Gevelsteen voor H.W. Alings

november 1966
Sinds 1975 schreef toenmalig Watergraafsmeerder Frank Roos voor het Amsterdams Stadsblad. (De krant was als Wiering’s Weekblad begonnen aan de Hogeweg.) De redactie vroeg hem artikelen voor de nieuwe pagina Oost. Later organiseerde hij edities voor alle windrichtingen in de stad plus kranten in Buitenveldert en de Bijlmer. Jarenlang beheerde hij het Watergraafsmeer-archief van historicus Jaap Kruizinga. In een serie korte stukken haalt hij herinneringen op.

In de gevel van Middenweg 226 (nu nummer 410) prijkt een sobere grijze steen met een tekst die subtiel herinnert aan H.W. Alings. Uit 1966, een tijd waarin men niet gewoon was de voornaam van iemand te vermelden. Zijn initialen en naam zijn in hoofdletters uitgehouwen in de zin: ‘Hij Wist de tAaL van steen en uIthaNGteken in woord en beeld te doen Spreken’.

Alings had als lid van de Vereniging voor Heemkennis Ons Amsterdam, talloze gevelstenen van de stad in kaart gebracht en daarover in verschillende boekjes geschreven. Hij werd in 1952 oudheidkundige genoemd in een krant die verslag deed van de onthulling van de gevelsteen in het Rechthuis – het wapen van de voormalige gemeente Watergraafsmeer.
Alings had op de zolder van het Waaggebouw, ooit het Historisch Museum, de steen met de zwaan ontdekt, toen al zo’n twee eeuwen oud. De steen was ooit te zien in het politieposthuis bij de Oetewalerbrug, meende de oudheidkundige.

Een halve eeuw later moest die lezing herzien worden dankzij een kleine tekening die het brandspuithuisje naast de brug liet zien. Toen die brug vervangen werd ten gunste van de Gooise Stoomtram, verdween dat huisje met de steen waarop de zwaan zijn vleugels spreidde.