31 december 2006
Auteur: Marella Karpe – Verteller: Erik Borchman is 39 jaar oud, gehuwd zonder kinderen en actief lid van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.

In deze kerk kunnen de leden zelf lessen geven en zelf de blijde boodschap brengen.
Eric Borchman voelt zich thuis in de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen – beter bekend als de Mormoonse kerk — onder meer omdat er zoveel dialoog en zelfwerkzaamheid is. Ongeveer zes jaar gelden is hij – van huis uit Gereformeerd maar niet meer praktiserend – bekeerd en sindsdien vult de kerk het grootste deel van zijn tijd. Hij is voorzitter van het quorum van ouderlingen en informeert de bisschop over het wel en wee van de leden. In zijn omgeving staat men versteld van de tijd die hij onbezoldigd steekt in de kerk en dat hij “pleziertjes” zoals gebruik van tabak, alcohol, koffie en thee, conform de regels van de kerk, heeft opgegeven. Deze stoffen worden niet alleen gezien als schadelijk voor het lichaam, maar ook als een belemmering om open te staan voor de Heilige Geest. Erik is door zijn geloof ‘zachter’ geworden in zijn werk. Hij is belast met incassozaken en zoekt nu meer naar middeling en oplossingen .Zijn baas vindt het prima, zolang het maar resultaat oplevert. In de kerk heeft Eric zijn echtgenote leren kennen en tot zijn vreugde konden zij in de Tempel trouwen. Dit is een bijzonder gebouw – in de hele wereld zijn er maar 124 – dat alleen toegankelijk is voor leden die getrouw alle regels naleven. Ieder die daar binnen gaat is van top tot teen in het wit gekleed om de heiligheid van de plek te accentueren.
De kerk staat bekend om zijn uitgebreide genealogische archief en Eric legt uit dat dit te maken heeft met hun overtuiging dat voorouders – en dat begrip wordt heel wijd opgevat – alsnog gedoopt kunnen worden al zijn ze allang overleden. Na de doop kan men terugkeren naar de Hemelse Vader. De kerkleden geloven dat in 1820 het Herstelde Evangelie bekend werd gemaakt via Joseph Smith in Amerika en dat voor die tijd vele generaties hier geen kennis van hebben kunnen nemen. Om deze onrechtvaardigheid op te heffen worden de voorouders plaatsvervangend gedoopt, een nu levend kerklid laat zich dus namens de overledene dopen.
In het algemeen is er weinig contact met andere kerkgenootschappen, alleen op het gebied van liefdadigheid werkt men samen, bij grote rampen geeft men gezamenlijk hulp, ongeacht geloof of overtuiging .



Ik vond ze erg prettige buren, maar het verhaal er achter heel erg ongeloofwaardig, maar het waren prettige buren.
Dankzij het enorme genealochisch archief in Saltlake City heb ik verloren gegane familieleden terug kunnen vinden. Heel bijzonder.
De getoonde foto van de doopvont (boven) is niet in een kerk genomen, maar in een tempel. Net als in de tijd van Christus, maakt De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen onderscheid tussen het gebouw waar men voor de wekelijkse aanbidding naartoe gaat (in de tijd van Christus de synagoge, nu een kerkgebouw), en een heiliger gebouw (de tempel) waar men periodiek voor bijzondere ceremonies naartoe gaat.
Eén van die ceremonies is de hierboven genoemde doop voor de doden (zie 1 Korintiërs 15:29).
E.e.a. wordt uitgebreid en duidelijk uitgelegd op http://www.kerkvanjezuschristus.nl.