Bron: tos-actief.nl
Veel mensen hebben ernaar uitgekeken, het nieuwe kunstgrasveld van TOS-Actief. Zo niet Peter de Wit (73). Wekelijks trekt hij eropuit om met de witkar de kalklijnen van de grasvelden bij te werken. Op deze dag eind mei is veld 4 aan de beurt, ver weg achter Fortius, aan de overkant van het bruggetje. “Gras is toch het mooiste.”
Bij TOS bindt Peter de Wit de kar achter zijn fiets om naar het veld te rijden. “Lopen moet ik al genoeg. Zo’n veld is toch een halve hectare.” Een klein laagje belijningsvloeistof zit alvast in de bak, de rest in een jerrycan, anders klotst alles er onderweg uit. Zo heeft hij precies genoeg.
Ruben van Loon, de zoon van zijn vriendin en een bekende TOS-naam, vroeg hem drie jaar geleden. In zijn werkende leven speelde Peter 45 jaar fagot in het Balletorkest. “Dus hij kwam niet bij mij omdat ik zo’n voetballiefhebber ben, absoluut niet. Mijn hele leven heb ik geen bal aangeraakt. Ik heb alleen een tijdje bejaardentennis gespeeld. Nee, ze hadden gewoon iemand nodig waar ze op konden vertrouwen. In het verleden is er weleens wat misgegaan. Dan bleek dat alcohol toch echt niet goed samenging met rechte lijnen.”
De fiets wordt geparkeerd in het strafschopgebied, het touw aan de witkar losgepeuterd en dan kan het werk beginnen. Grote stukken van het gras zijn bruin, daar waar het afgedekt is geweest vanwege festivals. Een halfuur, drie kwartier doet Peter de Wit erover. “Halverwege neem ik pauze en ga ik op een bankje langs het veld zitten. Ik koop vooraf vaak een broodje vis.”
De gemeente zet in principe met touwtjes de velden uit, maar daarna is hij verantwoordelijk. “Eén keer had ik te lang gewacht en moest ik met verlengsnoeren in de weer omdat er niets meer te zien was en ik iets nodig had om rechte lijnen uit te zetten.” Regen is geen belemmering. “Behalve als er plassen op het veld staan, dan gaat de kalk alle kanten op.” De blauwe tuinbroek die hij drie jaar geleden voor het eerst aandeed zit inmiddels grotendeels onder de witte verf.
Achter het verste doel, wijst hij terwijl de belijningskar voortrolt, is de heuvel met de natuurtuin van de antroposofen. “Ik heb weleens meegeholpen met vlinders tellen. We hebben er precies één gezien, een citroenvlinder. Een dame suggereerde nog om in plaats van de kalklijnen witte bloemetjes te planten.”
Hij geniet van de weidse omgeving, het groen, de geluiden, de vogels. “Bonte spechten, winterkoninkjes, van alles. Je hoort natuurlijk de snelweg, maar ruisende zee klinkt net zo. Ik vind het ook leuk dat je met iedereen aan de praat raakt, veel hondenbezitters natuurlijk. Soms delen ze hun hele leven met je. En mensen zijn dankbaar dat je dit doet.”
Peter de Wit wordt nog regelmatig gevraagd voor optredens met de fagot. “Ik kom in heel Nederland. En ik pas drie keer per week op mijn kleinzoon in Lelystad, dus het is druk. Maar dat is niet erg hoor, al begin je op mijn leeftijd natuurlijk wel langzaam uit elkaar te vallen. Die witkar is ook een beetje mijn rollator.”
Na de metamorfose van veld 1 heeft hij nog maar twee grasvelden onder zijn hoede. Minder werk dus, maar hij vindt het jammer. “Ik hoor altijd om me heen dat mensen het liefst op gras voetballen. Kunstgras is een noodzakelijk kwaad. Het is onderhoudsvriendelijk. Je legt het in één keer neer, de lijnen zitten er vast op. Je hoeft er niets aan te doen. Ik snap het. Maar het is plastic in de natuur. Gras blijft toch het mooiste.”
Kees Zijp zegt
Mooi verhaal van en over een echte clubman inhart en nieren.