1995 – 2019
Vorige week ontving ik van mevrouw Kruizinga een fotootje met daarop een paaltje met de tekst
TER NAGEDACHTENIS AAN ALLE IN
’42 ’43 GEDEPORTEERDE
JOODSE FAMILIES UIT DE BUURT
3 MEI 1995
Het fotootje was uit 1995. Het paaltje was geplaatst in de Pythagorasstraat vóór nummer 77 op 3 mei 1995. Ik was benieuwd of het paaltje er nog zou zijn. Vanmorgen ben ik eens gaan zoeken en inderdaad: het paaltje staat er nog met het messing plaatje met bovenstaande tekst.
Ik was er stil van. Ik had het paaltje nog nooit gezien, terwijl ik toch al zo lang in de Watergraafsmeer, waarvan 18 jaar pal om de hoek.
Een particulier initiatief? Wie kan mij daarover iets meer vertellen?
Mevrouw Elika Kruizinga reageerde nog als volgt:
“Ik ben zelf bij de onthulling geweest. Die donkere vrouw heet Lies Mulder en woonde, ik dacht op nummer 117. Ze emigreerde naar Canada. Dat heb ik haar nog een paar keer ontmoet toen ik bij mijn zuster en zwager was. Ze woonde in Toronto.
Lies Mulder heeft dit verzorgd toen ze in Nederland was. Ik denk dat ze, als ze nog leeft, 83 zal zijn.”
Aan de overkant, vóór nummer 116, zijn op 5 maart 2016 3 Stolpersteine zijn geplaatst voor leden van de familie Vleeschdraager. Dat staat op deze site vermeld. Ga naar Familie Vleeschdraager –
De Stolpersteine (struikelstenen) voor de familie Vleeschdraager – 2016 – Foto: Jo Haen – Alle rechten voorbehoudenOok voor nummer 133 zijn 3 Stolpersteine geplaatst voor 3 leden van de familie Lehman-Soesman
En tevens op de Linnaeusparkweg voor nr 79 voor leden van de familie Nol
OPDAT WIJ NOOIT VERGETEN!
Jo Haen
Op 4 mei 2020 werd bij het monumentje in de Pythagorasstraat door Petra Seel de taptoe geblazen.
Bas de Waard zegt
Bas de Waard:
Mijn moeder, Anneke Mulder, was 11 jaar toen de oorlog uitbrak en woonde in de Pythagorasstraat, waar ze vaak op straat speelde en bevriend raakte met Beppie Cohen, een Joods buurmeisje. Op een kwade dag werd de buurt afgezet door de Gestapo en reden de overvalwagens de wijk in. Alle Joodse mensen werden uit hun huizen gehaald en moesten de auto’s in, zo ook Beppie en haar familie. Anneke zag het gebeuren en gilde “Beppie, Beppie”. De vader van Anneke, Bas zegt “een bikkel van een vent was opa Eppo”, ging op de politieman toe en zei “neem de familie mee als het moet, maar laat het kind bij ons”. Hij werd weggeduwd en met de kolf van het geweer hard in zijn gezicht geslagen, de tanden uit zijn mond. Beppie moest ook mee en is net als haar familieleden nooit teruggekomen.
Anneke heeft tot haar dood in 2002 het verdriet en de kwelling gevoeld van deze herinnering. Zij heeft gezorgd dat er een boompje geplant is en een gedenksteen geplaatst is in het stukje van de Pythagorasstraat (ter hoogte van nummer 77) waar het allemaal gebeurd is.
J H Douwerbren zegt
Ik ben Ans Souwerbren en woonde ook in de Pythagotasstraat
Later trouwde ik met mijn buurjongen Dick Poll , die veel bij de familie was in de avond
Ik weet dus ook van die vreselijke gebeurtenis…
Later was ik ook bij Pyth 77 met o a mijn man en broer en schoonzus bij de Plaatsing van het monument
Goed dat dat er is
Wij mogen die ellende nooit vergeten