1943 – 1945
Auteur: Frits Slicht – Verteller: David Verdooner is geboren in de Transvaalbuurt, op 15 augustus 1937. Hij is getrouwd met Gerda. Zijn vader is Meijer Verdooner (geb. 15 juli 1907) was een bekende bakker uit de Transvaalbuurt. Zijn moeder Jetje de Lara (19 mei 1909) werkte altijd met haar man in de bakkerswinkel. David nam de bakkerij van zijn vader over. Hij gaf een interview op 7 februari 2008. Dave Verdooner is overleden op 9 juli 2008. – Bron: Geheugen van Oost
Te vaak plassen en doortrekken kon niet, dat zou te veel lawaai maken.
Dankzij Ome Herman Elzinga, straatagent in de Transvaalbuurt, vonden wij een onderduikadres. Ome Herman woonde samen met zijn vrouw in Betondorp in een niet al te grote woning aan Onderlangs 70.
Als je gevangen zit dan moet je gek genoeg veel piesen. Nu zaten we dan wel niet gevangen maar geheel en al vrijwillig zaten we er nu toch ook weer niet op ons onderduikadres. Dat plassen is voor mannen niet zo’n heel groot probleem. Mannen doen hun piemel in een fles en huppetee. Die fles wordt dan later wel een keer geleegd. Je laat hem even staan tot de visite weg is en dan gooi je hem in de WC. Maar voor Jetje, mijn moeder, lag dat toch wat anders. Mijn moeder moest op de po en ze moest veel op de po. Die was dan ook gauw vol. Wat deed mijn vader dan. Die deed heel zachtjes het raam open. Dat kon hij gelukkig als de beste, heel stilletjes. Hij pakte dan de piespot en goot die dan heel voorzichtig leeg langs de klimop naar beneden.
Voor mij als kind was dat best heel moeilijk allemaal. Ik was als kleine jongen gewend om buiten te spelen. Ik speelde thuis in de Tugelaweg altijd op het pleintje, het hofje, achter de bakkerij. En hier zat ik van de ene op de andere dag zonder schoenen, bang als mijn ouders waren om geluid te maken. Te vaak plassen en doortrekken kon niet, dat zou te veel lawaai maken. Als je moest poepen dan mocht je wel doortrekken anders zou het gaan stinken. Of je er nu met twee of met zes mensen woont, dat is toch en groot verschil. Bedenk daarbij ook nog eens dat de buurman aan de rechterkant een foute buurman was. Ik ben in de twee jaar dat we ondergedoken hebben gezeten twee keer buiten geweest, ik had wat dat betreft mijn uiterlijk niet mee. Mijn broer wel, die is vaker op straat geweest, hij was erg blond in die tijd.
Geef een reactie