Bron: NHnieuws.nl
Door: Jan de Boer
In het programma De verdwenen stad gaan we iedere keer naar een andere plek in Amsterdam om te kijken hoe die in de loop der tijd is veranderd. Deze keer is dat het Christiaan Huygensplein. Hier stond het houten stadion van Ajax.
Niet veel mensen zullen het weten, maar Ajax boekte zijn eerste successen op de plek waar nu het Christiaan Huygensplein is. Hier werden ze voor het eerste landskampioen (1918) en hier wonnen ze in 1917 voor het eerste de NVB-beker (de voetbalbond was toen nog niet koninklijk). Het Christiaan Huygensplen is soort een winkelcentrum met lage flats van een type dat je eerder in Almere of Lelystad zou verwachten.De entree van een grote supermarkt was ooit de entree van het Ajax-stadion. De club verhuisde hier in 1907 naartoe. Daarvoor werd er in Noord gevoetbald, maar daar moesten ze weg. Op deze locatie aan de Middenweg was nog plek. De Watergraafsmeer maakte toen overigens nog geen deel uit van de gemeente Amsterdam, dat was pas sinds 1921.
“Dit is voor het Nederlandse voetbal een belangrijke plek”, vertelt sporthistoricus Jurryt van de Vooren. “Hier speelde Ajax sinds 1907. Toen was er nog geen stadion, het was nog vooral een veld. Stadions hadden we nog niet in Nederland. De eerste kwam pas in 1914. Je kan hier nu boodschappen doen, en waar je boodschappen doet, heeft Ajax het fundament gelegd van het latere succes.”
“Waar vroeger een koe stond te grazen werd later de middenstip van een stadion”
De nieuwe locatie was midden tussen de boerderijen. Faciliteiten waren er niet. Voor het omkleden en het gebruik van de toiletten, konden de spelers terecht bij een café aan de overkant van de Middenweg. “Dat is zo’n de wet van stadions van voor de oorlog: waar vroeger een koe stond te grazen kwam later de middenstip van een stadion”, vertelt Jurryt. “En dat was hier eigenlijk ook zo.”
De faciliteiten waren mager, maar Ajax was toen ook nog niet de club met het internationale allure van nu. Van de Vooren: “Ze speelden nog niet eens op het hoogste niveau. Je had nog geen eredivisie in die tijd. Er was alleen amateurvoetbal en de competitie was verdeeld in regionale competities. Je ging niet, als je op het hoogste niveau speelde, van Amsterdam naar Maastricht. Dat redde je gewoon niet in 1907, om op een dag heen en weer te gaan voor een uitwedstrijd. De kampioenen van al die regionale competitie speelden dan uiteindelijk een kampioenscompetitie tegen elkaar. De winnaar daarvan was de landskampioen.”
Tribunes
In eerste instantie waren er nog geen tribunes rond het Ajax-veld, maar met de jaren werd de opzet groter en groter. Eerst kwamen er tribunes langs de lange zijde, later ook achter de doelen. Tot het uiteindelijk een echt stadion werd. Een stadion van hout, vandaar dat het bekend werd als het houten stadion. “En bij de echt grote wedstrijden, zoals tegen Feijenoord, kwamen er nog eens extra tribunes bij.”
Toen Ajax naar de locatie Christiaan Huygensplein verhuisde, speelde het nog in een ander shirt dan het wereldberoemde witte shirt met rode baan. Het shirt was toen nog wit met rode strepen. Wanneer Ajax in 1911 op het hoogste niveau kwam te spelen, moest naar een ander tenue worden gezocht, omdat het shirt teveel leek op dat van Sparta.
Topdrukte
In 1934 vertrok Ajax naar weer een andere locatie. Dat werd het veel bekendere stadion De Meer, even verderop aan de Middenweg. Het houten stadion was niet meer geschikt voor de aantallen bezoekers die Ajax inmiddels trok. Met name bij de wedstrijden tegen aartsrivaal Feijenoord, de eerste werd in 1921 gespeeld, werd duidelijk dat er veel meer mensen naar binnen wilden dan er plek was. Dat resulteerde in een complete chaos buiten het stadion. Van de Vooren: “Die wedstrijden tegen Feijenoord trokken al heel snel heel veel mensen. Zo veel mensen dat eind jaren twintig er zelfs een tribune instort, gelukkig zonder dodelijke afloop.”
“Ook was het zo druk en stonden er zoveel mensen rond het veld, dat er bijna geen hoekschop kon worden genomen. Het gebeurde zelfs dat toeschouwers tijdens de wedstrijd een wandeling gingen maken door het strafschopgebied. Om alles eens van dichtbij te bekijken.” De kritiek op de faciliteiten van Ajax was groot dat de club noodgedwongen op zoek moest naar een andere en meer geschiktere locatie.
Klik ►HIER◄ voor een prachtig interview met sporthistoricus Jurryt van de Vooren
Geef een reactie