Wist u dat er in de 17e eeuw al een tekenend verslaggever door de Watergraafsmeer en omgeving trok? Het was niemand minder dan Rembrandt (1606-1669), die veel mooie plekjes met zijn tekenstift vastlegde en ze aldus voor het nageslacht bewaarde.
De stad inspireerde hem niet, hij zocht en vond het landelijke en pittoresque buiten de poorten.
Zo heeft een hoekje van de Amstel, de Omval, door Rembrandts ets Europese vermaardheid gekregen. De ets verspreidde meer dan twee eeuwen deze naam in talrijke buitenlandse verzamelingen. De ‘Omval’ duidt niet op de scherpe bocht die de Amstel dicht bij deze plaats in zuidwestelijke richting maakt, want die bocht heet op de kaart van Pieter van den Berge (1719) ’t Swijnsrak en op de kaart uit Het verheerlykt Watergraafs- of Diemermeer (1725) ’t Windrak.
Onder de Omval moet verstaan worden de landtong tussen de Amstel en het Diemer- of Watergraafsmeer. De oorsprong van deze naam moet gezocht worden in de verbinding die de Amstel hier vroeger met het nog niet drooggemaakte Watergraafsmeer had.
Als je goed op de ets kijkt, zie je een verliefd stelletje in de bosjes. De vluchtige kijker ziet alleen een gezicht op De Omval, toentertijd een landelijk gebied, waar veel Amsterdammers naartoe gingen voor een plezierig dagje uit. Op de Amsteldijk staat een man met een breedgerande hoed op zijn hoofd. Boven zijn schouder is de ingang zichtbaar van de ringvaart om de Watergraafsmeer. Daar staat ook één van de molens die het water uit de polder moesten wegmalen.
Helemaal rechts is het donkere gat van een gemetselde doorlaat voor het opgepompte water zichtbaar. Zeilbootjes liggen aangemeerd in de buurt van wat huizen. Over de Amstel wordt een gezelschap geroeid in een tentschuitje. Maar de hoofdrol wordt gespeeld door een knoestige wilg. In de schaduw van de boom zit een paartje verscholen, de jongen zet het meisje een bloemenkrans op het hoofd.
Op deze ets is De Omval te zien met de drie molens (links) die de Meer meehielpen droogmalen en de molen op het typische eilandje dat begrensd wordt door de Keulsevaart en de Amstel. Tekening van Rembrandt in de collectie van de hertog van Devonshire. (1653)
Op deze tekening staan boerderijen aan de St. Antonies- of Diemerdijk bij Houtewael één jaar vóór de dijkdoorbraak in 1651 toen de Meer volliep en Houtewael van de aardbodem werd weggevaagd. De tekening van Houtewael geeft aan de rechterkant de onderdijk weer, die verdwenen is bij de aanleg van de Schellingwouderbrug.
In 1652 tekende Rembrandt ook het tolhuis, bij de ingang van de Kruislaan, en de Duivendrechtermolen aan het Weesperzandpad bij de Keulsevaart. Waarschijnlijk bevond hij zich op de buitenplaats Solitudo, aan de rechterkant van genoemde vaart.
Het is op deze tekening alsof Rembrandt met een zelfontspanner een foto van Diemen heeft gemaakt. Hij zit zelf tekenend op de ‘foto’. De kerk van Diemen (stond op de plek naast het begraafplaatsje Gedenk te Sterven) is allang verdwenen. De nieuwe kerk en het Gemeentehuis werden in de negentiende eeuw in Diemerbrug gebouwd.
Het spreekt vanzelf dat Rembrandt meermalen door de Meer heeft gedwaald. Zijn tekeningen, daar gemaakt, bewijzen dat.
Bron: 350 Jaar Watergraafsmeer
Historische Kring Diemen
Geef een reactie