1911 – 2021
Door: Jo Haen
Bron: Samuel Verdoner, de laatste gazzen van de Indische Buurt – Rogier Schravendeel
Lees ook: 4 mei Oorlogsmonumenten in de Watergraafsmeer

4 Stolpersteine
Op 1 september 2021 werden voor de voormalige woning van Samuel Verdoner en zijn gezin, Linnaeuskade 33, 4 Stolpersteine geplaatst. Linnaeuskade 33 was het laatst bekende adres van Samuel. Hier werden op 18 mei 1943 Samuel (1911-1944) , zijn vrouw Maria Verdoner-Wagenaar (1914-1944) en hun 2 dochtertjes Nannie Carry Verdoner (1940-1944) en Carry Josephina Verdoner (1942-1944) weggehaald en naar kamp Amersfoort gebracht. Op 11 juni 1943 vond het transport naar Westerbork plaats waarvandaan het gezin op 11 januari 1944 naar Bergen-Belsen werd getransporteerd. Op 12 oktober 1944 werd het hele gezin in Auschwitz om het leven gebracht.
Het doel voor het plaatsen van deze Stolpersteine is het Joodse leven een plaats in de geschiedenis van Amsterdam Oost te geven. Door een sponsoringsactie van bewoners uit de Indische Buurt kon dit gerealiseerd worden.

Wat weten we van Samuel en zijn gezin?
Samuel werd geboren op 25 oktober 1911 in Amsterdam Oost als negende kind van Mozes en Naatje Verdoner. Twee kinderen uit het gezin waren bij zijn geboorte al overleden en na Samuel zijn er nog 3 kinderen geboren, waarvan de laatste Alida (1918) als enige de oorlog zal overleven. Op jonge leeftijd had Samuel al belangstelling voor een godsdienstige opleiding.
Zijn vrouw Marie Verdoner-Wagenaar werd in Amsterdam geboren op 21 augustus 1914 in een gezin met 3 kinderen. Haar vader overlijdt in 1917. Het gezin woonde toen in de Nieuwe Kerkstraat 1 c. Het beroep van moeder Kaatje was diamantslijpster. Als alleenstaande moeder moest zij na de dood van haar man de kost verdienen. Ze overleefde de oorlog samen met 2 van haar kinderen.
Over de jeugd en/of opleiding van Maria Wagenaar is helaas niets bekend. Alleen dat ze met haar familie in 1927 naar de Retiefstraat 87’’’ in de Transvaalbuurt verhuisde en ze zich op 26 augustus 1933 verloofde met Samuel Verdoner. Ze kregen later samen 2 dochters: Nannie Carry en Carry Josephina.

Opleiding tot godsdienstonderwijzer
Samuel Verdoner begon na de lagere school aan een opleiding tot godsdienstonderwijzer. Zijn familie woonde waarschijnlijk toen in de Brinkstraat 55, als eerste bewoners van het rond die tijd opgeleverde pand. Hij liep elke dag van Betondorp naar de Rapenburgerstraat waar het Nederlandsch Israëlitisch Seminarium gevestigd was. Rond 1930 is hij klaar met zijn opleiding en gediplomeerd godsdienstonderwijzer al was hij al enige tijd actief bij de Joodse vereniging voor Amsterdam-Oost, Nachaliël. Deze vereniging had als doel om bij de joodse bevolking van Amsterdam-Oost het godsdienstig leven zoveel mogelijk te versterken door het geven van leeroefeningen en het organiseren van voordrachten en lezingen. Vooral gericht op de nieuwe wijken van Oost met een focus op de Watergraafsmeer en omgeving. De grotere bijeenkomsten vonden daarbij plaats in gebouw Oost-Indië op Middenweg 14-16. Vanaf ongeveer 1909 was er al sprake van georganiseerd joods leven in oud-Watergraafsmeer. Er was een bidlokaal op een particulier adres in de Paul Krugerstraat 20 (nu Zacharias Jansestraat geheten) en een synagogelokaal op het adres Linnaeusparkweg 1.

Rechouwous
In 1925 werd er in de Indische Buurt Rechouwous opgericht, een Joodsche Vereeniging voor de Indische Buurt met als voorzitter Levie Vuisje. Voor zover bekend vond de eerste kennismaking van Samuel Verdoner met Rechouwous plaats op 24 december 1931. Hij is dan spreker op een bijeenkomst genaamd Sjabbosmiddag, een jongensbijeenkomst voor jongens van 9 jaar en ouder, die gehouden werd in de woning van Hartog de Vries, beheerder van de Joodse begraafplaats Zeeburg, op Zeeburgerdijk 226.

