1950 – 1960
Auteur: Marella Karpe – Verteller: Tonny Hollanders
komt uit een gezin met 11 kinderen, in maart 1946 werd zij als 9e kind van haar ouders geboren. Het gezin bestond vooral uit meisjes, er waren maar 2 jongens. Tonny heeft een groot deel van haar leven in Oost gewoond en gewerkt, maar woonde ook een paar jaar in Engeland en IJsland. Zij heeft altijd veel belangstelling gehad voor taal en schrijft graag gedichten.
Tonny wilde dolgraag naar de kleuterschool en toen ze als 4 jarige de school op het Galileïplantsoen binnenging was het nog fijner dan ze al gedacht had. Groot was haar teleurstelling toen ze na enige weken weer thuis werd gehouden om haar peuterzusje gezelschap te houden,toen er weer een baby was geboren. Het was een kleine troost dat een van haar oudere zussen haar toen leerde lezen.
De liefste juf van de wereld: juffrouw Buitenhuis
Tonny woonde tegenover de Montessorischool aan de Herschelstraat, waar ze een keer naar binnen is gelopen op een open dag. Ze vergaapte zich toen aan het mooie materiaal. Zelf ging ze inmiddels naar de lagere school in de Copernicusstraat waar ze van de 1e tot de 5e klas ‘de liefste juf van de wereld’ had, juffrouw Buitenhuis. Tonny herinnert zich haar als een bescheiden vrouw – vaak gekleed in donkerrode jurk – die heel veel geduld en aandacht voor haar leerlingen had. Ze nam de kinderen serieus en had ook respect voor kinderen die niet zo goed konden leren. Helaas had ze een slechte gezondheid – achteraf is gebleken dat ze niet oud is geworden – en geregeld moest een van de kinderen medicijnen voor haar halen bij de apotheek aan de overkant.
Mijnheer Manuel vertrouwde erop dat kinderen veel kunnen onthouden
In de 5e en 6e klas stond de bovenmeester voor de klas, mijnheer Manuel. Van haar moeder hoorde Tonny dat deze meester in de hongerwinter vaak extra eten had bezorgd bij haar oudere broers en zussen, omdat hun gezin toen veel te weinig voedsel had voor zoveel mensen. Mijnheer Manuel vertrouwde er op dat kinderen veel kunnen onthouden, zo las hij in de 5e klas het eerste deel van een Kerstverhaal voor, dat hij in de 6e klas vervolgde met het slotdeel. En inderdaad wisten de kinderen het nog. Dat vertrouwen in de capaciteit van kinderen werd ook getoond op het zangkoor van Willem Hespe waar Tonny op zat ; “we moesten ouderwetse en ingewikkelde liederen zingen van Catharine van Renesse, liederen die volwassenen ook moeilijk vonden. De dirigent was bepaald niet geduldig – regelmatig brak hij van woede zijn dirigeerstokje – maar toch ging ik graag naar het koor omdat ik wist dat we het vertrouwen kregen “.
Als 12-jarige voor de klas
Datzelfde vertrouwen sprak eveneens uit de vanzelfsprekendheid waarmee aan Tonny- ze was toen 12 – werd gevraagd om de 1e klas ’te doen ‘ als juffrouw Buitenhuis ziek was. Ze las dan voor aan 40 kinderen en de hele klas was muisstil.
Ab Brilman. zegt
Zat bij jouw in de klas. Woonde tegenover de school in de copernicusstraat. Derde rij in het midden. Leuk je verhaal te lezen.
Yvonne Straver zegt
Ik heb daar ook op school gezeten !! En ik had ook een meisje in de klas uit het gezin van 11 kinderen. Ik ben uit 1941. Onze juf was mevr Waay. Kan meneer Manuel heel goed herinneren! Als onder directeur was meneer Lammers. Ook mevr Bleeker was een juf. Als mevr Waay ziek was dan kregen mevrouw Bleeker