31 december 1959
Door: Auteur: Paul Welling (1948). Hij heeft in zijn jeugd op de Bredeweg gewoond.
In 1960 bezweken het postkantoor, een kapperszaak en de boekwinkel van Lintveld aan de Middenweg onder de slopershamer. De Kamerlingh Onneslaan moest aangelegd worden.
Het moderne verkeer eiste grote doorgaande wegen.
Het postkantoor verrees in nieuwe gedaante even verderop langs de Kamerlingh Onneslaan ,evenals een winkel van C&A. De boekwinkel van Lintvelt kwam niet meer terug net zo min als de kapperszaak.
De T-splitsing van de Middenweg en de Hogeweg werd een heus kruispunt. De verkeersveiligheid op het kruispunt kwam onder de hoede van stoplichten. In het begin was het wennen voor veel automobilisten, die uit de stad kwamen dat er een kruising was. Het ging dan ook geregeld fout. Er belandde wel eens een auto bij de firma de Boer tussen de radio’s en televisies.
Voor ons, katholieke middelbare scholieren betekende de opening van de Kamerlingh Onneslaan de mogelijkheid een andere route naar school te nemen. We konden nu niet alleen via de Ceintuurbaan naar het Ignatius Gymnasium, maar ook via de Apollolaan. Een veel veiliger route. Niet meer langs het Oosterpark, het OLV-gasthuis, en de Ceintuurbaan. De straten waren daar smal en de tram reed er. Een medescholier kwam tragisch om het leven bij een ongeluk op de Ceintuurbaan.
Onze nieuwe route kende weinig gevaarlijke punten. Op de Berlagebrug was het rustig, nog maar weinig auto’s verlieten de stad via de Rijnstraat. Op de Apollolaan was het heerlijk fietsen. De nieuwe route had nog een ander voordeel. Die leidde namelijk langs de school Fons Vitae, de tegenhanger van het Ignatius ( voor meisjes). Wanneer je geluk had kon je met een meisje op fietsen naar school.
(Het pand van boekhandel Lintvelt is pas in 1968 gesloopt, in tegenstelling tot bovenstaande informatie. Op de foto’s van Annie Raavé hieronder is het pand nog te zien toen de weg geopend werd – Red. VvWGM)
Jan Dijk zegt
Paradijs boven het postkantoor.
Jo Haen vraagt mij, iets meer te schrijven over ons huis boven het postkantoor.
Het was een nogal donker maar groot huis. Ons vergane paradijs. Het dateerde uit 1898, mijn broer heeft de jaartalwindwijzer. Soms telden we, zittend achter de serreramen die U op de foto ziet, de automerken die voorbijkwamen; vooral Ford, VW en Opel, in die volgorde.
Die serre, waar rotan meubelen stonden, was ’s winters met gordijnen, later met plastic, van de woon- of voorkamer afgescheiden. Daar stonden zware meubelen en een Jaarsma kolenhaard, zelfs een mooie rookstandaard.
Achter was de eetkamer, met uitschuifbare tafel (4 zoons).
Boven het postkantoor konden we lawaai maken zoveel we wilden. In de hall, waar de telefoon (52049) aan de muur hing boven een telefoonstoeltje, speelden we hockey met wandelstokken. We konden om badkamer en wc heen rennen. De vrij moderne staande klok luidde als de Big Ben. De etensgong gebruikte moeder vaak.
Naast de achterkamer was de keuken met houten balkon, onder een machtige kastanjeboom. Mijn broers vertelden mij dat er voor mijn tijd een trap was vanaf ons balkon rechtstreeks de bloemenkwekerij van Wielinga in. Incidenteel speelden we er; we konden erin door een poortje naast de telefooncentrale. Vaders (Ds Dijk) studeerkamer keek op dat balkon uit.
Op dezelfde etage was de slaapkamer waar ik volkomen onverwachts geboren ben.
Boven was een grote slaapkamer en een zolder met enge schaduwen; daar werd vaak gestudeerd. Er was een aparte zolderruimte voor de kolen. Er was ook een stuk platdak waarvandaan we over Frankendael (VERBODEN TOEGANG) uitkeken.
Mijn oudste broer zei recent: ‘Zie je wel, toch de ooievaars!’ (Voor wie dat niet weet: in Frankendael broeden tegenwoordig ooievaars)
Nadat de kapsalon was afgebroken en er de blinde muur gekomen was die U op de foto ziet, en ik nu voor het eerst weer zie, ontstond er een scheur in de zijmuur. Een plakbandje hield de zaak op zijn plaats… ( al snel snapte ik, dat moeder aan het eventueel loslaten kon vaststellen of we gevaar liepen)
Jan Dijk
Jan Dijk zegt
Boven het postkantoor
Onze woning verdween ook onder de slopershamer. We wisten al een tijdje dat de Kamerlingh Onneslaan aangelegd zou worden. Een tijd was er sprake van, dat die langs de andere kant van het nog altijd bestaande telefoongebouw zou lopen, langs de voorkant. Je kunt er nog altijd art deco-letters boven de ingang zien. Nu is dat de achterkant van het gebouw. Helaas, de weg ging langs de achterkant, nu voorkant lopen, mijn geboortehuis moest weg. Mijn broers gingen in het lege huis wel eens voetballen. Ik liep er in een wijde boog omheen.
Jan Dijk