‘Geen ontvangdag’ bij de verloving
Zoals hierboven reeds vermeld verloofden Samuel Verdoner en Marie Wagenaar zich met elkaar op 26 augustus 1933. ‘Geen ontvangdag’ stond er op de kaart. Er was weinig sprake van uitbundigheid. Samuel stopte datzelfde jaar ook bij Nachaliël. Hij concentreerde zich toen alleen nog op Rechouwous. Het aantal leden werd echter steeds minder, waarschijnlijk te wijten aan de bouw van de grote synagoge in 1928 in de Linnaeusstraat. Wel werd Samuel in 1934 tot voorlezer (gazzen) en cursusleider (Tourou-verklaring) van de synagoge in de Indische Buurt benoemd.

Willem Beukelsstraatschool
Volgens het Verslag van de toestand der Nederlandsch-Israëlitische Hoofdsynagoge te Amsterdam was Samuel vanaf 1 januari 1933 tevens werkzaam aan de Godsdienstschool in de Watergraafsmeer, de z.g. Willem Beukelsstraatschool (nummer 41, dat was in de kosterij van de gereformeerde Rehobothkerk).

Linnaeuskade 33
In 1936 werd hij benoemd als vaste onderwijzer van de godsdienstige school van de Amsterdamse Hoofdsynagoge. Deze vaste baan stelt Samuel in staat te kunnen trouwen met zijn verloofde. Ze trouwden op 18 februari 1937 en trokken in op Linnaeuskade 33’ of 33 boven. Waarschijnlijk woonden ze in bij de moeder van Maria die ook op dit adres ingeschreven stond.

Samuel blijft gazzen van Rechouwous ondanks een zware financiële tegenvaller (geen geld meer van de Hoofdsynagoge). Rechouwous verhuisde naar Javastraat 196, een voormalige melkwinkel en men maakte gebruik van nog een paar seculiere adressen in Oost voor het houden van samenkomsten.

Zegeningen van het ouderschap
Ondertussen werd hun eerste kind Nannie geboren (21 februari 1940) en genoot de familie op de Linnaeuskade van de zegeningen van het ouderschap.
Oorlog en geboorte Carry
10 Mei 1940 bracht de inval van de Duitsers het einde. Men probeerde nog op een aantal particuliere adressen vergaderingen te houden zoals in de Molukkenstraat 84, Archimedesweg 68. Op de laatste twee vergaderingen van Rechouwous sprak rabbijn Jacob Soetendorp, die de 2e Wereld ondergedoken zou overleven.
Het einde
Op 26 mei 1942 werd hun tweede dochter, Carry Josephina, geboren. Vanwege een Sperre door zijn functie als godsdienstonderwijzer had Samuel nog uitstel maar op 18 mei 1943 arriveerde het gezin in kamp Amersfoort. Op 11 juni 1943 vond transport naar Westerbork plaats en op 11 januari werd de familie Verdoner naar Bergen-Belsen getransporteerd. Op 12 oktober 1944 werd de hele familie in Auschwitz om het leven gebracht.
Je bent pas dood als je naam niet meer genoemd wordt – Joods gezegde.
Op zondag 19 september 2021 opende koning Willem Alexander het Holocaust Namenmonument van de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind aan de Weesperstraat. Het ontrukt al die uit het leven verwijderde mensen aan de vergetelheid. 102.000 mensen die stuk voor stuk een grote belofte waren voor de toekomst. Het staat er nu als een nooit meer uit te wissen eerbetoon, als een hard uitgesproken verwijt aan hen die dit hebben laten gebeuren en als een waarschuwing.
Tussen de 102.000 namen van slachtoffers bevinden zich ook de namen van Samuel, Maria, Nannie en Carry Verdoner, zoals te zien is op bijgaande foto.
Lees ook: Opening Holocaust Namenmonument

Waardevol deze geschiedenis te vermelden en de huizen te markeren met Stolpersteine! Opmerkelijk dat niet-joden ruimte gaven voor joods godsdienstig leven, zoals in de gereformeerde Rehobothkerk.