67 was de fabriek, 68 de naastgelegen arbeiderswoning). En waar tot 2013 de Hells Angels hun clubhuis hadden.
Coke maakt goede vechtmachines van soldaten
De Nederlandsche Cocaïnefabriek leverde in eerste instantie cocaïne voor medicinale doeleinden, maar in de Eerste Wereldoorlog exporteerde Nederland cocaïne naar de legereenheden van nagenoeg alle landen die in oorlog zijn. Tests met coke hadden uitgewezen dat het uithoudingsvermogen van soldaten toenam en dat honger en angst afnamen. Daarnaast nam hun zelfoverschatting toe. Coke maakt goede vechtmachines van soldaten.
Stevig taboe op het verleden
De megafabriek floreerde, de winsten waren gigantisch. De fabriek aan de Duivendrechtsekade was al snel te klein en diverse uitbreidingen volgden. Er kwamen nieuwe werkplaatsen voor onder meer gasbereiding, een benzinebergplaats, een tweede opslagruimte voor gevaarlijke stoffen, een ijzeren loods, een gebouw met een schuilkelder en een nieuw schaftlokaal. De groei van de Nederlandsche Cocaïne Fabriek in die periode was voor een belangrijk deel het gevolg van de Eerste Wereldoorlog. Maar de groei hield niet op en midden vijftiger jaren werden er nog steeds bouwvergunningen gevraagd voor weer een nieuwe opslag of productiegebouw. Zelfs in de Tweede Wereldoorlog produceerde de fabriek amfetamine voor de Duitse soldaten. Na de Tweede Wereldoorlog is de fabriek nooit gestraft voor collaboratie. Het verhaal van de cocaïne verdween in een geëigende plaats: de doofpot. Er rust een stevig taboe op dit verleden.
Afgebroken in 1965
In 1962 ging de Nederlandsche Cocaïne Fabriek op in de Verenigde Chemische Fabrieken te Apeldoorn. Deze combinatie leeft vandaag de dag voort in Diosynth, een zelfstandige werkmaatschappij van Akzo Nobel waar NCF-holding sinds 1975 in is opgenomen en die zich bezighoudt met de fabricage en verkoop van farmaceutisch actieve grondstoffen. In haar 62-jarige bestaan heeft de Nederlandsche Cocaïne Fabriek slechts drie directeuren gehad: dr.Franz Loth (1900-1907), dr.G.H.Kramers (1907-1946) en ir.J.P.H.Nieukerke. De fabrieksgebouwen van de NCF kwamen in handen van de Bank voor Onroerende Goederen en later van de NV Weesper-Staete, die op 4 oktober 1965 toestemming vroeg en kreeg om de oude fabriekspanden af te mogen breken.
Voor meer informatie ga naar Duivendrechtsekade 67
En lees ook: Eerste Schinkelstraat 30
Carin zegt
Beste Jo, bedankt voor jouw heldere verhaal. Ik schrik om te lezen, dat de cocaïne voor / door militairen is gebruikt, zelfs in WOII als steun voor de Duitse bezetters. Aangezien er maar 3 directeuren zijn geweest, zou het voor nabestaanden van eventuele slachtoffers mogelijk moeten kunnen zijn, om schadeclaims in te dienen. Er werd grof geld verdiend, gecollaboreerd en militairen kwamen te overlijden. Helaas, het werd weer onder het vloerkleed geveegd.
Niet vreemd dan, dat later daar de Hell’s Angels op die plekken glorietijden hebben beleefd aan duistere handeltjes toch?!
Hartelijke groeten, Carin